30 438
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de wijziging in de procedure betreffende de aanvraag en afgifte van rijbewijzen

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I Voorstel van wet

In het voorgestelde artikel I is, onder verlettering van de volgende onderdelen, een nieuw onderdeel D ingevoegd, luidende:

In artikel 115 wordt in het eerste en tweede lid telkens «die in het kader van de aanvraag» vervangen door: die in het kader van de aanvraag of de uitreiking.

Artikel I, onderdeel E was geletterd onderdeel D.

Artikel I, onderdeel F was geletterd onderdeel E. Onder 2 stond: «Onderdeel d komt te luiden: in geval het eerder afgegeven rijbewijs verloren is geraakt of teniet is gegaan.» Deze tekst is nu in onderdeel f opgenomen. Tevens is een onderdeel e toegevoegd. Onder 5 stond: «Het eerste lid, aanhef en onderdeel d, geldt» in plaats van: «Het eerste lid, aanhef, onderdelen e en f, gelden».

Artikel I, onderdeel G was geletterd onderdeel F en in dat onderdeel ontbrak de wijziging van onderdeel a van artikel 120, eerste lid.

Artikel I, onderdeel H was geletterd onderdeel G. In dat onderdeel stond «verblijft» in plaats van : «blijft». Tevens ontbrak het tweede lid van artikel 120a.

Artikel I, onderdeel I was geletterd onderdeel H. Daarin is «het beheer van de daartoe benodigde voorzieningen» vervallen.

Artikel I, onderdeel J was geletterd onderdeel I.

Artikel I, onderdeel K was geletterd onderdeel J.

Artikel I, onderdeel L was geletterd onderdeel K.

In het voorgestelde artikel I is, onder verlettering van de volgende onderdelen, een nieuw onderdeel M ingevoegd, luidende: Artikel 124, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a en c wordt «onderdelen a, b en d» telkens vervangen door: onderdelen a en b.

2. Onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel f, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. in de in het eerste lid, onderdeel d, bedoelde gevallen door het CBR;.

Artikel I, onderdeel N was geletterd onderdeel L.

Artikel I, onderdeel O was geletterd onderdeel M. Daarin is een nieuw onderdeel opgenomen, luidende: «1. In het eerste lid, onder a, wordt «het in artikel 134, derde lid, bedoelde besluit» vervangen door: het in artikel 134, vierde lid, bedoelde besluit.»

Artikel I, onderdeel P was geletterd onderdeel N.

II Memorie van toelichting

Algemeen deel

In paragraaf 2 stond in de vierde alinea «Het voornemen is om in de procedurebeschrijving vast te leggen dat het nieuwe rijbewijs door een andere medewerker van de afdeling Burgerzaken van de gemeente wordt uitgereikt dan degene die de aanvraag in ontvangst heeft genomen» in plaats van: «In het Reglement rijbewijzen wordt de verplichting voor de gemeenten en de Dienst Wegverkeer opgenomen om voor een functiescheiding tussen de bij de aanvraag, het besluit tot afgifte, het beheer en de uitreiking van rijbewijzen betrokken medewerkers te zorgen.».

In paragraaf 3 b sub 2° stond in de eerste alinea «Het voornemen is om in een procedurebeschrijving vast te leggen dat het rijbewijs na hernieuwde identificatie in de front-office door een andere medewerker wordt uitgereikt dan degene die de aanvraag in ontvangst heeft genomen.» in plaats van: «Het rijbewijs wordt na hernieuwde identificatie in de front-office door een andere medewerker uitgereikt dan degene die de aanvraag in ontvangst heeft genomen.».

In paragraaf 3 c was een passage opgenomen die luidde: «Tevens wordt een koppeling van het rijbewijzenregister aan de landelijk raadpleegbare deelverzameling van de gemeentelijke basisadministratie gelegd. Daarmee is enerzijds gewaarborgd dat vanaf het moment van examenaanvraag over de juiste gegevens van de aanvrager beschikt kan worden. Anderzijds kunnen door de afstemming van het rijbewijzenregister met de gemeentelijke basisadministratie de persoonsgegevens van rijbewijshouders in het rijbewijzenregister actueel worden gehouden.».

In paragraaf 4 was een alinea opgenomen die luidde: «Doordat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen via de verbinding met de landelijk raadpleegbare deelverzameling van de gemeentelijke basisadministratie over de persoonsgegevens van de aanvrager kan beschikken, is het niet meer nodig dat de burger naar het gemeentehuis gaat om een afschrift uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te halen dat bij de aanvraag voor het rijexamen moet worden overgelegd. Er moet wel een identificatiedocument worden getoond bij de aanvraag van het rijexamen en het afleggen ervan.» .

In paragraaf 7 is de passage «Als gevolg van de geautomatiseerde registratie van de examenresultaten, de verklaring van rijvaardigheid en de verklaring van geschiktheid zullen de examentarieven voor een periode van vier jaren worden verhoogd met circa € 0,60. Daarentegen vervalt de verplichting om een afschrift van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens te overleggen waardoor de aanvrager € 5 à 10 bespaart.» vervangen door: «Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen betaalt jaarlijks een vergoeding aan de Dienst Wegverkeer van € 72 828 (inclusief BTW) voor het raadplegen van het rijbewijzenregister en het digitaal registreren van verklaringen van geschiktheid en verklaringen van rijvaardigheid in het rijbewijzenregister. Hiermee wordt foutieve verwerking van gegevens voor de burger voorkomen. Deze structurele kosten hebben betrekking op jaarlijks 500 000 aanvragen voor het praktijkexamen. Dit betekent dat het tarief van het praktijkexamen structureel met € 0,15 zal worden verhoogd. De initiële kosten van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen voor het nieuwe rijbewijsdocument bedragen € 986 363 (inclusief BTW) en hebben ook alleen betrekking op het praktijkexamen. Deze kosten worden over een periode van 4 jaren via een tariefsverhoging van € 0,49 in de examentarieven doorberekend.».

In paragraaf 8 was in een opsomming een alinea opgenomen die luidde: «Het overleggen van een afschrift van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de aanvraag van het examen wat thans wel vereist is, is in de nieuwe situatie niet meer nodig. Hiermee zal dus één bezoek aan het gemeentehuis vervallen. Dit levert een tijdsbesparing op van 60 minuten en een afname van € 1,28 (vervoer). Uitgaande van 276 997 examens per jaar bedraagt de afname van de administratieve lasten dan 276 997 uren en € 354 556.».

In paragraaf 8 stond in een opsomming 7 667 uren in plaats van 6 667 uren.

In dezelfde paragraaf stond «het eindresultaat van een hoger tijdsbeslag van circa 765 426 uren en een afname van circa € 1 463 989 per jaar» in plaats van: «het eindresultaat van een hoger tijdsbeslag van circa 1 043 420 uren en een afname van circa € 1 109 433 per jaar». In de op een na laatste alinea van paragraaf 8 stond «980 600 per jaar vernieuwingen» in plaats van: «980 600 vernieuwingen per jaar».

Artikelen

In de toelichting op artikel I, onderdeel B, is toegevoegd: «De belangrijkste doelstelling van dit wetsvoorstel is het proces van aanvraag en afgifte van rijbewijzen beter te beveiligen teneinde fraude met identiteitsbewijzen te voorkomen. Daartoe dient ook het uitsluiten van buitenlandse rijbewijzen als identificatiedocument bij de aanvraag van een Nederlands rijbewijs. Dit doet niets af aan de erkenning van buitenlandse rijbewijzen als bewijs van rijvaardigheid in Nederland ingevolge artikel 108, eerste lid, onderdeel h, van de Wegenverkeerswet 1994. Verschil moet echter worden gemaakt tussen het incidenteel tonen van een buitenlands rijbewijs als bewijs van rijvaardigheid of het identificeren in het kader van de Wet op de identificatieplicht en het definitief omwisselen van een buitenlands rijbewijs voor een Nederlands rijbewijs. Aan dat laatste moeten strenge eisen worden gesteld om te voorkomen dat iemand zich een identiteit kan aanmeten die niet bij de persoon hoort. Daartoe hoort dat de medewerker van de afgevende instantie de echtheid van het buitenlands rijbewijs kan nagaan. In de Europese Unie zijn 110 modellen van rijbewijzen in omloop in 20 verschillende talen. Het is niet te realiseren dat de medewerkers van alle 650 gemeentelijke afgiftelocaties de vereiste kennis verwerven om te kunnen beoordelen of een buitenlands rijbewijs in der daad is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of dat het om een vervalsing gaat. Weliswaar heeft de Europese Commissie een handleiding uitgegeven met afbeeldingen van alle 110 modellen. Dit is echter onvoldoende om bijvoorbeeld vervalsingen middels kleurenkopieën te kunnen vaststellen. Hiervoor zouden specimen van alle 110 modellen aan alle 650 afgiftelocaties ter beschikking moeten worden gesteld. Dat is niet mogelijk.Bovendien hebben sommige huidige rijbewijzen van andere lidstaten een onbeperkte geldigheidsduur waardoor de pasfoto slecht gebruikt kan worden om de identiteit vast te stellen. Het kan voorkomen dat iemand zich in Nederland vestigt die houder is van een rijbewijs dat reeds 20 jaar oud is. In dat geval is het vergelijk tussen de pasfoto en de persoon aan de balie veel moeilijker dan bij een Nederlands rijbewijs waarop de pasfoto maximaal 10 jaar oud is.» De zin «Bovendien hebben sommige huidige rijbewijzen van andere lidstaten een lange geldigheidstermijn waardoor de pasfoto slecht gebruikt kan worden om de identiteit vast te stellen.» Is geschrapt. Er zijn twee zinnen toegevoegd, luidende: «Het is geen onevenredig nadeel voor de aanvrager van een rijbewijs afkomstig uit een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte om zich bij de aanvraag van een Nederlands rijbewijs te moeten identificeren met een ander identiteitsdocument. De buitenlandse aanvrager zal regelmatig ook over een paspoort of een identiteitskaart beschikken of over een vreemdelingendocument.» In de toelichting op datzelfde artikel is de zinsnede «Een ander verschil ten opzichte van de huidige situatie» vervangen door: «Een derde aspect van de voorgestelde redactie van artikel 111, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994».

Onder het kopje «Artikel I, onderdeel D» is de toelichting voor het nieuw ingevoegde onderdeel D opgenomen.

Het kopje «Artikel I, onderdelen E, J en K» luidde «Artikel I, onderdelen D, I en J». Onder dat kopje stond in de vijfde alinea «Met de in onderdeel I voorgestelde wijziging» in plaats van «Met de in onderdeel J voorgestelde wijziging». Onder hetzelfde kopje stond «de toelichting bij onderdeel G» in plaats van «de toelichting bij onderdeel H». In de laatste alinea onder hetzelfde kopje stond «de toelichting bij onderdeel K» in plaats van «de toelichting bij onderdeel L».

Het kopje «Artikel I, onderdelen F en G» luidde «Artikel I, onderdelen E en F». In de eerste zin onder dat kopje is een zinsnede toegevoegd, luidende: «en in het geval dat een rijbewijs versleten of ten dele onleesbaar is,». In de tweede zin is «dat iemand kort voor verloop van de geldigheid zijn rijbewijs verloor en vervolgens een vervangend rijbewijs moest aanvragen» vervangen door: «dat kort voor verloop van de geldigheid het rijbewijs verloren of onleesbaar werd en vervolgens een vervangend rijbewijs aangevraagd moest worden». In de derde zin is de zinsnede toegevoegd «dan wel versleten of geheel of ten dele onleesbaar is geworden».

Het kopje «Artikel I, onderdeel H» luidde «Artikel I, onderdeel G». Aan het einde van de toelichting onder dit kopje werd verwezen naar «onderdeel K» in plaats van «onderdeel L».

Het kopje «Artikel I, onderdeel I» luidde «Artikel I, onderdeel H». In de eerste zin onder dit kopje was onderdeel I geletterd onderdeel H. In de derde zin is «de initiële kosten en» vervallen. De passage «wordt de Dienst Wegverkeer eigenaar van het computersysteem in de back-office bij de afdeling Burgerzaken van iedere gemeente en beheert de Dienst Wegverkeer dit systeem ook. Tevens» is vervallen.

Het kopje «Artikel I, onderdeel L» luidde «Artikel I, onderdeel K».

Onder het kopje «Artikel I, onderdeel M» is de toelichting voor het nieuw ingevoegde onderdeel M opgenomen.

Het kopje «Artikel I, onderdeel N» luidde «Artikel I, onderdeel L».

Het kopje «Artikel I, onderdelen O en P» luidde «Artikel I, onderdelen M en N».

Naar boven