Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30402 nr. 18 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30402 nr. 18 |
Vastgesteld 24 juli 2006
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft op 22 juni 2006 overleg gevoerd met staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over:
– de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 juni 2006 omtrent nadere informatie over de financiële positie van de Publieke Omroep (30 402, nr. 14);
– de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 juni 2006 omtrent staatssteun aan de Publieke Omroep (30 300 VIII, nr. 247).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
De heer Bakker (D66) merkt op dat hij van mening blijft dat bezuinigingen conform het hoofdlijnenakkoord niet de programma’s moeten treffen. De brief van de staatssecretaris hierover vindt hij plausibel. Hij acht het mogelijk de 64 mln. in kwestie te bezuinigen op efficiency en overhead, niet op programma’s. De sterke terugloop in reclame-inkomsten is daarop gevolgd. Mogelijk komt de maatregel uit Brussel hier nog bij. De staatssecretaris wil gelukkig proberen de hiermee gemoeide bedragen wel ter beschikking te houden van de publieke omroep. Hoe denkt zij dat te realiseren? Overweegt zij in beroep te gaan en is dat wel zo wenselijk? Men kan de stelling huldigen dat ook de publieke omroep zich bewuster moet zijn van de scheiding tussen commercie en publieke opdracht.
De discussie over de afschakeling van analoge uitzendingen is nog niet afgerond. Dit zou nog een extra probleem van 11 mln. structureel en 10 mln. incidenteel betekenen.
Het programmeringsmodel, dat de verantwoordelijkheid is van de Raad van Bestuur, moet geld opbrengen via extra reclame-inkomsten, terwijl voor het volgende televisieseizoen het programma-aanbod dreigt te verschralen. Dat moet worden voorkomen.
Als acuut probleem ziet hij de teruglopende reclame-inkomsten en de mogelijke gevolgen daarvan voor de programmering in 2007 en 2008. Middels reserves is dit probleem voor 2006 opgelost. De politieke discussie tendeert naar afschaffing van reclame voor de publieke omroep, met grote financiële gevolgen, terwijl de omroep ondertussen wel moet zoeken naar mogelijkheden voor meer reclame-inkomsten uit meer reclameminuten, sponsoring en productplacement.
Hij vindt dat niet moet worden bezuinigd op programma’s, ook niet door een zomerprogrammering van zeventien weken. Politieke helderheid over oplossing van de problemen kan niet wachten tot het najaar, omdat de programmering voor 2007 nu wordt samengesteld. Hij vraagt de staatssecretaris om voor 2007 en 2008 de mogelijkheden te schetsen om het gat te dichten. De Kamer heeft een verantwoordelijkheid om de kwaliteit en het volume van programma’s bij de publieke omroep te verdedigen en moet bij een onbevredigend antwoord bij de Voorjaarsnota laten zien wat zij wil. Als het gat moet worden gedicht voor de genoemde twee jaar, dan moet dat gebeuren. De afspraak binnen de coalitie dat teruglopende reclame-inkomsten niet worden gecompenseerd wringt met de wens van het voorkomen van een verdere aantasting van de programmering.
Voor mevrouw Örgü (VVD) had dit debat niet gehoeven omdat er geen nieuwe ontwikkelingen zijn. Welke houding heeft de staatssecretaris tegenover de genoemde boete? Mevrouw Örgü heeft meermalen vragen gesteld over oneerlijke concurrentie vanuit de publieke omroep, met als voorbeelden tvgids.nl, exclusieve internet- en sms-diensten, commerciële programmering en de verwerving van dure sportrechten. Het was haar al langer bekend dat dit een probleem zou kunnen vormen omdat met gemeenschapsgeld commerciële omroepen worden beconcurreerd. De boete is dan ook geen nieuws. Aanvankelijk bedroeg deze 189 mln. De staatssecretaris heeft enorm haar best gedaan door het bedrag omlaag te brengen tot 80 mln. Het is logisch dat de publieke omroep deze boete zelf betaalt.
Mevrouw Örgü wil reclamederving niet compenseren. Zij verzoekt de staatssecretaris om de Algemene Rekenkamer onderzoek te laten doen naar mogelijkheden van efficiencywinst bij de publieke omroep. In dit kader wil zij ook informatie over de terugloop van de reclame-inkomsten, over de reserves en over het eigen vermogen van de publieke omroep sinds 2001. Aan de hand van deze gegevens is een nadere discussie mogelijk bij de komende begrotingsbehandeling. Aan de conclusie van het rekenkamerrapport uit 2001 heeft de Kamer zich niet gehouden door toch 60 mln. extra beschikbaar te stellen. Naar haar mening is nog een efficiencyslag te maken, waarbij veel kan worden geschrapt. Dat is cruciaal voor de reorganisatie van 2008. In het kader van het Paasakkoord ziet zij als oplossing afschaffing van een van de drie netten, met dezelfde programmering als nu op twee in plaats van drie algemene netten.
De heer Van Dam (PvdA) staat ook nu nog achter de afschaffing van de omroepbijdrage, maar wel met de belofte van destijds dat de fiscalisering ervan niet leidt tot bezuinigingen. Het kabinet-Balkenende II ging vervolgens bezuinigen, hetgeen te maken had met een oordeel over de publieke programma’s. De fiscalisering was een terechte en logische operatie voor vereenvoudiging van de financiering van de publieke omroep. Waarom moest de omroep niet financieel een stap terug doen in dezelfde orde als de overige publieke sectoren, maar in enkele jaren 20% van het budget inleveren? Na het aftreden van minister de Graaf onderhandelde D66 met de coalitiepartners over de voorwaarden voor voortgezette kabinetsdeelname, waaronder het niet compenseren van de daling van reclameopbrengsten. De coalitie kende op dat moment de omvang van de daling van het budget met 64 mln. en tientallen miljoenen vanwege de daling van de reclame-inkomsten. De staatssecretaris vond en vindt dat prima.
Het resultaat is voor kijkers en luisteraars zichtbaar en hoorbaar in verschralende programmering, met kinder- en kunstprogramma’s als slachtoffer. Programma’s die relatief veel kosten en weinig opleveren, moeten worden opgeofferd. Radio voor een klein publiek verdwijnt, gedurfde klassieke uitzendingen worden schaars, de televisieprogrammering wordt gericht op zo veel mogelijk reclame-inkomsten.
De heer Van Dam vindt dat de publieke omroep voor de uitvoering van zijn kerntaak niet afhankelijk moet zijn van reclame-inkomsten zoals nu wel gebeurt. De staatssecretaris moet de publieke omroep laten weten welk deel van de taken men moet terugschroeven of moet budget toekennen. Na de woorden van vorig jaar van de staatssecretaris dat er viel te praten mits men met een programmatisch antwoord zou komen, ligt dat antwoord er nu met het programmeringsmodel, dat 22 mln. extra zou kunnen opleveren. De staatssecretaris is erbij gebleven dat de daling van reclame-inkomsten niet wordt gecompenseerd.
Hij hoopt dat D66 en CDA zich niet nog langer laten chanteren door de VVD, de enige Kamerfractie die tegen compensatie is van de daling van reclame-inkomsten. Dat vindt hij ordinaire machtspolitiek, die de VVD nu weer laat zien door een oplossing als onacceptabel te bestempelen.
Mevrouw Kraneveldt (LPF) constateert dat de publieke omroep in problemen is door teruglopende kijkcijfers en reclame-inkomsten, tot nul slinkende omroepreserves en de omroepplannen na 2008, die zelfs bij de coalitiepartijen geen draagvlak hebben. Ook nu blijkt dat zij alle drie iets anders willen. Als genadeslag komt daar ook nog de niet onverwachte uitspraak uit Brussel bij. Zij is voor een sterke, goed gefinancierde en efficiënt georganiseerde publieke omroep die kwalitatief hoogwaardige programma’s maakt voor een breed publiek. Als men nu niets doet, is er in 2008 geen behoorlijke publieke omroep meer. Met de beoogde wetgeving zal de aftakeling verder gaan.
Het kabinet en de coalitiepartijen hebben in vorige debatten perspectief geboden op een oplossing, maar die blijft uit. Wanneer komt het kabinet met duidelijkheid, of schuift het die maar door omdat de coalitiepartijen er niet uit komen? Waaraan werkt de staatssecretaris, wat is de deadline en hoe kan de situatie zich ten goede keren?
De neerwaartse bijstelling van de STER-prognoses leidt tot tekorten tot 2009 van 52 mln., 21 mln., 35 mln. en 30 mln. Wat gaat de staatssecretaris doen wanneer de prognoses voor de derde keer worden verlaagd? Komt er dan meer geld of minder omroep, minder netten, minder programma’s of minder kwaliteit? Hoe verklaart de staatssecretaris de daling?
Vanwege de verwachte lagere eigen bijdrage van de omroepen voor 2006 en verder slinkende omroepreserves kondigt de Raad van Bestuur bezuinigingen aan door verlenging van de zomerprogrammering, waardoor nog meer mensen zullen afhaken. Hoe kan de staatssecretaris volhouden dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van de programma’s? Of men houdt zich aan de taakomschrijving voor de publieke omroep, of men geeft die een aangepaste opdracht om met de nog beschikbare middelen te werken.
Mevrouw Vergeer (SP) vraagt zich af wat er te bespreken valt in het licht van de na de zomer te verwachten onderzoeken. In de brief van de staatssecretaris leest zij dat hard wordt gewerkt aan oplossingen en dat de situatie zich ten positieve kan keren. Wat verstaat zij daaronder tegen de achtergrond van 80 mln. aan bezuinigingen en mogelijk 80 mln. aan boetes? De bezuinigingen gaan gedeeltelijk ten koste van de programmering, zoals de staatssecretaris ook erkent in haar brief. Mevrouw Vergeer gaat ervan uit dat de Kamer dit zal repareren. Tot juni 2005 zijn 372 fte’s vervallen. Wat is er met die mensen gebeurd? In 2007 moet de televisie minimaal 70 mln. bezuinigen, waardoor minstens 400 banen op de tocht staan. Kan de staatssecretaris uitleggen wat de publieke omroep precies verkeerd heeft gedaan en wat er marktverstorend is aan te hoge reserves? Wat houdt de aanvankelijke beschuldiging van de commerciële zenders eigenlijk in? Er is alle reden om tegen de uitspraak van de Europese Commissie in beroep te gaan. Deelt zij de mening dat Brussel niets met het Nederlandse omroepbestel te maken heeft? Wat gaat de staatssecretaris doen om boetes in de toekomst te voorkomen? Wat gebeurt er als de omroepverenigingen voor commerciële zenders gaan produceren?
Betekent de zinsnede in de brief dat het bedrag van 9 mln. van de verkoop van sportrechten aan Talpa ten goede komt aan programma’s voor een breed publiek, waaronder sport, dat niet alle geld is besteed aan sport, zoals wel was beloofd?
De heer Atsma (CDA) merkt op dat de publieke omroep naast de efficiencytaakstelling van 64 mln. te maken heeft met afschaffing van de analoge ether ten bedrage van 11 mln. per jaar structureel. Heeft de staatssecretaris stappen ondernomen om dit financiële gat te dichten? De teruglopende reclame-inkomsten worden geprognosticeerd op 30 mln. tot 50 mln. in 2009. Het programmeringsmodel zou tot meerinkomsten van 22 mln. moeten leiden. Hij plaatst daarbij grote vraagtekens. Waarop is die verwachting gebaseerd en hoe is de verdeling per net?
Hij vraagt een reactie van de staatssecretaris op de constatering door de Raad van State dat de teruglopende inkomsten de pluriformiteit van de publieke omroep onder druk zetten. Pluriformiteit is het meest kenmerkende aspect van de publieke omroep en mag niet worden ingeleverd.
De derde geldstroom uit nevenactiviteiten van de omroeporganisaties wordt nu genoemd als middel om bezuinigingen op te vangen, terwijl was afgesproken dat omroepen meer zouden mogen ondernemen in economische zin. Waarop is de voorgelegde prognose gebaseerd? Weet de staatssecretaris wat de omroepen allemaal gaan doen? Als de cijfers niet kloppen, kan er een gat van 35 mln. extra ontstaan.
Tegen de claim van 80 mln. uit Brussel zou de staatssecretaris onmiddellijk in beroep moeten gaan. Zal Europa het toestaan als de publieke omroep deze boete betaalt en die vervolgens terugontvangt?
De heer Slob (ChristenUnie) brengt in herinnering dat zijn fractie de Kamer vergeefs heeft gevraagd teruglopende reclame-inkomsten wel te compenseren. Voor de 11 mln. die samenhangt met afschaffing van de analoge ether moet nog dekking worden gevonden. Daarbij komt dan nu de terugvordering van 80 mln. door Brussel. Hij maakt zich grote zorgen en vraagt zich af wie straks het licht uitdoet bij de publieke omroep. Hij voelt niet voor het VVD-scenario van twee netten. De Kamer kan niet lang wachten met financiële ingrepen. Hij hoopt dat bij de Voorjaarsnota bedragen op tafel komen om de ergste nood te lenigen en dat CDA en D66 de ruimte krijgen om daartoe te besluiten. Hij verwacht niet al te veel van de staatssecretaris. Het zal volgende week van de Kamer moeten komen. Het lijkt hem goed als de staatssecretaris in beroep gaat tegen de boete van 80 mln.
Mevrouw Halsema (GroenLinks) is benieuwd wat CDA en D66 gaan doen, behalve een symbolisch ach en wee laten horen.
De Europese Commissie hanteert een volstrekt andere publieke taakopvatting dan het kabinet. De staatssecretaris bestrijdt niet dat de publieke omroepen bij de opbouw van reserves en bij verenigingsactiviteiten volledig in overeenstemming met de Mediawet hebben gehandeld. Dat betekent dat de besteding van geld binnen het publieke domein valt en daarmee buiten het domein van de Europese Commissie. Als dat waar is, is deze boete een politiek probleem, dat niet de omroepen mag worden aangerekend.
Antwoord van de staatssecretaris
De staatssecretaris bevestigt dat het aanvankelijke Europese boetebedrag is verlaagd. Over de taakopvatting is er geen principieel verschil van opvatting met de Kamer, omdat de regering op grond van het Europees Verdrag de bevoegdheid heeft om de taken van de publieke omroep zelf vast te stellen. De kern van het verschil van mening met de Europese Commissie vormen de hoge reserves, die de Commissie aanmerkt als marktverstoring. De regering heeft in alle correspondentie met de Commissie steeds betoogd dat deze reserves niet per definitie leiden tot marktverstoring, aangezien zij niet worden uitgegeven. De omroepen hebben namelijk minder uitgegeven dan verwacht.
De Commissie concludeert verder dat de overheid gezien de omvang van de reserves kennelijk te veel geld geeft aan de publieke omroep voor de publieke taak, terwijl de regering meent dat de daling van reclame-inkomsten die reserves hard nodig maakt om fluctuaties in de omroepbegroting op te vangen, juist omdat men met een reclamemodel werkt.
Zij wil de zaak nadrukkelijk eerst goed bestuderen, met name de juridische posities en de haalbaarheid van een eventueel beroep, alvorens te besluiten of zij al dan niet in beroep zal gaan tegen de beslissing uit Brussel. Overigens heeft de regering ook bij een beroep dit besluit uit te voeren, aangezien een beroep geen opschortende werking heeft. Het bedrag van 80 mln. heeft het kabinet gereserveerd. Een precedent op dit punt is Denemarken, waar de zaak ook op deze manier is verlopen, zij het in een heel andere situatie. Het kabinet zal ervoor zorgen dat er bij de publieke omroep geen schade zal optreden als gevolg van dit besluit van de Europese Commissie. Het kabinet gaat, binnen de regels van de Commissie, op zoek naar mogelijkheden om de reservering ten behoeve van de begroting voor de publieke omroep in te zetten. Dat zal in de praktijk middels een verrekening worden opgelost, in overleg met Brussel. Zij vraagt de Kamer er vertrouwen in te hebben dat het kabinet dit goed zal oplossen en niet de liquiditeit van de publieke omroep in gevaar zal brengen. Na twee jaar correspondentie met de Europese Commissie is in de nieuwe Mediawet een maximale reserve van 10% voorzien voor de publieke omroep, in lijn met de dienstige maatregelen, naast een scherpere taakomschrijving voor de publieke omroep. Daarmee is aan de twee belangrijkste bezwaren van de Europese Commissie op het punt van de staatssteun tegemoetgekomen. Uit de ambtelijke contacten met de Europese Commissie heeft zij signalen dat deze geen problemen heeft met de nieuwe taakomschrijving en met het licentiehouderschap, mits dat juridisch, bestuurlijk en economisch strikt gescheiden is van commerciële taken. Het kabinet heeft de situatie bij de BBC als uitgangspunt genomen, die ook commerciële activiteiten ontplooit. Het is in afwachting van een officiële reactie na de zomer, die de Kamer kan betrekken bij de verdere behandeling.
Het uitgangspunt van het kabinet blijft dat derving van reclame-inkomsten niet wordt gecompenseerd. Omdat de staatssecretaris niet zeker is van de omvang van de bedragen, doet zij de Kamer de suggestie om te wachten op de definitieve cijfers voor het volgend jaar. Haar conclusie in de brief houdt zij staande dat de ombuiging van 64 mln. niet ten koste van de kwaliteit van de programmering gaat. Zij heeft altijd gezegd dat het financiële probleem in 2006 met reserves kan worden opgevangen en dat men de omvang van het probleem in 2007 moet bezien om op basis daarvan verder te spreken. Binnen de coalitie zijn er afspraken gemaakt. Mochten de coalitiepartijen van mening zijn dat er toch geld bij moet, dan zal zij dat accepteren.
Zij is zich ervan bewust dat de budgettering van de programmering ten minste een halfjaar voor het nieuwe uitzendseizoen rond moet zijn, maar dat is niets nieuws. Zij ontkent niet dat het nu lastiger wordt voor de publieke omroep om zeker te zijn van budgettaire prognoses. Het probleem is niet dat de reclameblokken niet gevuld zijn, maar dat er minder mensen naar publieke programma’s kijken, terwijl de kijkcijfers bij commerciële omroepen stijgen. Zij staat achter het uitgangspunt van de publieke omroep om geen programmaonderbrekende reclame toe te laten. Het kabinet heeft geen bezwaar tegen reclame als zodanig bij de publieke omroep, vanwege de inkomsten maar ook vanwege extra concurrentieproblemen voor de publieke omroep wanneer door afschaffing van de reclame 200 mln. zou vrijkomen op de reclamemarkt, waardoor bovendien 7% extra zendtijd zou moeten worden gevuld met dienovereenkomstige extra kosten. De Europese Commissie zou geen bezwaar hebben tegen compensatie van dalende reclame-inkomsten met publiek geld door de Kamer wanneer de omroepen dat besteden aan programma’s, maar heeft wel bezwaar tegen de hoge reserves in de periode 1994–2005. Het kabinet ziet die reserves juist als een buffer voor slechtere tijden en verschilt hierover dus van mening met de Europese Commissie. Dit staat los van de huidige inkomstenderving. Over de fiscalisering heeft de Rekenkamer in 2001 advies uitgebracht, waarna de Kamer heeft besloten dat het volledige bedrag bestemd blijft voor de publieke omroep. De staatssecretaris heeft sterke aarzelingen bij de meerwaarde van een nieuw onderzoek door de Rekenkamer, die al jaarlijks de rechtmatigheid controleert van de uitgaven van de publieke omroep, nadat het Commissariaat voor de Media dat eerst heeft gedaan. De Rekenkamer is niet toegerust voor doelmatigheidsonderzoeken. De doelmatigheid is overigens reeds door McKinsey onderzocht in 2002. Op dat onderzoek zijn de huidige bezuinigingen gebaseerd. Op korte termijn teruggaan naar twee netten is niet mogelijk omdat de wet dat niet toelaat. Het aantal uren aan erkenningen dat is toegezegd is dusdanig hoog dat daarvoor drie netten nodig zijn.
De budgetten zijn volkomen gelijk gebleven in de afgelopen jaren. De verschraling die hij waarneemt, heeft dus niets met budgettaire consequenties te maken, maar met keuzes binnen de publieke omroep.
Mevrouw Kraneveldt antwoordt zij dat de begrotingen altijd zeer sober worden vastgesteld, ook die van de omroepverenigingen. De terugloop bij de programmagidsen komt ook voort uit een conservatieve raming. Er kunnen nog meevallers optreden.
De sportrechten van 35 mln. zijn voor dit doel besteed, maar in 2005 is die besteding niet nodig gebleken en zijn deze middelen naar de gaten in de programmering gegaan doordat Studio Sport korter werd.
De vragen over de analoge ether zullen schriftelijk worden beantwoord. De uitspraak van de Raad van State kan worden besproken in het debat over de nieuwe Mediawet. Zij neemt er nota van dat de Kamer in meerderheid voorstander is van een beroep tegen de uitspraak van de Europese Commissie.
De heer Bakker (D66) vond en vindt dit overleg nodig om meer duidelijkheid te verkrijgen over de mening van de staatssecretaris over de financiële knelpunten in 2007 en 2008, waarvan hij vindt dat die moeten worden opgelost. De Kamer zal de week na dit algemeen overleg moeten proberen die oplossing vorm te geven. De dreigende aantasting van programma’s mag geen realiteit worden.
Mevrouw Örgü (VVD) wil graag inzicht in de teruglopende reclame-inkomsten.
De heer Van Dam (PvdA) meent dat er een patstelling is nu de VVD extra geld onacceptabel vindt, D66 het voortduren van de huidige situatie onacceptabel vindt en de staatssecretaris zegt dat zij de wens van extra geld alleen zal honoreren wanneer de coalitiepartijen het met elkaar eens zijn. Zij stelt zich dus afhankelijk op van de coalitie, net als juni over de toekomst van de publieke omroep. Kan de staatssecretaris zelf ook eens uitspreken dat zij het voortduren van deze situatie onacceptabel vindt?
Mevrouw Kraneveldt (LPF) vindt dat dit debat niets heeft opgeleverd en wacht maar weer af wat er zal gebeuren.
Mevrouw Vergeer (SP) gaat ervan uit dat de Kamer bij de Voorjaarsnota of bij een VAO geld beschikbaar zal stellen voor de publieke omroep. Anders is deze vergadering voor niets geweest.
De heer Atsma (CDA) herinnert aan zijn vraag om in te gaan op de 11 mln. structurele bezuinigingen die het probleem alleen maar groter zou maken, naast de 10 mln. incidentele bezuinigingen. Hij vraagt verder om in te gaan op de laatste zin van de brief, die in een vreemd daglicht komt te staan als de tegenvallers onverhoopt groter worden dan nu voorzien.
De heer Slob (ChristenUnie) heeft een oplossing van de staatssecretaris gemist, maar begrijpt dat de Kamer daaraan volgende week iets zal doen. Hij zou zijn oude moties opnieuw kunnen indienen, maar hij heeft geen zin om zijn eigen nederlaag te organiseren zonder steun van de coalitiepartijen. Het regelen van deze zaak bij de Voorjaarsnota lijkt hem het beste, omdat er dan ook financiële duidelijkheid is.
De staatssecretaris antwoordt dat zij de omvang van de reclame-inkomsten niet kan vaststellen doordat de prognoses er nog niet zijn. Dat heeft niets te maken met de Rekenkamer of met de efficiencymogelijkheden binnen de publieke omroep. Zij herhaalt dat de doelmatigheid reeds door McKinsey is onderzocht en dat de huidige bezuinigingen daarop gebaseerd zijn. Zij is dus geen voorstander van een nieuw onderzoek door de Rekenkamer.
Over de door de heer Atsma genoemde mogelijke extra bezuiniging van 11 mln. merkt zij op dat zij het kabinet heeft voorgesteld om zonder programmatische consequenties een bezuiniging uit 2004 op te lossen. Als de Kamer kiest voor een andere oplossing, zal die wel programmatische consequenties hebben.
De slotzin van haar brief heeft betrekking op de situatie dat door het ontbreken van een opschortende werking en de verplichting om de uitspraak van de Europese Commissie op korte termijn uit te voeren het opeens weghalen van 80 mln. niet mogelijk is, omdat dat ten koste zou gaan van de liquiditeit van de publieke omroep. In de genoemde zin klinkt ook door dat zij de financiële situatie van de publieke omroep goed kent en dat die zijn taken bij een boete van 80 mln. niet meer naar behoren kan uitvoeren. Dit staat los van de reclamederving, die nog definitief moet worden vastgesteld. Deze 80 mln. zal zij teruggeven aan de publieke omroep via een begrotingstechnische oplossing, binnen de kaders van de Europese regels. Dit is niet een incidentele maar een definitieve oplossing.
Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Van Bommel (SP), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (ChristenUnie), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Aptroot (VVD), voorzitter, Smeets (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Leerdam (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA), Visser (VVD), Azough (GroenLinks), Roefs (PvdA) en Jungbluth (GroenLinks).
Plv. leden: Ferrier (CDA), Bakker (D66), Bussemaker (PvdA), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Van Aartsen (VVD), Verbeet (PvdA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), Herben (LPF), Meijer (PvdA), Nijs (VVD), Halsema (GroenLinks), Kalsbeek (PvdA) en Vendrik (GroenLinks).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30402-18.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.