30 409
Voorstel van wet van de leden Waalkens en Snijder-Hazelhoff tot wijziging van de Flora- en faunawet in verband met het verbod op de handel in producten van zadelrobben en klapmutsen

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2007

In vervolg op mijn brief van 3 april jl.1 informeer ik u hiermee over de stand van zaken over de toegezegde algemene maatregel van bestuur (amvb) over het handelsverbod op producten van zadelrobben en klapmutsen. Voorts informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek naar de jacht op de Kaapse pelsrobben.

Over de amvb kan ik u berichten dat de ministerraad ermee heeft ingestemd dat het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State wordt gezonden. Ten opzichte van de oorspronkelijke planning is enige vertraging opgetreden, zodat inwerkingtreding in juli niet haalbaar is. Rekening houdend met de gebruikelijke periode voor advisering door de Raad van State verwacht ik dat publicatie in het Staatsblad begin september 2007 zal kunnen plaatsvinden. Vervolgens dient in het kader van de in artikel 103 van de Flora- en faunawet voorziene nahangprocedure de amvb aan de Eerste en Tweede Kamer te worden gezonden. Inwerkingtreding kan eerst plaatsvinden acht weken na publicatie in het Staatsblad.

Voorts kan ik u berichten dat recentelijk het nader onderzoek naar de jacht op de Kaapse pelsrobben is afgerond. Dit onderzoek houdt verband met de toezegging van mijn ambtsvoorganger om ook producten van deze soort onder het verbod te brengen, indien blijkt dat deze soort op dezelfde wijze wordt bejaagd als de zadelrob en de klapmuts. Het onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat dit het geval is. Om die reden is er, net als bij de jacht op de zadelrob en de klapmuts, evenzeer reden tot bezorgdheid ten aanzien van de omvang van de jacht op de Kaapse pelsrobben en de daarbij gehanteerde jachtmethoden.

Op korte termijn zal ik het traject in gang zetten om ook de import, handel en bezit van producten van deze soort aan banden te leggen. Zoals mijn ambtsvoorganger eerder heeft aangegeven, wordt gekozen voor een afzonderlijk traject om vertraging van de amvb te voorkomen. Het voornemen ten aanzien van het import- en handelsverbod voor producten van Kaapse pelsrobben moet immers nog worden genotificeerd aan de Europese Commissie en de Wereld Handelsorganisatie.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Kamerstukken II 2006/2007, 30 409, nr. 18.

Naar boven