30 429
Wijziging van de Kernenergiewet (beperking geldingsduur vergunningen, beïnvloeden keuze van opwerking, financiële zekerheidstelling en vereenvoudiging van het bevoegd gezag)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 november 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel III komt als volgt te luiden:

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van de artikelen I, onder G, en II, die in werking treden met ingang van de eerste dag van de dertiende kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

Toelichting

De aanpassing van de inwerkingtredingsbepaling maakt het mogelijk om de verschillende artikelen of onderdelen daarvan op verschillende tijdstippen in werking te laten treden. Deze flexibiliteit is nodig om de bepalingen die geen uitwerking in lagere regelgeving vergen indien nodig eerder in werking te kunnen laten treden dan bepalingen die wel een dergelijke uitwerking behoeven. Evenals in het oorspronkelijke wetsvoorstel het geval was, wordt voor het voldoen aan de verplichting van het voorgestelde artikel 15g, eerste lid, van de Kernenergiewet om financiële zekerheid te stellen voor de buitengebruikstelling en ontmanteling van kerncentrales en onderzoeksreactoren, ruim een jaar, te rekenen vanaf de plaatsing van de wet in het Staatsblad, de tijd gegeven.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Naar boven