30 420 Emancipatiebeleid

Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2024

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de onderzoeksopzet van de voorgenomen periodieke rapportage van het emancipatiebeleid van de periode 2018–2025.

In een periodieke rapportage wordt op basis van eerder uitgevoerde onderzoeken en bestaande literatuur gekeken naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en maatschappelijk impact van het beleidsterrein als geheel, bezien over een bepaalde periode. Een periodieke rapportage dient volgens de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 (RPE 2022)1 binnen 5–7 jaar na laatste beleidsdoorlichting te worden uitgevoerd. De laatste beleidsdoorlichting op het gebied van emancipatie is in 2018 door Regioplan opgeleverd en betrof de periode 2014–2018.2

Voor de periodieke rapportage zal voor de periode 2019–2021 worden gebruikgemaakt van de onderzoeken genoemd in de bijlage voor artikel 25 «afgerond evaluatie- en overig onderzoek» van de betreffende jaarverslagen.3 Sinds de begroting van OCW 2022 stelt de directie Emancipatie jaarlijks een Strategische Evaluatie Agenda (SEA) op. Voor de periode 2022–2025 zal daarom worden gebruikgemaakt van de onderzoeken die op de SEA van artikel 25 staan in de jaarverslagen en begrotingen van OCW.

Doelstelling van artikel 25 en bijhorend beleid

Artikel 25 uit de begroting van het Ministerie van OCW betreft het bevorderen van emancipatie. De opgave van het emancipatiebeleid in het begrotingsartikel luidt als volgt: «Het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslachtskenmerken in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.»4 Als coördinerend Minister van Emancipatie ben ik verantwoordelijk voor specifiek beleid gericht op het wegnemen van achterstanden van vrouwen en lhbtiq+ personen. Daarbij heb ik tevens een coördinerende rol waarmee ik aandacht kan vragen voor gender- en/of lhbtiq+-aspecten in relevant beleid van andere departementen.

De prioriteiten binnen het Emancipatiebeleid zijn door het kabinet vastgesteld in de Emancipatienota voor de betreffende kabinetsperiode. De afgelopen periode zijn de prioriteiten gericht op doelstellingen binnen de thema’s «arbeid», «sociale veiligheid», «genderdiversiteit en gelijke behandeling» en «algemeen».

Voor het thema «arbeid» is gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het gebied van arbeid en inkomen de doelstelling. Voor het thema «sociale veiligheid» is de doelstelling dat alle mensen zich veilig voelen en de ruimte krijgen om te worden wie ze willen zijn. Het beleid is erop gericht om de sociale veiligheid van vrouwen en lhbtiq+ personen te vergroten en gendergerelateerd geweld tegen te gaan. Voor het thema «genderdiversiteit en gelijke behandeling» is de doelstelling dat alle mensen vrij zijn om hun identiteit vorm te geven. Het beleid is gericht op het bevorderen van gelijke behandeling en acceptatie van genderdiversiteit en het tegengaan van stereotypering en discriminatie. Het thema «algemeen» omvat beleidsinspanningen die op overkoepelende wijze bijdragen aan de voorgenoemde opgave van het emancipatiebeleid.

Ik wil graag weten hoe we de doelmatigheid, doeltreffendheid en maatschappelijk impact van onze inzet op dit thema kunnen vergroten. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. De directie Emancipatie heeft, in tegenstelling tot de meeste directies, geen eigen wet- en regelgeving of stelsel waarvoor het verantwoordelijk is, maar is actief op een breed scala aan onderwerpen. Ook is het lastig om brede maatschappelijke veranderingen, zoals bijvoorbeeld het aanpakken van stereotypen, één op één aan beleidsmaatregelen te koppelen. Tot slot is emancipatie vaak een gezamenlijke verantwoordelijkheid van verschillende partijen (zoals andere departementen of veldpartijen). Dit heeft invloed op hoe er geëvalueerd kan worden.

Doelen van dit onderzoek

Het onderzoek richt zich op de vraag in hoeverre de doelstellingen van het emancipatiebeleid worden behaald (doeltreffendheid) en of dit op een doelmatige manier gebeurt. In de onderstaande tabel staan de doelen en vragen die bij de evaluatie leidend zullen zijn.

Doelen

Vragen

Toelichting

Beschrijven doeltreffendheid emancipatiebeleid 2018–2025

Wat is de doeltreffendheid van het emancipatiebeleid?

Beschrijven van de mate waarin het gevoerde emancipatiebeleid in de periode 2018–2025 doeltreffend of effectief is, en leidt tot maatschappelijke verbetering of vooruitgang.

Beschrijven doelmatigheid emancipatiebeleid 2018–2025

Wat is de doelmatigheid van het emancipatiebeleid?

Beschrijven van de verhouding tussen de kosten van het emancipatiebeleid en de opbrengsten van dit beleid.

Beschrijven verklaringen voor doeltreffendheid en doelmatigheid emancipatiebeleid 2018–2025

Wat verklaart de doeltreffendheid van het emancipatiebeleid?

• In welke mate zijn de voorwaarden voor het behalen van de doeltreffendheid gerealiseerd?

Wat verklaart de doelmatigheid van het emancipatiebeleid?

• In welke mate zijn de voorwaarden voor het behalen van de doelmatigheid gerealiseerd?

Beschrijven van verklaringen voor de doeltreffendheid en doelmatigheid van het emancipatiebeleid. Dit is met name van belang met het oog op de toekomst, en het vormgeven van nieuw emancipatiebeleid. Waarom worden bepaalde doelen wel of niet gerealiseerd, en hoe kan de doeltreffendheid en doelmatigheid verhoogd worden?

Formuleren van aanbevelingen voor toekomstig emancipatiebeleid

Hoe kunnen de doeltreffendheid, doelmatigheid en maatschappelijk impact van het emancipatiebeleid worden vergroot?

Aanbevelingen om de maatschappelijke impact te vergroten met behulp van de beantwoorde vragen.

In de periodieke rapportage wordt aandacht besteed aan de verschillende beleidsopties die de doeltreffendheid en doelmatigheid van artikel 25 kunnen verbeteren. Conform de RPE 2022 worden in de periodieke rapportage de mogelijkheden beschreven voor het vergroten van de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de impact van het beleid bij een gelijkblijvende inzet van financiële middelen. Passende beleidsinstrumenten zijn onder andere wet- en regelgeving, subsidievertrekking, lokaal beleid, monitoren van ontwikkelingen en kennis en expertise ontsluiten. Ook zullen de onderzoekers ten minste één doelmatige optie schetsen waarmee een significante besparing van 20 procent kan worden gerealiseerd. Als dit percentage onhaalbaar is, kan een goed onderbouwd alternatief percentage worden gekozen dat een significante besparing oplevert.

Kwaliteitsborging en onafhankelijkheid

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijk extern bureau. De selectie vindt plaats via een aanbestedingsprocedure waarbij de offertes beoordeeld worden aan de hand van objectieve criteria.Daarnaast wordt er een begeleidingscommissie opgezet. Tevens wordt een onafhankelijke deskundige gevraagd om een oordeel te geven over de wijze waarop de periodieke rapportage wordt opgezet en is uitgevoerd, waarbij wordt getoetst aan de in de RPE 2022 gestelde kwaliteitseisen.

Ik streef ernaar dit jaar met het onderzoek te starten en uw Kamer voor eind 2025 te informeren over de uitkomsten van de periodieke rapportage en het oordeel van de onafhankelijke deskundige.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
2

Kamerstukken II, 2018–2019, 31 511, nr. 31

X Noot
3

De begrotingen en jaarverslagen van eerdere jaren zijn te raadplegen via www.rijksfinancien.nl.

Naar boven