30 420 Emancipatiebeleid

Nr. 283 MOTIE VAN HET LID VAN WEYENBERG C.S.

Voorgesteld 19 april 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat jonge vrouwen in de eerste jaren na het afstuderen al veel vaker in deeltijdbanen werken dan jonge mannen, tot bijna drie kwart van de jonge vrouwen met een mbo-diploma;

constaterende dat uit internationale studies blijkt dat in deeltijd werken een negatief effect heeft voor de kans op het maken van promotie en carrièreperspectief, en dat uit het SCP-onderzoek blijkt dat nergens in Europa de verschillen in arbeidsduur tussen jonge vrouwen en mannen zo groot zijn als in Nederland;

overwegende dat het kabinet zich als ambitie stelt om de vanzelfsprekendheid van het huidige patroon te doorbreken;

overwegende dat het goed zou zijn als jonge vrouwen op de arbeidsmarkt zich bewust zijn van de consequenties die het maken van de keuze op lange termijn kan hebben;

verzoekt de regering, onderzoek te doen naar de verklaringen voor en de effecten van het in deeltijd werken bij de eerste baan op het carrièreperspectief;

verzoekt de regering tevens, te bezien hoe de uitkomsten van dit onderzoek inzichtelijk kunnen worden gemaakt voor jongeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Weyenberg

Yeşilgöz-Zegerius

Özütok

Van den Hul

Jasper van Dijk

Naar boven