nr. 7
VOORSTEL VAN HET LID DUBBELBOER C.S. TOT SPLITSING VAN HET VOORSTEL
VAN WET 30 422 OP BASIS VAN ARTIKEL 137, TWEEDE LID, VAN DE GRONDWET
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s Gravenhage, 27 juni 2006
De ondergetekenden stellen aan de Kamer voor om op basis van artikel 137,
tweede lid, van de Grondwet het voorstel van Wet 30 422 te splitsen in
twee afzonderlijke voorstellen, zoals bij deze brief gevoegd.
Toelichting
Artikel 137, tweede lid, van de Grondwet maakt het mogelijk dat de Tweede
Kamer een voorstel tot verandering van de Grondwet kan splitsen in twee afzonderlijke
wetsvoorstellen. Een dergelijk voorstel kan gedaan worden door één
of meer leden van de Kamer.
De eerste keer dat gebruik is gemaakt van de mogelijkheid tot splitsing
door de Tweede Kamer was op 24 maart 1987, TK 1986–87, 19 554
(R 1308), nr. 8 (herdruk).
In het wetsvoorstel van de regering staan twee onderwerpen, namelijk de
deconstitutionalisering van de benoeming van de burgemeester en het regelen
van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester in de Grondwet. De indiener
beoogt deze twee onderwerpen gescheiden in stemming te brengen. Op deze manier
wordt er recht gedaan aan de werkelijke verhouding in de Tweede Kamer ten
aanzien van beide onderdelen.
Dubbelboer
Özütok
Irrgang
30 422
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van de
rechtstreekse verkiezing van de burgemeester
IVOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het
schrappen uit de Grondwet van de benoeming van de burgemeester;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in het artikel II omschreven voorstel tot
verandering in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
Artikel 131 komt te luiden:
Artikel 131
De commissaris van de Koning wordt bij koninklijk besluit benoemd.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
30 422
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van de
rechtstreekse verkiezing van de burgemeester
IIVOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het
opnemen van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in de artikelen II, III, en IV omschreven
voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
Na artikel 131 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 131a
1. De burgemeester wordt rechtstreeks gekozen door de ingezeten Nederlanders
van de gemeente die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing
van de gemeenteraad. Voor het burgemeesterschap gelden dezelfde vereisten,
met dien verstande dat volgens bij of krachtens de wet te stellen regels ontheffing
kan worden verleend van het vereiste van ingezetenschap.
2. De wet kan het recht de burgemeester te kiezen toekennen aan ingezetenen
die geen Nederlander zijn, mits zij ten minste voldoen aan de vereisten die
gelden voor ingezetenen die tevens Nederlander zijn.
3. De artikelen 53, tweede lid, en 59 zijn van toepassing.
ARTIKEL III
Na additioneel artikel I van de Grondwet wordt een artikel ingevoegd,
dat luidt:
ARTIKEL II
Artikel 131 van de Grondwet naar de tekst van 1983 blijft van kracht tot
de datum waarop de wet die de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester
regelt, in werking treedt.
ARTIKEL IV
Na additioneel artikel II van de Grondwet wordt een artikel ingevoegd,
dat luidt:
ARTIKEL III
Artikel 131a blijft buiten toepassing tot de datum waarop de wet die de
rechtstreekse verkiezing van de burgemeester regelt, in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,