30 420 Emancipatiebeleid

29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 294 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2018

Inleiding

In september 2016 verscheen het rapport Power of Parity, een studie van McKinsey Global Institute. Naar aanleiding daarvan zijn er door McKinsey specifieke landenrapporten opgesteld, waaronder bijgaande studie voor Nederland1.

McKinsey hanteert bij deze studie een nieuwe integrale benadering van emancipatie waarbij de invalshoek wordt verbreed: naast de gelijke rechten invalshoek schetst de studie ook een economische benadering van achterblijvende positie van vrouwen. Dat levert een rijk handelingsperspectief op, omdat het inzoomt op het wegnemen van barrières en daar de financiële aspecten en mogelijkheden van in kaart brengt.

Het beeld voor Nederland

McKinsey schetst een helder beeld van hoe het ervoor staat qua gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daarbij besteden ze veel aandacht aan de situatie op de arbeidsmarkt.

Om te beginnen is er de positieve kant: Nederland heeft een hoge participatie van vrouwen en weet dus te bereiken dat voor de meeste vrouwen de stap naar de arbeidsmarkt bereikbaar is. Tegelijk laat McKinsey duidelijk zien dat er ook nadelen verbonden zijn aan de Nederlandse situatie:

  • Veel vrouwen zijn – ook als ze werken – niet economisch of financieel zelfstandig. Dat komt doordat ze vaak in kleine deeltijdbanen werken. Dat maakt hen kwetsbaar.

  • Door al vroeg te kiezen voor kleine deeltijdbanen, blijft talent onbenut en blijven bepaalde mogelijkheden onbereikbaar. Dit sluit direct aan bij studies van het SCP over de deeltijdfuik.

  • McKinsey laat zien dat vrouwen een grote economische potentie vertegenwoordigen en de Nederlandse economie er veel baat bij kan hebben als deze potentie meer benut wordt.

  • Dit geldt eens te meer omdat we weten dat er op dit moment door werkgevers aan alle kanten om extra arbeidskrachten wordt geroepen en we voor onze ambities voor zorg en onderwijs alle zeilen bij moeten zetten.

  • Wat dat betreft is het extra frustrerend dat we in Nederland zo’n situatie in de sectoren zorg en onderwijs hebben. Nergens in de wereld werken zoveel vrouwen in deeltijd. Scholen krijgen ternauwernood hun roosters rond en in de zorg is grote behoefte aan handen aan het bed.

Inzet van het kabinet: de arbeidsmarkt is toe aan een volgende stap

De stap om vrouwen te betrekken bij de arbeidsmarkt hebben we in Nederland succesvol gezet. De analyse van McKinsey laat zien dat het tijd is voor een volgende stap; de Nederlandse arbeidsmarkt verdient aanpassing.

Wij willen een samenleving waarin iedereen kansen krijgt en die ook kan grijpen. Keuzevrijheid is hierbij belangrijk. McKinsey laat echter zien dat hoe we dit aanpakken in Nederland, ertoe leidt dat teveel vrouwen terechtkomen in kleine deeltijdbanen in plaats van uitdagende carrières. Hiermee onderscheidt Nederland zich scherp van landen om zich heen, wat de vraag opwerpt of deeltijd werken altijd een keuze is, of wellicht ook een klem is. Dit is de aanleiding om na te denken of het huidige systeem voldoet en of we de doelen daarmee wel kunnen bereiken.

McKinsey laat zien dat met kleine aanpassingen er een wereld te winnen is: als het gemiddeld aantal gewerkte uren met 2 tot 5 uur omhoog gaat, zullen ongeveer 230.000 meer vrouwen economisch zelfstandig zijn.

McKinsey geeft aan dat het lerarentekort is opgelost als alle vrouwelijke parttimers in het onderwijs gemiddeld 34 minuten per week meer gaan werken. Uit onze berekeningen zoals op 24 augustus in de Kamerbrief over het lerarentekort staat (Kamerstuk 27 923, nr. 318), blijkt dat er meer maatregelen nodig zijn om het tekort op te lossen. Uitbreiding van de deeltijdfactor is een van de mogelijke opties. McKinsey wijst erop dat om meer uren werken mogelijk te maken, het mogelijk moet zijn om werk met zorgtaken te kunnen combineren.

Aanpak van het kabinet: forse stappen

Het kabinet heeft bij aantreden al belangrijke stappen gezet om gelijkheid op de arbeidsmarkt te ondersteunen. Het kabinet wil met de belastingherziening per 2019 bereiken dat het financieel aantrekkelijker wordt om meer uren te gaan werken door de belastingtarieven te verlagen en de arbeidskorting te verhogen. Daarnaast investeert het kabinet € 248 miljoen in de kinderopvangtoeslag. Veel gezinnen waar beide ouders werken krijgen daardoor meer toeslag voor kinderopvang. Dit is ter bevordering van de arbeidsparticipatie van ouders en biedt een grotere (financiële) ondersteuning in de combinatie van arbeid en zorg.

Ook wordt het geboorteverlof uitgebreid naar zes weken in 2020.

Verdere stappen zijn nodig

Het rapport van McKinsey laat echter zien dat er reden genoeg is om niet te vroeg tevreden te zijn. Het rapport stelt een belangrijke vraag aan werkgevers in de zorg, onderwijs en in de technische sectoren. Wat maakt – in de zorg en in het onderwijs – een uitbreiding van gewerkte uren aantrekkelijk voor werknemers? En in de technische sectoren: wat kan men doen om de sector aantrekkelijk te maken voor vrouwen? Waar zorgen zijn over het (te) beperkte aanbod van arbeid zou het kunnen helpen om het werk flexibeler in te richten, zodat men niet zo’n groot deel van het aanbod mist.

Daarnaast wil het kabinet specifiek aandacht besteden aan de mate waarin in Nederland in deeltijd wordt gewerkt. Het blijft intrigerend dat Nederland internationaal gezien er zo uit springt als het gaat om deeltijdwerk. Het kabinet wil daarom preciezer onderzoeken hoe het komt dat er in Nederland veel meer dan in andere landen voor deeltijd wordt gekozen, welke rol beleid daarbij speelt en welke beleidsopties mogelijk zijn voor de verschillende doelen die hierbij een rol spelen, zoals goede zorg voor kinderen, gelijkheid, ontwikkeling, economische groei en economische zelfstandigheid.

Een nieuwe impuls

Dit rapport van McKinsey geeft een goede impuls en een nieuwe invalshoek in het emancipatievraagstuk. Het zou mooi zijn als we op basis van dit rapport in Nederland weer een stap verder naar gelijkheid kunnen zetten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven