30 409
Voorstel van wet van de leden Waalkens en Snijder-Hazelhoff tot wijziging van de Flora- en faunawet in verband met het verbod op de handel in producten van zadelrobben en klapmutsen

nr. 23
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2008

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) van 1 april 2008 (08-LNV-B-38) om nadere informatie over de stand van zaken inzake het verbod op de handel in producten van Kaapse pelsrobben, kan ik u het volgende melden.

Eerder informeerde ik u over de noodzakelijke procedurele stappen om te komen tot een verbod op de handel in producten van Kaapse pelsrobben en het tijdpad dat ik daarbij voor ogen had. Tot mijn spijt heeft de totstandkoming van dit verbod enige vertraging opgelopen. Bij nadere beschouwing en in overleg met het ministerie van Justitie is wel gebleken dat dit verbod niet bij algemene maatregel van bestuur behoeft te worden geregeld, omdat het beoogde verbod voortbouwt op een internationale verplichting op grond van het CITES-verdrag. In dergelijke gevallen kan het verbod ook tot stand worden gebracht bij ministeriële regeling. Hierdoor kan de ontstane vertraging enigszins worden bekort.

Ik zal de ministeriële regeling in april notificeren aan de Europese Commissie en aan de Wereld Handelsorganisatie waarbij ik zal aandringen op een spoedige behandeling. Na afronding van deze procedure zal de ministeriële regeling in de Staatscourant worden gepubliceerd.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven