nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID CRONE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 10
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.7, eerste lid, wordt «de wettelijke bepalingen, bedoeld
in onderdeel b van de bijlage bij deze wet» vervangen door: de wettelijke
bepalingen, bedoeld in onderdeel a, tenzij de overtreding betrekking heeft
op een financiële dienst of activiteit, en onderdeel b van de bijlage
bij deze wet.
II
Artikel 3.2b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de wettelijke bepalingen, bedoeld
in onderdeel c van de bijlage bij deze wet» vervangen door: de wettelijke
bepalingen, bedoeld in onderdeel a, voor zover de overtreding betrekking heeft
op een financiële dienst of activiteit, en onderdeel c van de bijlage
bij deze wet.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Met betrekking tot de toepassing van het eerste lid zijn:
a. de artikelen 2.7, tweede lid, 2.8, 2.9, tweede lid, 2.10 tot en
met 2.14, 2.15a tot en met 2.15d en 2.15f, tweede lid, tot en met 2.17 van
overeenkomstige toepassing;
b. indien de overtreding betrekking heeft op een van de wettelijke
bepalingen, bedoeld in onderdeel a van de bijlage bij deze wet, de artikelen
van 2.15, 2.15e en 2.15f, eerste lid, van overeenkomstige toepassing;
c. indien de overtreding betrekking heeft op een van de wettelijke
bepalingen, bedoeld in onderdeel c van de bijlage bij deze wet, de artikelen
74 en 81 van de Wet financiële dienstverlening alsmede de bij die wet
behorende bijlage van overeenkomstige toepassing.
III
Artikel 9.3, onderdeel e, komt te luiden:
e. artikel 3.2b, tweede lid, komt te luiden:
2. Met betrekking tot de toepassing van het eerste lid:
a. zijn de artikelen 2.10, 2.16 en 2.17 van overeenkomstige toepassing;
b. is, indien de overtreding betrekking heeft op een van de wettelijke
bepalingen, bedoeld in onderdeel a van de bijlage bij deze wet, artikel 2.15
van overeenkomstige toepassing;
c. zijn, indien de overtreding betrekking heeft op een van de wettelijke
bepalingen, bedoeld in onderdeel c van de bijlage bij deze wet, de artikelen
74 en 81 van de Wet financiële dienstverlening alsmede de bij die wet
behorende bijlage van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Dit amendement betreft een technische aanpassing van het eerder ingediende
amendement op stuk nummer 10. Er is in het wetsvoorstel gekozen voor overwegend
privaatrechtelijke handhaving, waarbij de Consumentenautoriteit (hierna: CA)
zelf procespartij wordt en gaat procederen tegen de overtreder. Voor slechts
twee door de CA te handhaven richtlijnen en corresponderende wetten (Colportagewet
en Prijzenwet) is gekozen voor de (veel effectievere) bestuursrechtelijke
handhaving, zoals we die kennen van de NMa en de AFM. Privaatrechtelijke handhaving
blijkt echter niet altijd even effectief te zijn, en kan juridisering en eindeloze
processen in de hand werken. Daarom moet de bestuursrechtelijke handhaving
ook van toepassing zijn op de overige wetten waarop wordt gehandhaafd. Dit
betekent dat de consumententoezichthouder bestuurlijke boetes moet kunnen
opleggen en met dwangsommen de handhaving van het consumentenrecht moet kunnen
afdwingen. Op deze manier wordt het doel van de wet, namelijk een effectieve
consumentenbescherming, bevorderd. Uiteraard staan besluiten van de CA open
voor de gebruikelijke mogelijkheden voor beroep en bezwaar. De weg van de
verzoekschriftenprocedure blijft voor de CA ook openstaan als alternatief
voor de bestuursrechtelijke handhaving. Ook voor consumentenorganisaties blijft
de verzoekschriftenprocedure openstaan, zoals die in het wetsvoorstel al voorzien
was.
Crone