nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de termijn
tussen de stemming voor de Tweede Kamerverkiezing en de eerste samenkomst
van de nieuwe Tweede Kamer te verkorten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel C 1, tweede lid, komt te luiden:
2. Zij treden tegelijk af op de zaterdag op een door de Voorzitter
van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip in de periode van 5 tot en met 11 maart
of, in een schrikkeljaar, op de zaterdag op een door de Voorzitter van de
Tweede Kamer te bepalen tijdstip in de periode van 4 tot en met 10 maart.
B
Artikel C2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt ««donderdag»»
steeds vervangen door: zaterdag.
2. In het tweede lid wordt ««19 tot en met 25 mei»»
vervangen door: 14 mei tot en met 20 mei.
C
Artikel C3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt ««donderdag»»
steeds vervangen door: zaterdag.
2. In het eerste lid wordt ««19 tot en met 25 mei»»
vervangen door: 14 mei tot en met 20 mei.
D
Artikel F 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ««de dinsdag in de periode
van 18 tot en met 24 januari»» vervangen door: de maandag
in de periode van 17 tot en met 23 januari.
2. In het tweede lid wordt ««de dinsdag in de periode
van 29 maart tot en met 4 april»» vervangen door: de
maandag in de periode van 28 maart tot en met 3 april.
3. In het derde lid wordt ««dinsdag, woensdag, donderdag
of maandag»» vervangen door: maandag, dinsdag, woensdag of donderdag.
E
Artikel P 20 komt te luiden:
Artikel P 20
1. Het centraal stembureau houdt een openbare zitting tot vaststelling
van de uitslag.
2. Bij de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer vindt de zitting
plaats op de derde dag na de stemming om zestien uur.
3. Bij de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad
maakt de voorzitter van het centraal stembureau dag en uur van de openbare
zitting tijdig bekend. De wijze van bekendmaking wordt geregeld bij algemene
maatregel van bestuur.
4. Indien het in verband met bijzondere omstandigheden niet mogelijk
is om tijdens de zitting, bedoeld in het tweede lid, de uitslag van de verkiezing
vast te stellen, maakt de voorzitter bekend op welke dag en welk tijdstip
de uitslag vastgesteld zal worden.
5. De aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren inbrengen.
6. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens
de zitting.
F
Artikel U 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden na de tweede volzin twee volzinnen toegevoegd,
die luiden:
Dag en uur van de zitting worden door de voorzitter tijdig bekendgemaakt.
De wijze van bekendmaking wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.
2. In het eerste lid wordt ««tweede tot en met vierde
lid»» vervangen door: vijfde en zesde lid.
G
De tweede volzin van artikel V 1, eerste lid, komt te luiden:
Ten aanzien van de verkiezing van de Tweede Kamer respectievelijk de Eerste
Kamer der Staten-Generaal vindt de uitreiking aan de benoemde onverwijld na
de openbaarmaking van de uitslag plaats door tussenkomst van de voorzitter
van de Tweede Kamer respectievelijk de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
H
Na artikel Y 23a wordt een nieuw artikel Y 23b ingevoegd, luidende:
Artikel Y 23 b
In afwijking van artikel P 20, tweede lid, maakt de voorzitter van het
centraal stembureau dag en uur van de openbare zitting tijdig bekend. De wijze
van bekendmaking wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,