30 433
Wijziging van de wet tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van enkele inhoudelijke wijzigingen in de Telecommunicatiewet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Mijnbouwwet en enkele andere daarmee verbandhoudende wetten, de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001, de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen en diverse andere wetten (Veegwet EZ 2005)

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State.Deze novelle strekt ertoe het wetsvoorstel Veegwet EZ 2005 te ontdoen van artikel IX, onderdeel A. In dit artikel is een wijziging van artikel 8.2, derde lid, van de Wet milieubeheer opgenomen waardoor de bevoegdheid van gedeputeerde staten ten aanzien van mijnbouwwerken milieuvergunningen te verlenen wordt ingeperkt tot de opslag van gevaarlijke stoffen die van buiten het betrokken mijnbouwwerk afkomstig zijn. Tegelijk strekt die bepaling tot uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Economische Zaken terzake.

De aanleiding voor deze novelle is tweeërlei. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Veegwet EZ 2005 in de Eerste Kamer is gebleken dat over de voorgenomen wijziging van de Wet milieubeheer abusievelijk geen overleg met de provincies heeft plaatsgevonden. Als gevolg daarvan heeft de Eerste Kamer de behandeling van dit wetsvoorstel aangehouden. Deze novelle beoogt een spoedige inwerkingtreding van de rest van het wetsvoorstel Veegwet EZ 2005 te bevorderen. Hierdoor wordt het tevens mogelijk alsnog met de provincies van gedachten te wisselen over de bevoegdheidsverdeling. Daarnaast is het bij nader inzien wenselijk deze gedachtewisseling te laten plaatsvinden in het bredere kader van de voorgenomen invoering van de omgevingsvergunning (Kamerstukken II 2005/06, 29 383, nr. 37). Naar verwachting zal volgend jaar een wetsvoorstel tot invoering van een omgevingsvergunning kunnen worden ingediend. Het is daarom nu niet langer opportuun dit deelonderwerp in het kader van de Veegwet EZ 2005 te regelen.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst