30 420 Emancipatiebeleid

Nr. 213 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 februari 2015

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 19 december 2014 inzake Beleidsconclusies midterm review en beleidsdoorlichting Emancipatie (Kamerstuk 30 420, nr. 211).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 februari 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Wolbert

Adjunct-griffier van de commissie, Boeve

1.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het gezamenlijk plan van de Minister en VNO-NCW om een databank te creëren met namen van topvrouwen, aangeleverd door het bedrijfsleven?

Antwoord:

Het programma Vrouwen naar de Top is in december gestart. Er zijn twee kwartiermakers aangesteld: Gerdi Verbeet (voorzitter Commissie Monitoring Talent naar de Top) en Leo Houwen (vertegenwoordiger bedrijfsleven). Zij zetten hun tijd en hun netwerk actief in om het doel te ondersteunen. Begin januari zijn de commissarissen van de 200 grootste ondernemingen in Nederland aangeschreven met het verzoek om in hun netwerk te kijken naar ambitieuze «board ready» vrouwen met bestuurservaring die momenteel geen commissariaatsfunctie vervullen en die in de database willen worden opgenomen. De reacties op die brief komen nu binnen.

2.

Hoe verhoudt het percentage van vrouwen in topfuncties en percentage mannen in topfuncties zich ten opzichte van het percentage fulltime werkende vrouwen en mannen?

Antwoord:

De meest recente cijfers over arbeidsduur hebben betrekking op 2013 (Emancipatiemonitor 2014). In dat jaar hadden 924.000 vrouwen en 3.258.000 mannen een baan van meer dan 35 uur per week. Dat betekent dat vrouwen 22% uitmaken van het aantal voltijd werkenden.

Trekken we de grens iets ruimer, bij personen die minimaal 28 uur werken, dan maken vrouwen daar 32% van uit.

In de 5.000 grootste bedrijven in Nederland is het aandeel vrouwen in de top 11%, en in de 500 grootste bedrijven 15%.

Concluderend: het aandeel vrouwen aan de top is aanmerkelijk lager dan het aandeel vrouwen in fulltime functies. Vergeleken met het aandeel vrouwen in banen van minimaal 28 uur, is het verschil nog groter.

Naar boven