30 420 Emancipatiebeleid

Nr. 406 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2024

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft uw Kamer toegezegd de appreciatie van de gewijzigde motie van het lid Zeedijk1 (betreffende een kennisprogramma voor vrouwspecifieke aandoeningen) te zullen toezenden. Omdat ik als demissionair bewindspersoon verantwoordelijk ben voor o.a. het kennisprogramma bij ZonMw rondom vrouwspecifieke aandoeningen en uw Kamer onlangs een brief heb gezonden over dit onderwerp2, heb ik de beantwoording op mij genomen.

De gewijzigde motie van het lid Zeedijk verzoekt de regering als onderdeel van het recent gestarte kennisprogramma voor vrouwspecifieke aandoeningen ook aandacht te hebben voor kennis vergroten en oplossingsrichtingen bieden voor overgangsklachten en verzoekt de regering het kennisprogramma onderdeel te maken van een nationale strategie voor vrouwengezondheid.

Wat betreft het eerste gedeelte van de motie kan ik meedelen dat de kennisvergroting over overgangsklachten onderdeel van het nieuwe kennisprogramma bij ZonMw zal zijn en valt binnen de kennisontwikkelingslijn op vrouwspecifieke aandoeningen. Daarnaast zal in het toekomstige kennisprogramma ook verbinding worden gelegd met onderzoeken en initiatieven die er al lopen rondom menopauze en overgangsklachten (waaronder het recent gestarte Menopauze consortium3, die gefinancierd wordt door NWO).

Ten aanzien van het tweede dictum van de motie kan ik mij een dergelijke strategie voor vrouwengezondheid goed voorstellen. Hiervan kan het kennisprogramma van ZonMw een belangrijk onderdeel vormen.

Voor het opstellen en uitvoeren van een dergelijke strategie zullen ook andere departementen een bijdrage moeten leveren, denk bijvoorbeeld aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap alsmede het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Gegeven de demissionaire status van het huidige kabinet acht ik het opstellen van een dergelijke strategie, met alle betrokken departementen zodat ook alle relevante beleidsterreinen worden meegenomen, dan ook aan een volgend kabinet. Mocht de gewijzigde motie aangenomen worden, zal ik het aan een volgend kabinet laten om deze uit te voeren.

In het licht van het bovenstaande laat ik het oordeel van de gewijzigde motie graag aan uw Kamer.

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra


X Noot
1

Tweede Kamer 2023–2024, 30 420, nr. 400.

X Noot
2

Tweede Kamer 2023–2024, 31 765, nr. 843.

Naar boven