nr. 17
MOTIE VAN HET LID THIEME C.S.
Voorgesteld 15 februari 2007
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende:
– dat veel landen de import en handel van zowel levende zeezoogdieren –
waaronder dolfijnen, walvissen, vinpotigen (zeehonden, zeerobben en zeewalrussen) –
als de handel in de producten daarvan hebben verboden;
– dat de Verenigde Staten en Mexico de import en handel van zowel
levende zeezoogdieren (bijvoorbeeld zeehonden en walvissen) als handel in
de producten daarvan hebben verboden;
– dat België en Luxemburg een verbod op zeehondenpelzen en
andere afgeleide producten hebben ingesteld;
– dat de Italiaanse regering de invoer van zeehondenbont en andere
zeehondenproducten reeds tijdelijk heeft opgeschort in afwachting van een
definitief verbod;
constaterende, dat Nederland doorvoerland is van producten afkomstig van
exotische dieren, waaronder zeezoogdieren;
constaterende, dat er in Nederland een groot draagvlak is voor het beschermen
van zeezoogdieren (uit onderzoek in opdracht van TNS NIPO uit 2006 blijkt
dat 89% van de Nederlanders negatief staat tegenover de walvisjacht
en dat 87% een verbod op de walvisjacht wil), met als logisch gevolg
het verbieden van de import en handel in zowel levende zeezoogdieren als de
handel in de producten daarvan;
verzoekt de regering:
– onderzoek in te stellen naar de mate waarin ons land als doorvoerland
fungeert van levende zeezoogdieren en/of producten afkomstig van zeezoogdieren;
– te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een
importverbod;
– de Kamer op zo kort mogelijke termijn van haar bevindingen op
de hoogte te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Thieme
Van Velzen
Jacobi
Van Gent