30 391 XI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2005 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE blz.

1. Leeswijzer3
2. Het beleid3
2.1. Overzicht belangrijkste 2e suppletore uitgavenmutaties 2005 (Najaarsnota)3
Artikelsgewijze toelichting4
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)4
2.2. De beleidsartikelen4
Artikel 1. Strategische beleidsontwikkeling en monitoring4
Artikel 2. Betaalbaarheid van het wonen6
Artikel 3. Duurzame woningen en gebouwen8
Artikel 4. Fysieke Stedelijke Vernieuwing10
Artikel 5. Sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving12
Artikel 6. Versterken ruimtelijke kwaliteit stedelijke gebieden13
Artikel 7. Verbeteren integrale milieukwaliteit op lokaal niveau14
Artikel 8. Versterken ruimtelijke kwaliteit landelijke gebieden17
Artikel 9. Versterken ruimtelijke kwaliteit in Europees verband18
Artikel 10. Verbeteren nationale milieukwaliteit19
Artikel 11. Tegengaan klimaatverandering en emissies20
Artikel 12. Beheersen milieurisico’s van stoffen, afval en straling25
Artikel 13. Handhaving27
Artikel 14. Huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en Ministerie van Algemene Zaken28
2.3. De niet-beleidsartikelen29
Artikel 15. Algemeen29
Artikel 16. Nominaal en onvoorzien30
Wetsartikel 2 Begroting Baten- en lastendienst (Rijksgebouwendienst)31

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2005 wijzigingen aan te brengen in:

a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI).

b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De 2e suppletore begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begroting. De 2e suppletore begroting, gekoppeld aan de Najaarsnota van de Minister van Financiën, is het laatste moment waarop de financiële kaders van de in uitvoering zijnde begroting kunnen worden gemuteerd. Van mutaties wordt geen meerjarige doorwerking opgenomen omdat de 2e suppletore begroting uitsluitend betrekking heeft op het lopende begrotingsjaar.

De opbouw van de 2e suppletore begroting is als volgt:

• Een begrotingsstaat, waarin de mutaties voor uitgaven, verplichtingen en ontvangsten zijn opgenomen;

• Een Memorie van toelichting die de volgende onderdelen bevat:

– Een overzichtstabel aan het begin waarin de belangrijkste beleidsmutaties worden gepresenteerd;

– Per beleidsartikel een tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

– De stand van de 2e suppletore begroting wordt in de tabel Budgettaire gevolgen van beleid opgebouwd door middel van mutaties op de stand van de 1e suppletore begroting 2005. Hierbij wordt aangetekend dat er 2e suppletore mutaties zijn die al in de VROM Ontwerpbegroting 2006 worden vermeld. Dit worden de zogenaamde «Ontwerpbegrotingmutaties» genoemd;

– De belangrijke beleidsmatige mutaties worden toegelicht. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (bijvoorbeeld een bezuiniging, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur). Niet-beleidsmatige mutaties zijn meer technisch van aard en worden alleen bij grote omvang toegelicht. De toelichtingen van de Ontwerpbegrotingmutaties staan in de verdiepingsbijlage van de Ontwerpbegroting 2006;

– Indien meerdere vermeldenswaardige mutaties op één instrument hebben plaatsgevonden, wordt een mutatietabel opgenomen waarin mutaties afzonderlijk worden gepresenteerd;

– Daarnaast worden ook de uitgaven aan incidentele subsidies vermeld om een wettelijke grondslag te creëren. Deze uitgaven komen niet direct terug in begrotingsmutaties omdat het hier uitgaven in de realisatiesfeer betreft welke niet het begrotingsniveau hoeven te overtreffen.

2. Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste 2e suppletore uitgavenmutaties 2005 (Najaarsnota)

(bedragen in € 1000)

 UitgavenArtnr.
Stand ontwerpbegroting 20053 126 679 
   
Stand na 1e suppletore begroting 20053 229 055 
   
Belangrijkste suppletore mutaties:  
1. Huursubsidie71 6002
2. Bijdrages Fonds Economische Structuurversterking (BSIK/BIRK)45 7576
3. Vertraging diverse investeringsprojecten bij de Rgd– 15 09114
4. Overige mutaties215 557 
   
Stand na 2e suppletore begroting 20053 546 878 

Toelichting:

1. Huursubsidie

De huursubsidie-uitgaven nemen in 2005 toe met € 71,6 mln. Dit wordt veroorzaakt door een toename van het aantal huishoudens dat gebruik maakt van huursubsidie (namelijk 14 000 meer dan was geraamd). Ook kregen deze huishoudens gemiddeld meer huursubsidie dan was geraamd omdat hun inkomen lager was dan verwacht.

2. Bijdrages Fonds Economische Structuurversterking (BSIK/BIRK)

Het betreft hier de uitfinanciering, afkomstig uit het FES, van reeds eerder aangegane verplichtingen voor het project Hart voor Dieren, de BIRK-projecten Arnhem Rijnboog en Enschede Muziekkwartier en het BSIK-project Habiforum. Daarnaast worden ten behoeve van de BIRK-projecten Zaanstad Inverdan, Hoekse Waard Vlietproject en de Spoorzone Delft bedragen aan de VROM-begroting toegevoegd.

3. Vertraging diverse investeringsprojecten

Bij de Rijksgebouwendienst doen zich vertragingen voor bij diverse investeringen. De grootste vertraging is waarneembaar bij de beveiliging van de Tweede Kamer. Door de verhoogde terreurdreiging sinds zomer 2004 voldoet het oorspronkelijke programma van eisen voor de beveiliging van de Tweede Kamer niet meer. De vertraging wordt vooral veroorzaakt doordat het advies voor de aanvullende beveiliging van de Tweede Kamer onvoldoende was uitgewerkt om een programma van eisen te formuleren. Een aanvullend advies is inmiddels ontvangen en wordt uitgewerkt.

Artikelsgewijze toelichting

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

2.2. De beleidsartikelen

Artikel 1. Strategische beleidsontwikkeling en monitoring

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:79 21683 1101 20184 311
Uitgaven:77 78985 6131 35486 967
Programma:58 36562 4475 95968 406
 Strategische beleidsontwikkeling:1 1561 1563 0504 206
  Beleidsnota’s en wetten ruimte2502501 0501 300
  Nationaal initiatief voor duurzame ontwikkeling9069062 0002 906
  Aanpassen plannen lagere overheden0000
     
 Monitoring en kaderstelling:56 54560 6272 93163 558
  Kennisontwikkeling en onderzoek wonen10 57510 655– 3 7966 859
  Kennisontwikkeling en onderzoek ruimte9339330933
  Bijdrage Planburo RO2 4982 498– 1 1971 301
  Bijdrage RIVM42 53946 5417 92454 465
     
 Overig programma:664664– 22642
  Subsidies vakorganisaties459459– 22437
  Communicatie-instrumenten2052050205
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:19 42423 166– 4 60518 561
 Apparaat:    
  VROM-raad2 2012 20142 205
  Forum/RMNO/WAR1 9751 9752632 238
  Ruimtelijk Planbureau3 9833 9831 6305 613
  Kenniscentrum Aanbesteden Bouw2 4002 400– 2 30892
  Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA)03 7251 6685 393
  Apparaat DGW4 2284 245– 2 5931 652
  Apparaat DGR2 9962 996– 1 6281 368
  Apparaat DGM1 6411 641– 1 6410
Ontvangsten:002 1502 150

Toelichting:

Instrument: Nationaal initiatief voor duurzame ontwikkeling

Uit het Fonds Economische Structuurversterking wordt € 2 mln kas overgeheveld voor het lopende project Kennisnetwerk Systeeminnovaties.

Instrument: Kennisontwikkeling en onderzoek wonen

Het budget wordt verlaagd als gevolg van een efficiencywinst welke is gerealiseerd door de integratie van Woning BehoefteOnderzoek (WBO) en onderzoek naar Kwalitatieve WoningRegistratie (KWR) naar Woononderzoek Nederland (WoON). Daarnaast heeft een andere fasering van deelprojecten plaatsgevonden.

Instrument: Bijdrage RIVM

Vanuit artikel 13 wordt € 2,1 mln overgeboekt t.b.v. de doelgroepmonitoring door het RIVM. Doelgroepmonitoring betreft het monitoren van naleefgedrag van branches, van beleid, wet- en regelgeving. Tevens wordt vanuit verschillende andere instrumenten kas toegevoegd die behoort bij de aanvullende opdracht die eind 2004 aan het RIVM is verstrekt (specifieke onderzoekswensen, aanvullend op de algemene bijdrage).

Instrument: Kenniscentrum Aanbesteden Bouw

Kenniscentrum Aanbesteding Bouw wordt bij het Ministerie van Economische Zaken gepositioneerd en daarom worden de begrotingsgelden inzake dit onderwerp overgeheveld. Een klein budget resteert nog op dit instrument om aan de lopende verplichtingen van 2005 te kunnen voldoen.

Incidentele subsidies artikel 1 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

Voor de ontwikkeling van een opleidingsprogramma voor Zuid-Afrikaans kader bij huisvestingsorganisaties, zoals woningcorporaties, is aan het Institute for Housing and Urban Development Studies een bijdrage van € 29 989 verleend.

Aan de Social Housing Foundation is een bijdrage van € 10 000 verleend in de kosten van een bezoek van leden van de Zuid-Afrikaanse parlementaire huisvestingscommissie aan Nederland. Dit bezoek had tot doel inzicht te verkrijgen in de verantwoordelijkheden van verschillende overheden bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid voor de sociale huisvestingssector.

In het kader van het Memorandum of Understanding 2004–2009 met Zuid Afrika is aan AEDES een programmabijdrage voor 2005 verstrekt van € 130 000 ten behoeve van technische assistentie, advisering en training voor de opzet van een sociale woningbouwsector in Zuid Afrika.

Eveneens in het kader van het Memorandum of Understanding met Zuid Afrika is aan VNG-International een bijdrage voor 2005 verstrekt van € 104 576 voor technische assistentie, advisering en training bij het ontwikkelen van de huisvestingsaspecten in gemeentelijke ontwikkelingsplannen.

De International Urban Development Association (INTA) ontvangt een bijdrage van € 23 000 in de organisatiekosten van conferenties op het gebied van stedelijke ontwikkeling en vernieuwing.

Artikel 2. Betaalbaarheid van het wonen

Bedragen in (€ 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:1 685 9442 602 636190 0352 792 671
Uitgaven:1 685 3101 731 202118 4021 849 604
Programma:1 634 6361 680 528107 3851 787 913
 Betaalbare woonkeuze huren:1 607 8181 649 810107 6811 757 491
  Huursubsidie1 561 3581 603 658102 4001 706 058
  Bijdrage huurlasten40 10338 2034 80043 003
  Kostenvergoeding verhuurders0000
  Bijdragen nieuwbouw huurwoningen6 3576 35706 357
  Eénmalige bijdrage Huurbeleid01 5924812 073
  Afkoop DKP-subsidies beleggers en particulieren000 
  Afkoop subsidies NWI’s0000
  Compensatie huurders Enschede0000
     
 Betaalbare woonkeuze kopen:23 22127 121027 121
  Bevordering eigen woningbezit1 4121 41201 412
  Bijdragen woningen marktsector en premiekoop21 80025 700025 700
  Gewenningssubsidieregeling eigen woningbezit9909
     
 Versterking positie burger bij huur en koop:1 5081 50801 508
  Subsidie woonconsumentenorganisaties1 5081 50801 508
     
 Overig programma:2 0892 089– 2961 793
  Afkoop subsidies woonwagens0000
  Woonwagens0000
  Kennisoverdracht, experimenten e.a. 4545170215
  Onderzoek DGW737737161898
  Communicatie-instrumenten500500128628
  Nader aan te wijzen807807– 75552
Apparaat:50 67450 67411 01761 691
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten327327– 3270
  Apparaat DGW12 65012 6505 65518 305
  Uitvoering huursubsidie36 48536 4856 60143 086
  Uitvoering eigen woning-regelingen1 2121 212– 912300
Ontvangsten:91 640101 340– 30 00071 340

Toelichting:

Instrument: Huursubsidie

Meerdere factoren leiden tot een toename in de huursubsidie uitgaven. Een volume-effect is te vinden in een toename van het aantal huishoudens met huursubsidie met 14 000 tot 1 033 000 voor het subsidiejaar 2004–2005. Een prijseffect in dit subsidiejaar is gelegen in een stijging van het aantal huishoudens met een laag inkomen en daarbij minimale eigen bijdrage met 37 000 tot 703 000 in combinatie met een daling van het aantal bovenminimale huishoudens met huursubsidie met 23 000 tot 330 000. De huurontwikkeling bij deze laatste groep is evenwel te hoog geraamd hetgeen dempend werkt op de stijging van de gemiddelde bijdrage.

Het bovenstaande heeft tot gevolg dat € 71,6 mln aan de begroting in 2005 moet worden toegevoegd.

De geschetste ontwikkelingen zullen naar verwachting een structureel effect hebben op de huursubsidie-uitgaven voor de subsidiejaren na 2004–2005. De mogelijke gevolgen zullen bij de opstelling van de nieuwe ramingen voor 2006 en later kenbaar worden. Deze kunnen dan in de 1e suppletore 2006 of de begroting 2007 verwerkt worden.

Daarnaast heeft op dit instrument nog een mutatie plaatsgevonden van € 30,8 mln inzake de Kan-bepaling, welke reeds in de Ontwerpbegroting 2006 is toegelicht.

Instrument: bijdrage huurlasten

Het aantal huishoudens dat recht heeft op een bijdrage op grond van de vangnetregeling is in de tijdvakken 2003–2004 en 2004–2005 hoger dan geraamd. Ook de gemiddelde bijdrage is licht gestegen.

Instrument: Uitvoering huursubsidie

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Ontwerpbegroting 2006 mutaties:1 511– 289
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Van Belasting Dienst: uitvoeringskosten huursubsidie 20055 8005 800
2. Van instrument 04.99.81 ivm uitvoeringskosten Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen1 3001 300
3. Naar Belastingdienst uitvoeringskosten Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen– 1 300– 1 300
Overige mutaties– 4211 090
Totaal6 8906 601

Ad 1, 2 en 3.

Van de Belastingdienst wordt € 5,8 mln naar de VROM-begroting overgeboekt voor de uitvoeringskosten van de huursubsidie in 2005. De mutatie hangt samen met de detachering van VROM-medewerkers naar de Belastingdienst/Dienst Toeslagen ter voorbereiding op de uitvoering van de huurtoeslag met ingang van 2006.

Hiertegenover staat een overboeking naar de Belastingdienst van € 1,3 mln in verband met uitvoeringskosten ter voorbereiding op de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen. Voor deze overboeking is ruimte gevonden binnen de apparaatsbudgetten van DGW.

Incidentele subsidies artikel 2 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

Aan de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW) is een bijdrage verleend van € 15 000 voor het samenstellen van een handleiding voor de rijksregelgeving m.b.t. woningcorporaties. Deze handleiding moet deze regelgeving beter toegankelijk maken voor interne toezichthouders bij woningcorporaties.

Verder is aan de VTW een bijdrage van € 100 000 verstrekt voor hun activiteiten gericht op de verdere professionalisering van interne toezichthouders bij woningcorporaties.

Het controle- en M&O-beleid rond de huursubsidie vertoont tekortkomingen, onder meer als gevolg van de gebrekkige kwaliteit van de GBA-administraties, die worden gehanteerd ten behoeve van de controle op de bewoningssituatie. In het kader van de uitvoering van het Verbeterplan Uitvoering huursubsidie, is besloten om af te zien van het alsnog behandelen van aanvragen die in 2004 en in het eerste kwartaal van 2005 zijn «doorgedrukt». Hiermee is sprake van afwijking van de regelgeving. De overwegingen hierbij een rol spelen, zijn verwoord in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 11 oktober 2005 (17 050/30 100 XI, nr. 311). In die brief is ook uiteengezet dat en waarom aanvragen uit de periode tot 1 oktober 2005 waarbij sprake was van een huurverhoging van meer dan 7%, evenmin herbehandeld zullen worden.

Ontvangstenmutaties artikel 2

Instrument: Restituties subjectsubsidies

Op dit instrument is een ontvangstenvertraging opgetreden van € 30 mln. In samenhang met het wegwerken van achterstanden bij het instellen van vorderingen vindt de inning van vorderingen later plaats dan geraamd.

Artikel 3. Duurzame woningen en gebouwen

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:51 84344 025– 16 82527 200
Uitgaven:201 838212 9233 347216 270
Programma:198 604209 6893 707213 396
 Garanderen minimale kwaliteit van woningen en gebouwen:0000
  Toegankelijkheid Rijkshuisvesting0000
     
 Verbeteren kwaliteit woningen en gebouwen en stimuleren innovatie:42 76653 180– 1 06752 113
  Duurzaam bouwen0000
  Regeling sanering loden leidingen1 0821 728– 2171 511
  Energiebesparing Rijkshuisvesting1 5431 543– 4061 137
  Duurzaam bouwen Rijkshuisvesting002727
  Regeling Energiebesparing huishoudens met lagere inkomens2 4352 43502 435
  Programma energiebudgetten16 43716 437– 2 87613 561
  Energiepremieregeling (EPR)20 00029 7682 40532 173
  Innovatief bouwen1 2691 26901 269
     
 Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw:1 7052 376– 2442 132
  Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw1 7052 376– 2442 132
 Overig programma:154 133154 1335 018159 151
  Budget BWS 19950000
  Budget BWS 1992–1994149 093149 0932 000151 093
  Volkshuisvestingsinstellingen, experimenten en kennisoverdracht1 8361 8364 0175 853
  Onderzoek RGD295295340635
  Onderzoek DGW2 6592 659– 1 3391 320
  Communicatie-instrumenten2502500250
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:3 2343 234– 3602 874
 Apparaat: 0  
  Juridische instrumenten325325– 3250
  Apparaat DGW2 9092 909– 352 874
Ontvangsten:001 3001 300

Toelichting:

Instrument: Programma energiebudgetten

Het Kabinet heeft besloten de EU richtlijn energieprestaties van gebouwen niet op korte termijn in Nederland in te voeren. Hierdoor vindt een temporisering van deelprojecten plaats.

Instrument: Energiepremieregeling (EPR)

Een extra ontvangst (€ 1,3 mln) als gevolg van een verleende bijdrage voor landelijke communicatie en ondersteuning wordt ingezet om ingezet om een incidentele overschrijding van de EPR regeling 2003 te dekken.

Instrument: Budget BWS 1992–1994

Uitputtingscijfers nopen tot een verhoging van de beschikbare middelen met € 2 mln.

Incidentele subsidies artikel 3 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

Aan de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) is een bijdrage van € 4 836 verleend voor het project Functioneel onderhoud module CE-markering. Het doel ervan is om de kennis van SBK over toepassing van normen en goedkeuringen in te zetten bij het actualiseren van de CE-module op de internetsite van VROM.

Aan de SKW Certificatie B.V. is een aanvullende bijdrage van € 7 068 verstrekt voor de praktijkproef beoordelingsrichtlijn voor gecertificeerde bouwplantoetsing.

Aan Nederlandse Isolatie-industrie en aan Nieuwsbureau Energeia zijn bijdragen van € 4 760 verleend voor het «Spiegelonderzoek EPC binnenklimaat». Het doel van dit onderzoek is nagaan of (verder) onderzoek naar de relatie tussen energiegebruik van gebouwen en gezondheid van de bewoners opportuun is.

Fase 1 van dit onderzoek heeft specifiek tot doel om aan de hand van inventarisatie-onderzoek naar eerder uitgevoerd (Europese) onderzoeken naar de relatie tussen energiegebruik van gebouwen en de gezondheid van de bewoners na te gaan wat thans al bekend is en op basis hiervan te bezien of verder onderzoek gewenst is.

In het kader van vervolgfinanciering van de Energy Performance of Building Directives (EPBD) ontving NEN voor 2005 een programmabijdrage van € 209 440 ten behoeve van het ontwikkelen van CEN-normen in het kader van EPBD.

De Stichting Puur Wonen ontving een bijdrage van € 25 000 voor het organiseren van de Puur Wonen Estafette 2005 in Flevoland. Deze estafette is bedoeld om goed bouwen en prettig wonen door middel van woningbezoeken en dergelijke onder de aandacht te brengen van burgers en andere betrokkenen.

Milieu Centraal ontving een bijdrage van € 44 425 voor de «Help desk energieprestatie-certificaat burgers». Deze helpdesk beoogt informatie te verschaffen aan burgers over de consequenties die de implementatie van de EPBD (Energy Performance of Building Directives) voor hen zal hebben.

Het VAC-punt wonen kreeg een bijdrage van € 25 672 voor de «Evaluatie van het gebruik en inhoud van de woonkwaliteitswijzer». Deze evaluatie moet onder meer concrete suggesties opleveren voor de verbetering van de woonkwaliteitswijzer op basis van de ervaringen van gebruikers.

Milieu Centraal ontving een bijdrage van € 39 852 voor het project «Inzet gemeenten richting bewoners». Dit project betreft een verkenning naar de mogelijkheden om een kennisbank te ontwikkelen voor o.a. gemeenten en woningcorporaties voor ervaringen met duurzaam bouwen op gemeentelijk niveau.

In het kader van de «Redactieservice Duurzaam bouwen 2005» is aan Milieu Centraal een projectbijdrage van € 32 640 verstrekt voor het geven van informatie aan intermediaire organisaties zodat die organisaties een eenduidiger DUBO-boodschap uitdragen.

Het project «Verbouwwijzers 2006» beoogt handleidingen te ontwikkelen voor specifieke verbouwingen in en om de eigen woning die bewoners zelf kunnen uitvoeren. Aan Milieu Centraal is voor dit project een bijdrage van € 69 968 toegekend.

Het project «Verkenning huurwijzers» sluit aan op «Verbouwwijzers 2006» en beoogt voor huurders in kaart te brengen welke verbeteringen ter verhoging van het wooncomfort zij zelf kunnen aanbrengen in hun huurwoning. Milieu Centraal ontving voor dit project een bijdrage van € 17 612.

Artikel 4. Fysieke Stedelijke Vernieuwing

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:1 236 8981 606 580– 65 6091 540 971
Uitgaven:400 742381 560127 857509 417
Programma:394 835375 653127 194502 847
 Herstructurering en nieuwbouw:392 385373 203127 205500 408
  Budget BLS136 74768 0884 20072 288
  Planologische en woningbouwknelpunten VINEX1 8001 80001 800
  Stimulering herstructurering woningvoorraad0000
  Stedelijke vernieuwing Lelystad3 1763 17603 176
  Grondzakeninstrumentarium0000
  Investeringen stedelijke vernieuwing217 407271 384124 205395 589
  Innovatiebudget stedelijke vernieuwing33 25528 755– 1 20027 555
     
 Overig programma:2 4502 450– 112 439
  Volkshuisvestingsinstellingen, experimenten en kennisoverdracht3363361 3571 693
  Onderzoek DGW1 9891 989– 1 368621
  Communicatie-instrumenten1251250125
  Nader aan te wijzen0000
Apparaatsuitgaven:5 9075 9076636 570
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten217217– 2170
  Apparaat DGW5 6905 6908806 570
Ontvangsten:2 6712 6712 0314 702

Toelichting:

Instrument: Investeringen stedelijke vernieuwing

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Ontwerpbegroting 2006 mutaties:0118 500
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Aanpassing budget Impulsregeling 2005–2008– 75 0006 750
2. Vertragingen projecten maatwerkafspraken – 1 045
Totaal– 75 000124 205

Ad 1 en 2

De definitieve verdeling van het Impulsbudget van in totaal € 110 mln over de G4, G27 en de niet-rechtstreekse gemeenten is in overleg met de partners tot stand gekomen. Hierbij is tevens het tempo vastgesteld waarin de plannen worden beoordeeld en wordt beschikt. Hieruit volgt een gewijzigd kasritme. De additionele middelen benodigd in het jaar 2005 komen ten laste van de uitgavenramingen 2007–2009.

Instrument: Innovatiebudget stedelijke vernieuwing

Met name een gehonoreerd uitstelverzoek van een groot project in Leiden zorgt voor een verlaging in de uitgavenraming 2005 van € 1,2 mln.

Ontvangstenmutaties artikel 4

Ontvangsteninstrument: Overige restituties

Een subsidie van € 2,031 mln voor de gemeente Vlaardingen voor het realiseren van de Europaboulevard is teruggevorderd.

Artikel 5. Sociale kwaliteit van het wonen en de woonomgeving

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:1 2431 2439782 221
Uitgaven:26 31826 31862026 938
Programma:25 83625 836– 16125 675
 Bevorderen vernieuwing beleid voor wonen en zorg:25 07525 075– 33824 737
  Huisvesting gehandicapten17 78517 785– 33817 447
  Woonzorgstimuleringsregeling7 2907 29007 290
     
 Bevorderen sociale kwaliteit in de woonomgeving:0000
  Sociale vernieuwing 000
     
 Overig programma:761761177938
  Kennisoverdracht, experimenten e.a. 4545241286
  Onderzoek DGW340340– 64276
  Communicatie-instrumenten3763760376
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:4824827811 263
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten217217– 2170
  Apparaat DGW2652659981 263
Ontvangsten:0000

Toelichting:

Incidentele subsidies artikel 5 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

Aan Laagland Advies is een bijdrage van € 19 000 toegezegd voor het project «Doorzonscan». Het doel van dit project is het ontwikkelen van een instrument om gemakkelijk de geschiktheid van woningen voor ouderen te meten.

In het kader van de «Operatie Jong» is een bijdrage van € 143 823 verleend aan de Stichting «Jantje Beton» voor het project Child friendly cities. De bijdrage is verleend voor een aantal onderdelen van het plan van aanpak «Jeugd en fysieke ruimte» van «Operatie Jong». Doel van de activiteiten is te zorgen voor voldoende speelruimte voor kinderen. Deze betreffen onder meer een handboek en het houden van een prijsvraag voor kindvriendelijke initiatieven.

Artikel 6. Versterken ruimtelijke kwaliteit stedelijke gebieden

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:32 02932 029102 472134 501
Uitgaven:32 30536 23863 16999 407
Programma:27 84831 78159 69791 478
 Verbeteren stedelijke inrichting:6 75010 68358 46769 150
  Investeringsbijdrage overkapping A200  
  Investeringsbijdrage Nieuwe Sleutelprojecten90090017 00017 900
  Investeringsbijdragen Vijfde Nota uit het FES4004 33345 75750 090
  Stimuleringsregeling intensief ruimtegebruik1801800180
  Stimuleren opzet digitale bestemmingsplannen0000
  Investeringsbijdrage uitvoering verstedelijking5 2705 270– 4 290980
     
 Cultuurhistorische identiteit:15 56015 560– 1 23714 323
  Belvedere2 5602 560– 2 49565
  Beheer rijksmonumenten13 00013 0001 25814 258
     
 Architectonische kwaliteit:4 4334 4332 2146 647
  Architectuurbeleid4 4334 4332 2146 647
     
 Overig programma:1 1051 1052531 358
  Overig stedelijk5555055
  Onderzoek RGD295295253548
  Onderzoek DGR5755750575
  Communicatie-instrumenten180180 180
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:4 4574 4573 4727 929
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten260260– 2600
  Apparaat DGR4 1974 1973 7327 929
Ontvangsten:9 35713 29053 75767 047

Toelichting:

Instrument: Investeringsbijdrage Nieuwe Sleutelprojecten

Voor de uitvoering van het Nieuwe Sleutelproject Den Haag, waarvan de verplichting reeds in 2003 is aangegaan, is € 17 mln uit het FES aan de Gemeente Den Haag ter beschikking gesteld.

Instrument: Investeringsbijdragen Vijfde Nota uit het FES

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Hart voor Dieren 3 150
2. Arnhem Rijnboog 11 600
3. Enschede Muziekkwartier 11 200
4. BSIK-project Habiforum 3 007
5. Zaandstad Inverdan14 40011 200
6. Spoorzone Delft75 000 
7. Hoekse Waard Vlietproject2 9701 200
Overige mutaties23 9004 400
Totaal116 27045 757

Ad. 1 tm 4

Het betreft hier de uitfinanciering, afkomstig uit het FES, van reeds eerder aangegane verplichtingen voor het project Hart voor Dieren, de BIRK-projecten Arnhem Rijnboog en Enschede Muziekkwartier en het BSIK-project Habiforum.

Ad. 5 tm 7

Ten behoeve van de BIRK-projecten Zaanstad Inverdan, Hoekse Waard Vlietproject en de Spoorzone Delft worden overeenkomstige bedragen uit het FES aan de VROM-begroting toegevoegd. Met deze mutaties kunnen de verplichtingen worden aangegaan en zullen voor de projecten in Zaanstad en in de Hoekse Waard ook de genoemde kasbedragen in 2005 ter beschikking worden gesteld.

Artikel 7. Verbeteren integrale milieukwaliteit op lokaal niveau

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:908 158764 47851 352815 830
Uitgaven:194 658197 33937 339234 678
Programma:185 395187 93637 932225 868
 Lokale milieukwaliteit:4 8975 562– 1375 425
  Subsidies gebiedsgericht milieubeleid03010301
  Overige instrumenten lokale milieukwaliteit4 8975 261– 1375 124
     
 Uitvoering bodemsanering:128 751123 73337 679161 412
  Subsidies uitvoering bodemsanering128 595115 75136 471152 222
  Bodemsanering VINEX04690469
  Overige instrumenten uitvoering bodemsanering1567 5131 2088 721
     
 Geluidreductie:30 97630 8695 45636 325
  Subsidies geluidreductie railverkeer0000
  Subsidies geluidreductie wegverkeer0000
  Overige instrumenten geluidreductie5 3485 241– 1 8883 353
  Subsidies geluidreductie25 62825 6287 34432 972
     
 Waarborgen externe veiligheid:19 50628 160– 5 57922 581
  Instrumenten waarborgen externe veiligheid19 50628 160– 5 57922 581
     
 Overig programma:1 265– 388513125
  Overige instrumenten DGM823000
  Onderzoek DGM317– 5135130
  Communicatie-instrumenten1251250125
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:9 2639 403– 5938 810
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten841841– 8410
  Apparaat DGM7 4227 5622487 810
  Adviesraad Gevaarlijke Stoffen1 0001 00001 000
Ontvangsten:046933 04233 511

Toelichting:

Instrument: Subsidies uitvoering bodemsanering

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Ontwerpbegroting 2006 mutaties:– 1 293– 1 293
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Van BZK/Provinciefonds tbv apparaatskosten bodemsanering5 2135 213
2. Naar sanering asbestwegen– 1 160– 1 160
3. Afrekenen oude Wet Bodembescherming (WBB) systematiek30 00030 000
Overige mutaties22 8693 711
Totaal55 62936 471

Ad 1.

VROM stelt rechtstreeks aan het bevoegd gezag een budget beschikbaar t.b.v. taken op het gebied van bodemsanering, voortvloeiend uit VROM-regelgeving. In 2005 is het aantal gemeenten dat bevoegd gezag werd, iets toegenomen. Taken die voorheen de provincie verrichte zijn door deze gemeenten overgenomen. Derhalve wordt budget van het Provinciefonds aan de VROM-begroting toegevoegd en daarna toegekend aan de betreffende gemeenten

Ad 2.

Bij de 1e suppletore begroting 2005 is budget aan de VROM-begroting toegevoegd als compensatie voor de afschaffing van de vrijstelling van de heffing op basis van de Wet Belasting op Milieugrondslag op niet-reinigbare grond. Een gedeelte is daarbij op artikel 7 beland (t.b.v. het budget voor bodemsanering) en een gedeelte op artikel 12 (voor sanering van asbestwegen). Die verdeling wordt nu aangepast zodat de compensatie in overeenstemming is met het nadeel dat de subsidieontvangers ondervinden door de afschaffing van de vrijstelling

Ad 3.

In het verleden kregen provincies en gemeenten jaarlijkse projectsubsidies voor bodemsanering. In de loop van het jaar werden voorschotten verstrekt. In de gevallen waarin de voorschotten in een jaar meer bedroegen dan een gemeente of provincie uiteindelijk aan projecten realiseerde, vordert VROM het teveel betaalde terug. Deze € 30 mln is een deel van de terugvordering over 2001 en wordt benut voor gemeenten of provincies die te weinig aan voorschotten hebben ontvangen. Derhalve vindt aan de uitgavenzijde en aan de ontvangstenzijde een mutatie van € 30 mln plaats. Deze systematiek is vanaf 2002 losgelaten door over te gaan op meerjarenprogramma’s waarin gemeenten en provincies meer flexibiliteit hebben wat betreft verdeling van middelen over projecten en tempo van uitvoering.

Instrument: Overige instrumenten geluidsreductie

Dit betreft de bijdrage van VROM aan de gezamenlijke evaluatie van het Schiphol beleid waarvan V&W trekker is.

Instrument: Subsidies geluidsreductie

Bij geluidssanering ontstaat dit jaar een tekort van € 5 mln dat wordt gecompenseerd door een onderuitputting bij sanering van asbestwegen op artikel 12.

Instrument: Instrumenten waarborgen externe veiligheid

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Ontwerpbegroting 2006 mutaties:– 85– 85
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Van Aanvullende Post van laatste tranche van 25 mln5 0002 762
2. Naar V&W/Rijkswaterstaat; uitvoering externe veiligheid– 1 779– 1 779
3. Naar instrument 1.02.08 RIVM: compensatie voor betaling 2004– 1 000– 1 000
4. Naar instrument 10.79.55: compensatie t.b.v. schadevergoeding IAV– 3 000– 3 000
Overige mutaties– 4 144– 2 477
Totaal– 5 008– 5 579

Ad 1.

Op de Aanvullende Post voor externe veiligheid is een bedrag van € 5 mln beschikbaar voor eerstelijns handhavingstaken van het rijk. Dit geld wordt aan de VROM-begroting toegevoegd en vervolgens uitgekeerd aan de betreffende partijen.

Ad 2.

Van het geld dat voor eerstelijns handhavingstaken aan de VROM-begroting wordt toegevoegd, wordt € 1,779 mln overgeboekt naar Rijkswaterstaat, ten behoeve van het door haar uitgevoerde toezicht.

Ad 3.

Ten behoeve van de aanvullende opdracht aan het RIVM die eind 2004 is verstrekt, wordt kasgeld naar artikel 1 overgeboekt.

Ad 4.

N.a.v. de Interimwet ammoniak en veehouderij zijn enkele schadeclaims ingediend en gehonoreerd. Voor de betaling wordt ten dele dekking gevonden binnen het budget van externe veiligheid.

Incidentele subsidies artikel 7 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

VROM is medeondertekenaar van het beleidsconvenant ROM-Rijnmond. Het convenant heeft een looptijd tot en met 2010. Uit dien hoofde draagt het ministerie jaarlijks bij in de apparaatskosten van het stafbureau ROM-Rijnmond. De bijdrage wordt verleend op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht artikel artikel 4:23, lid 3 onderdeel c. Het toegezegde bedrag voor 2005 is € 69 930.

Aan de Stichting Bodemsanering MKB i.o. is een incidentele subsidie verleend ten behoeve van Fase A Bodemcentrum. De wettelijke grondslag voor het verlenen van de bijdrage ad € 2 mln is gelegen in artikel 4:23, lid 3 onderdeel d van de algemene wet bestuursrecht, met toepassing van het Besluit Milieusubsidies. Fase A geeft uitvoering aan de intentieverklaring Uitvoeringsorganisatie Bodemsanering, welke is ondertekend door Koninklijke vereniging MKB Nederland, BOVAG, NETEX, Metaalunie, FMV-CWM, VNO-NCW en de Rabobank. De Rabobank treedt op als projectleider. Het project zal leiden tot de oprichting en exploitatie van een uitvoeringsorganisatie ten behoeve van de uitvoering van bodemsanering van bedrijfsterreinen in het MKB. In de uitvoeringsorganisatie zullen VROM en de Rabobank niet vertegenwoordigd zijn.

De gemeente Haarlem heeft een bijdrage van € 136 650 gevraagd voor het project Lokale Ambities Bodem. Het resultaat hiervan is het opstellen voor de lokale overheden van een handreiking voor het formuleren van integraal bodembeleid, dat gebaseerd is op een samenhangende en duurzame ontwikkeling van de bodem.

Aan de Stichting Kennisontwikkeling en Kennisoverdracht Bodem (SKB) wordt voor haar activiteiten in de periode 2005 t/m 2009 € 10 mln subsidie verstrekt. Deze activiteiten betreffen het bevorderen van de toepassing van experimentele technieken, competentieversterking bij ontwikkelingsprojecten, strategisch wetenschappelijk onderzoek, kennisoverdracht, participatie bij Europese ontwikkelingen op het gebied van kennisinfrastructuur en de ontwikkeling van technologieën en technieken van bodemsanering.

Aan TNO is een bijdrage verstrekt van € 25 000 ten behoeve van de organisatie van de 9e Internationale TNO/FZK Conferentie Consoil, dat van 3 t/m 7 oktober 2005 in Bordeaux is gehouden. Doel van de conferentie is om relevante internationale kennis bij elkaar te brengen op het gebied van bodembescherming, -sanering en -beheer.

Aan de gemeente Zwolle is een bijdrage verstrekt van € 30 000 ten behoeve van de organisatie van het Symposium Grondwater, dat op 11 oktober 2005 aldaar is gehouden. Doel van het symposium is het realiseren van een duurzame benadering van het stedelijk grondwater in Nederland in het algemeen en in Zwolle in het bijzonder.

VROM is medeondertekenaar van het uitvoeringscontract Hollandse IJssel. Het uitvoeringscontract heeft een looptijd tot en met 2010. Uit dien hoofde draagt het ministerie jaarlijks bij in de apparaatskosten van het projectteam Hollandse IJssel. De bijdrage wordt verleend op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht art 4:23,3c. In 2005 is de toezegging vastgelegd voor de resterende looptijd van het uitvoeringscontract. Het toegezegde bedrag voor de periode 2005–2010 is in totaal € 182 400.

Op grond van een vaststellingsovereenkomst, gesloten in 2003 tussen het Rijk, de Provincie Gelderland, de gemeente Duiven, de gemeente Westervoort, Putman Holding B.V., Putman Afvalverwerking en dhr. Putman worden de in 2003 aan het Rijk tijdelijk toevertrouwde gelden ad € 1,8 mln thans overgedragen en betaald aan de Landsadvocaat. Deze gelden zijn bestemd voor de bodemsanering van de (voormalige) stortplaats aan de IJsseldijk te Westervoort. Melding in de 2e suppletore begroting is noodzakelijk gebleken omdat deze aan VROM toevertrouwde gelden in 2003 niet buiten begrotingsverband waren geboekt zoals de Compabiliteitswet voorschrijft maar juist binnen begrotingsverband opgenomen.

Artikel 8. Versterken ruimtelijke kwaliteit landelijke gebieden

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:8 7968 7962 66411 460
Uitgaven:10 27310 2732 66412 937
Programma:8 9298 9292 10911 038
 Bescherming en ontwikkeling landelijk gebied:8 9298 9292 10911 038
  Aankoop bufferzones6 4546 45406 454
  Ontwikkeling Waddengebied0000
  Overige instrumenten landelijk gebied654654– 70584
  Ontwikkelingsbijdrage landelijk gebied1 3631 36301 363
  Beleidslijn Ruimte voor de rivier68682 1792 247
  Investeringsbijdragen Vijfde Nota uit FES0000
  Onderzoek DGR1601600160
  Communicatie-instrumenten2302300230
     
 Overig programma:0000
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:1 3441 3445551 899
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten129129– 1290
  Apparaat DGR1 2151 2156841 899
Ontvangsten:0000

Artikel 9. Versterken ruimtelijke kwaliteit in Europees verband

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:7 9007 900– 6 2411 659
Uitgaven:7 7237 723– 3 0914 632
Programma:6 9276 927– 3 5653 362
 Internationale afstemming ruimtelijke inrichting:6 4536 453– 3 5652 888
  Noordzeegebied (Interreg)0000
  Noordwest metropolitan (Interreg)0000
  Hoogwaterprogramma Rijn/Maas (IRMA)0000
  Interreg III6 3646 364– 3 5652 799
  Ontwikkeling Waddengebied8989089
     
 Concurrerende ruimtelijke inrichting mainports:2592590259
  Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)0000
  Ontwikkeling nationale luchthaven (ONL)2592590259
     
 Overig programma:2152150215
  Overige instrumenten DGR2002000200
  Onderzoek DGR0000
  Communicatie-instrumenten1515015
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:7967964741 270
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten4444– 440
  Apparaat DGR7527525181 270
Ontvangsten:0000

Toelichting:

Instrument: Interreg III

Van het beschikbare budget voor projecten in het kader van Interreg III zal een bedrag van € 2,2 mln niet tot uitgaven leiden.

Artikel 10. Verbeteren nationale milieukwaliteit

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:24 08224 681– 2 26522 416
Uitgaven:16 17813 353– 1 85611 497
Programma:10 3807 489– 1 1366 353
 Duurzaam bodembeheer:6728720872
  Subsidies duurzaam bodembeheer02000200
  Overige instrumenten duurzaam bodembeheer6726720672
     
 Optimale waterketen:0000
  Instrumenten optimale waterketen0000
     
 Subsidies duurzaam landelijk gebied:0000
  Subsidies duurzaam landelijk gebied0 00
     
 Duurzame landbouw:0000
  Aanvullend stikstofbeleid 000
     
 Vitaal platteland:5 2092 209– 2 2009
  Instrumenten vitaal platteland5 2092 209– 2 2009
     
 Overig programma:4 4994 4081 0645 472
  Overige instrumenten DGM2 5512 1481 0733 221
  Onderzoek DGM1 8482 160– 92 151
  Communicatie-instrumenten1001000100
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:5 7985 864– 7205 144
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten706706– 7060
  Apparaat DGM5 0925 158– 145 144
Ontvangsten:0000

Toelichting:

Instrument: Instrumenten vitaal platteland

Dit betreft de overheveling middelen naar LNV t.b.v. de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid (SGB). Deze middelen worden door LNV gebundeld met middelen van o.a. LNV zelf en vervolgens aan provincies toegezegd, onder andere t.b.v. milieumaatregelen in het landelijke gebied. Voor 2005/2006 is een laatste uitvoeringscontract met provincies overeengekomen. Vanaf 2007 zal SGB meelopen in het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG).

Instrument: Overige instrumenten DGM

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Ontwerpbegroting 2006 mutaties:560560
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. van instrument 07.20.11; compensatie t.b.v. schadevergoeding IAV3 0003 000
2. Naar LNV; bijdrage aan onderzoek mestvrije zones (Alterra)– 1 617– 1 617
Overige mutaties– 1 042– 870
Totaal9011 073

Ad 1.

N.a.v. de Interimwet ammoniak en veehouderij zijn enkele schadeclaims ingediend en gehonoreerd. Voor de betaling wordt ten dele dekking gevonden binnen het budget van externe veiligheid.

Ad 2.

Mutatie betreft overboeking van VROM naar LNV in verband met 50/50 financiering in het project «mestvrije zones». Dit project maakt deel uit van één van de forse inspanningen die Nederland op zich heeft genomen in het kader van de onderhandelingen met de Europese Commissie over de derogatie nitraatrichtlijn.

Artikel 11. Tegengaan klimaatverandering en emissies

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:73 95099 99215 162115 154
Uitgaven:106 580117 36525 323142 688
Programma:94 046103 94724 807128 754
 Internationale samenwerking milieu:5 9096 036– 2705 766
  Subsidies internationale samenwerking milieu4 8483 480– 4403 040
  Overige instrumenten internationale samenwerking milieu1 0612 5561702 726
     
 Verminderen uitstoot broeikasgassen:39 08542 444– 1 85340 591
  Clean Development Mechanism19 50025 019025 019
  Subsidies vermindering uitstoot broeikasgassen8 3508 35008 350
  Overige instrumenten verminderen uitstoot broeikasgassen11 2359 075– 1 8537 222
     
 Vermindering uitstoot verkeer en binnenvaart:4 4234 4729505 422
  Subsidies uitstoot verkeer en binnenvaart2 4502 450– 3002 150
  Overige instrumenten uitstoot verkeer en binnenvaart1 9732 0221 2503 272
     
 Fiscale instrumenten en draagvlak voor milieubeleid:26 18335 4762 03737 513
  Subsidies milieuverantwoorde technologie4 0809 20409 204
  Schadevergoedingen001 2001 200
  Overige instrumenten duurzame samenleving5 8908 6451 1919 836
  Subsidies maatschappelijke milieuactiviteiten16 21317 627– 35417 273
     
 Verminderen algemene uitstoot industrie:7 3335 631– 1 4134 218
  Operationalisering emissiehandel2 3952 105– 1 246859
  Subsidies verminderen algemene uitstoot industrie00153153
  Overige instrumenten verminderen algemene uitstoot industrie4 9383 526– 3203 206
     
 Duurzaam produceren en consumeren:2 6823 695783 773
  Subsidies duurzaam produceren en consumeren2 0203 1011503 251
  Overige instrumenten duurzaam produceren en consumeren662594– 72522
     
 Overig programma:8 4316 19325 27831 471
  Overige instrumenten DGM45756915 74716 316
  Onderzoek DGM7 9745 6249 53115 155
  Communicatie-instrumenten0000
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:12 53413 41851613 934
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten420420– 4200
  Apparaat DGM12 11412 99893613 934
Ontvangsten:1 2006 3248 00014 324

Toelichting:

Instrument: overige instrumenten verminderen uitstoot broeikasgassen

In 2005 blijft kasgeld over dat wordt ingezet voor kastekorten bij overige instrumenten uitstoot verkeer en binnenvaart, alsmede bij onderzoek. Er is uitsluitend sprake van het oplossen van een slechte aansluiting tussen beschikbare kasbudgetten en het gewenste kasritmes, niet van beleidsmatige herschikkingen.

Instrument: Schadevergoedingen

Aan dit instrument wordt € 1,2 mln toegevoegd. Het budget voor dit instrument wordt niet structureel geraamd, maar in geval van te betalen schadevergoedingen ad hoc vrijgemaakt (in dit geval uit Overige instrumenten DGM).

Instrument: Overige instrumenten duurzame samenleving

Voor het project VROM-vergunning (het onder één stelsel brengen van alle VROM-vergunningen) wordt € 1,5 mln beschikbaar gesteld.

Instrument: Operationalisering emissiehandel

Van het instrument Operationalisering emissiehandel wordt € 1,7 mln kasgeld overgeheveld naar artikel 1, waar de uitgaven voor de NEa verantwoord worden.

Instrument: Onderzoek DGM

Uit het Fonds Economische Structuurversterking wordt € 8 mln kas overgeheveld voor het lopende project Klimaat voor Ruimte.

Incidentele subsidies artikel 11 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

VROM heeft voor € 11 900 de gemeente Breda ondersteund voor het uitvoeren van een netwerkspel in het kader van het project Vrom Vergunning.

In het netwerkspel wordt verkend welke veranderingen in de samenwerking tussen mensen gewenst zijn om van de huidige organisatie/werkprocessen naar de toekomstige organisatie/werkprocessen te kunnen komen.

€ 700 000 subsidie is toegekend aan de stichting Natuur en Milieu voor de uitvoering van het programma «Economy Light.» In dit programma wordt in de jaren tot en met 2009 getracht meer duurzame renovatieprojecten te realiseren. Ook wordt getracht duurzame renovatie te verbreden via product- en procesinnovatie.

Aan the Secretariat of the United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) te Bonn is een subsidie verstrekt voor aanvullende activiteiten, die niet bestreden kunnen worden uit het algemene budget van de NRPCCC. Het betreft o.a. activiteiten op het gebied van registersystemen die noodzakelijk zijn voor het tot stand brengen van het Kyoto-handelssysteem, de CDM Executive Board en het opzetten van de compilation and accounting database. De subsidie voor het jaar 2005 bedraagt € 200 000.

Aan de UNEP te Nairobi is een subsidie verstrekt van USD 58 785 als contributie van Nederland ten behoeve van het Trustfund for the Montreal Protocol on Substances that deplete the ozone layer. Dit trustfund voorziet in de ondersteuning van het UNEP-secretariaat bij haar werkzaamheden in het kader van (de uitvoering van) bovengenoemd Montreal Protocol. Aan de UNEP te Nairobi is een subsidie verstrekt van USD 18 049 als contributie van Nederland ten behoeve van het Trustfund for the Vienna Convention for the Protection of the Ozone Layer. Dit trustfund voorziet in de ondersteuning van het UNEP-secretariaat bij haar werkzaamheden in het kader van (de uitvoering van) bovengenoemd Verdrag van Wenen.

Aan het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) te Petten is een subsidie verstrekt van € 2,555 mln. Deze subsidie is bestemd voor de continuering van het milieuonderzoek van ECN dat voorheen werd gefinancierd door het ministerie van EZ. Conform afspraken tussen EZ en VROM subsidieert VROM vanaf 2004 100% van het ECN milieuonderzoek. Dit onderzoek richt zich met name op klimaatverandering, verzuring, luchtkwaliteit (fijn stof) en risicobeoordeling van uitloging van stoffen uit afval in de bodem. Via de VROM-subsidie wordt gewaarborgd dat bij ECN de specifieke kennisinfrastructuur op deze terreinen behouden blijft.

Aan UN/ECE te Genève is een subsidie verstrekt van USD 86 700 als contributie van Nederland ten behoeve van het Trust Fund for the Cooperative Programme for Monitoring and Evaluation of the Long-range Transmission of Air Pollutants in Europe (EMEP). Deze contributie vloeit voort uit de verplichtingen op grond van het CLRTAP-verdrag.

Aan de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) te Parijs is een subsidie van € 10 000 verstrekt als bijdrage in de kosten van het OECD-onderzoek inzake duurzaam inkopen bij overheidsinstanties («Public Procurement and the Environment»). Aan de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) en het International Energy Agency (IEA), die gezamenlijk het secretariaat voeren van de Annex I Expert Groep (AIXG) van de UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) is, evenals in voorgaande jaren, een subsidie verstrekt als vrijwillige bijdrage in de kosten van de werkzaamheden van de AIXG. De subsidie voor het jaar 2005 bedraagt € 40 000.

Aan de Stichting Fonds Instituut Clingendael te Den Haag is voor de periode 2005 tot en met 2008 een subsidie van 4 x € 40 000 verstrekt als bijdrage in de kosten van de publieke taken van het CIEP, het Clingendael International Energy Programme. Het gaat hierbij om het verrichten van onderzoek, het geven van persvoorlichting en het verzorgen van opleidingen in het kader van de maatschappelijke discussie over de internationale, politieke en economische ontwikkelingen in de energiesector. Naast VROM nemen ook de ministeries van EZ en BZ (OS), alsmede een brede groep bedrijven deel aan de financiering van het CIEP.

Aan de Nederlandse ambassade in Tokio is een subsidie verstrekt van € 10 000 als bijdrage in de organisatiekosten van het Climate Change Seminar op 6/7 oktober in Tokio. Dit seminar is bedoeld als dialoogplatform in de aanloop naar CoP/MoP/1 en om de banden tussen Nederland en Japan op milieugebied aan te halen.

Aan de Nederlandse ambassade in Ottawa is een subsidie verstrekt van € 20 000 als bijdrage in de organisatiekosten van de Dutch Canadian Conference on Climate Change (DC4) op 6/7 oktober in Ottawa. Deze conferentie is bedoeld als dialoogplatform in de aanloop naar CoP/MoP/1 en om de banden tussen Nederland en Canada op milieugebied aan te halen. Naast VROM leveren ook Buitenlandse Zaken en Economische Zaken elk een bijdrage van € 20 000 aan DC4.

Aan de Stichting Milieukeur (SMK) is een subsidie verstrekt van € 46 494 ter ondersteuning van de Flower campaign Europees Ecolabel. SMK concentreert zich in dit kader (ten aanzien van de ca. 40 productgroepen waarvoor EU-Ecolabel in Europa op de markt is) op het verbreden van het aanbod vanuit de toeristische, smeermiddelen- en textielbranche.

Aan het Center for Clean Air Policy (CCAP) te Washington is een subsidie verstrekt van € 45 000 ten behoeve van activiteiten in het kader van de zgn. Future Climate Actions Dialogue. Dit betreft informele bijeenkomsten, waar door zowel industrielanden als ontwikkelingslanden wordt gediscussieerd over toekomstige internationale acties met betrekking tot klimaatverandering.

Aan de heer Labohm te Leimuiden is een bedrag van € 7 000 in de vorm van een incidenteel subsidie verstrekt in verband met de productie en presentatie van het rapport «Klimaatverandering op een waterplaneet: het CO2-vraagstuk kritisch bekeken».

Aan de UNEP is een subsidie toegekend van US$ 138 595 voor het «Trustfund in support of a professional officer on secondment in UNEP». Deze subsidie is bedoeld voor de detachering van een VROM medewerkster die zich richt op het versterken van de integratie van duurzaam milieubeleid in activiteiten gericht op het bereiken van de Millennium Development Goals (MDG).

Tevens is een subsidie toegekend van US$ 40 309 voor de «Sponsorship for Provision of a Junior Programme Officer». Deze subsidie is bedoeld voor de detachering van een VROM medewerkster die zich bezighoudt met:

Het Sustainable Cities Programme (in het kader van samenwerking UNEP-UN Habitat);

Verdere ontwikkeling van de samenwerking UNEP en UN-Habitat;

De voorbereiding van Habitat evenementen.

Voorts is een subsidie toegekend van US$ 100 000 voor het project «Environment and Security». Het doel van deze subsidie is de uitvoering van het NMP4 te bevorderen waarin verantwoord management van natuurlijke grond- en hulpstoffen een belangrijk aandachtspunt is.

Aan het Programma Uitzending Managers (PUM) is een subsidie toegekend van € 200 000 voor 60 milieumissies. Het doel van deze subsidie is het bijdragen aan het oplossen van problemen van een veelvoud aan milieuontwerpen in ontwikkelingslanden.

Aan het International Energy Agency (IEA) is een subsidie toegekend van € 32 000 voor het project «Impact of climate change policy uncertainty on energy sector investments». Het doel van het project is inzicht te krijgen in hoe onzekerheden in het klimaatveranderingsbeleid de investeringsbeslissingen in de energiesector beïnvloeden en om daarnaast de potentiële gevolgen voor de technologiekeuze, electriciteits- en koolstofprijzen, broeikasgasemissies en de voorzieningszekerheid van energie te onderzoeken.

Aan het Environmental Health Fund is een subsidie toegekend van € 100 000 voor het «International POPs Elimination Project». Het doel van deze subsidie is het bevorderen van NGO-input in 40 ontwikkelingslanden en landen in transitie bij de implementatie van het Verdrag van Stockholm inzake persistant organic pollutants (POP’s).

Aan Conference on Health and Biodiversity (COHAB 2005) is een subsidie toegekend van € 7 500 voor de «International Conference on Health and Biodiversity». Het doel van deze conferentie is het benadrukken van het belang van biodiversiteit in het kader van het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en de MDG-doelen.

Aan de OECD zijn de volgende subsidies toegekend:

– € 10 000 voor de workshop «Multilateral Environmental Agreement and Private Investment». Het doel van deze workshop is het centraal stellen van de implementatie van de milieuverdragen en de functie die private investeringen daarbij kunnen vervullen.

– € 49 000 voor het project «Performance Rating of Public Environmental Expenditure Programs», € 16 000 voor het project «Analysis of Fiscal De-centralisation and Intergovernmental Transfers in Selected EECCA countries», € 60 000 voor het project «Building Foundations for a Compliance Assurance System in Georgia», € 25 000 voor het project «Case Study on Integrated Permitting in Georgia» en € 50 000 voor de «7th Annual Meeting of EECCA Regulatory Environmental Programme Implementation Network» (REPIN). Het doel van deze vijf subsidies is het doen uitgaan van extra financiële bijdragen aan diverse organisaties die activiteiten verrichten in het kader van het «Environment for Europe Process».

Aan het Milieufonds Nederlandse Antillen is een subsidie toegekend van € 70 000. Het doel van deze subsidie is de ondersteuning van kleine milieuprojecten die een concrete bijdrage leveren aan een beter milieu in de Nederlandse Antillen.

Aan het Centrum Uitvoering Research (CUR) is een subsidie toegekend van € 24 229 voor de uitvoering van het secretariaat t.b.v. de Stuurgroep VROM-RWS MoU Indonesië. Het doel van deze subsidie is de administratieve ondersteuning van de Stuurgroep.

Aan het Renewable Energy & Energy Efficiency Partnership (REEEP) is een subsidie toegekend van € 150 000 voor het project «Information Clearinghouse». Het doel van deze subsidie is het bevorderen van hernieuwbare energie en energy efficiency maatregelen wereldwijd via goed beleid en het ontwikkelen van nieuwe financieringsinstrumenten.

Aan de UN/ECE is een subsidie toegekend van US$ 20 000 voor de «Aarhus Convention Workprogramme 2005». Het doel van de subsidie is financiële ondersteuning voor het werkprogramma van het verdrag van Aarhus, betreffende toegang tot informatie, publieke participatie en toegang tot de rechter in milieu-aangelegenheden.

Tevens is een subsidie toegekend van € 50 000 voor het programma «Transport, Health and Environment Pan-European Programme» (The PEP), € 40 000 voor de «Convention on Long-range Transboundary Air Pollution» en € 25 000 voor het Trustfund «Environmental Performance Reviews». Het doel van deze drie subsidies is het doen uitgaan van extra financiële bijdragen aan diverse organisaties die activiteiten verrichten in het kader van het «Environment for Europe Process».

Aan het Regional Environmental Center (REC) in Hongarije is een subsidie toegekend van € 52 480 voor de workshop «Capacity Building in Early Transition Countries to comply with the Climate Convention and Kyoto Protocol». Het doel van de subsidie is het doen uitgaan van extra financiële bijdragen aan diverse organisaties die activiteiten verrichten in het kader van het «Environment for Europe Process». Tevens is een subsidie toegekend van € 44 975 voor het project«Follow-up support for AIMS (Acceptance and Implementation of Multilateral Environmental Agreements in South Eastern Europe) Network of Senior Officials and Legal Experts» en van € 45 000 voor het project «Improving Industrial and Hazardous Waste Management in the West Balkans» (IMIHWAM). Het doel is een bijdrage te leveren aan het verbeteren van het milieu en capaciteitsopbouw in deze regio. Voorts is een subsidie toegekend van € 37 000 voor het project «Greening EU Funds». Het project beoogt vertegenwoordigers van met name de nieuwe EU-lidstaten op de hoogte te brengen van milieuprojecten, c.q. milieuaspecten in economische projecten, onder de Structuur/Cohesiefondsen van de afgelopen jaren.

Aan het Russian Regional Environmental Centre (RREC) is een subsidie toegekend van € 57 830 voor het project «Strengthening Implementation of Local Environment Action Planning in Russia and Promoting Adequate Capacity Building of the REC Network for Rendering Effective Support for the Implementation of EECCA Environment Strategy». Het doel van de subsidie is het doen uitgaan van extra financiële bijdragen aan diverse organisaties die activiteiten verrichten in het kader van het «Environment for Europe Process».

Aan het Regional Environmental Center Caucasus (RREC) in Georgië is een subsidie toegekend van € 12 500 voor het project «Introducing Strategic Environmental Assessment (SEA) in the South Caucasus – Learning Lessons and Transferring Experiences». Het doel van het project is om verschillen tussen landen te overwinnen en op milieugebied samen te werken. Tevens is een subsidie toegekend van € 30 000 voor het project «Local Environmental Actions Plans: replicating LEAPs experience to Three New Communities in the South Caucasus». Het doel van deze subsidie is het doen uitgaan van extra financiële bijdragen aan diverse organisaties die activiteiten verrichten in het kader van het «Environment for Europe Process».

Aan Ameco is een subsidie toegekend van € 24 995 voor het projet «Improvement of material-technical basis of Environmental Inspectorate of Ministry of Environmental Protection and Natural Resources of Georgia». Het doel van de subsidie is financiële ondersteuning aan het Ministerie van Milieu in Georgië voor het aanschaffen van computers, meubilair, telefoons, uniformen voor inspecteurs etc.

Artikel 12. Beheersen milieurisico’s van stoffen, afval en straling

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:65 35657 430– 1 14756 283
Uitgaven:46 30345 952– 5 97539 977
Programma:40 32839 641– 4 90334 738
 Beheersen milieurisico’s van stoffen:12 49813 231– 9 4263 805
  Subsidies stoffenbeleid10 00011 260– 10 536724
  Overige instrumenten stoffenbeleid2 4981 9711 1103 081
 Beheersen milieurisico’s van afvalstoffen:21 07821 7521 23222 984
  Subsidies afvalstoffenbeleid9 0516 9263 10210 028
  Overige instrumenten afvalstoffenbeleid12 02714 826– 1 87012 956
     
 Beheersen milieurisico’s van straling:3 1253 225783 303
  Subsidies stralingsbeleid2 4002 400– 2 4000
  Overige instrumenten stralingsbeleid7258252 4783 303
     
 Beheersen milieurisico’s van GGO’s:1 8553607611 121
  Overige instrumenten GGO-beleid1 8553607611 121
     
 Overig programma:1 7721 0732 4523 525
  Overige instrumenten DGM0000
  Onderzoek DGM1 1224232 2522 675
  Communicatie-instrumenten650650200850
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:5 9756 311– 1 0725 239
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten841841– 8410
  Apparaat DGM5 1345 470– 2315 239
Ontvangsten:002 6002 600

Toelichting:

Instrument: Subsidies stoffenbeleid

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Naar instrument 7.19.11 Van asbestsanering naar geluidssanering – 5 000
2. Uitvoeringscompensatie tbv overige SAS kasproblemen – 6 371
Overige mutaties1 415835
Totaal1 415– 10 536

Een belangrijke post binnen het instrument subsidies stoffenbeleid, is de saneringsregeling asbestwegen. De benodigde inventarisatie van de te saneren asbestwegen is later dan verwacht gereed, waardoor er in 2005 geen uitgaven meer op de regeling worden verwacht. Het geld wordt aangewend ten behoeve van geluidssanering op artikel 7 en ten behoeve van diverse andere begrotingsinstrumenten van stoffen, afval en straling (SAS) op artikel 12.

Instrument: Subsidies stralingsbeleid en Overige instrumenten stralingsbeleid

Zoals gemeld in de begroting 2005 is verder gewerkt aan het overbrengen naar een agentschap van de uitvoering van de vergunningverlening m.b.t. radioactieve stoffen en toestellen. Dat is SenterNovem geworden. De bijbehorende kasgelden worden daarom overgeboekt van Subsidies stralingsbeleid naar Overige instrumenten stralingsbeleid.

Incidentele subsidies artikel 12 (vermelding in 2e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

Aan de UNEP te Geneve wordt een eenmalige subsidie toegekend ten bedrage van € 100 000 voor de werkzaamheden van het interim-Secretariaat van het Preparatory Committee for the Development of a Strategic Approach to International Chemicals Management (SAICM).

Aan de UNEP te New York wordt een eenmalige vrijwillige subsidie toegekend ten bedrage van € 200 000 voor de vergoeding van de kosten die ontwikkelingslanden moeten maken voor onderhandelingen over het Cartagena Protocol.

Aan de UNEP te New York wordt een eenmalige subsidie toegekend ten bedrage van € 91 000 ter voldoening van de contributie die Nederland als partij bij het Cartagena Protocol inzake bioveiligheid verschuldigd is.

Aan de UNEP te Geneve wordt voor het jaar 2006 een bijdrage van € 100 000 toegezegd voor uitvoeringswerkzaamheden (€ 90 000) en een vrijwillige bijdrage (€ 10 000) voor ondersteuning van het Secretariaat van het Verdrag van Stockholm.

Aan de GGD Zuid-Oost Brabant te Helmond wordt een subsidie toegekend van € 25 000 als bijdrage in de kosten van nader onderzoek om het binnenmilieu in klaslokalen te verbeteren.

Aan de OECD te Parijs wordt een subsidie toegekend van€ 30 000 als bijdrage voor 2005 aan het «Expanded Special Programme, Chemical Accidients, Pesticides and the Biotechnology Programme».

Aan de UNEP te Nairobi (Kenya) wordt voor het jaar 2006 een subsidie toegekend van € 70 000 voor de contributie voor het Trust Fund for the Basel Convention on Transboundary Movements of Hazardous Wastes and their Disposal of the United Nations Environment Programme (UNEP).

Artikel 13. Handhaving

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:74 45075 001– 12 23662 765
Uitgaven:74 41876 344– 10 56665 778
Programma:23 61025 291– 4 02121 270
 Overig programma:23 61025 291– 4 02121 270
  Servicepunten milieuhandhaving2 2982 298– 8481 450
  Bijdrage RIVM6 4827 762257 787
  Overige instrumenten IG14 17114 572– 2 99811 574
  Onderzoek IG2592590259
  Communicatie-instrumenten400400– 200200
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:50 80851 053– 6 54544 508
 Apparaat:    
  Juridische instrumenten296296– 2960
  Apparaat Inspecties50 51250 757– 6 24944 508
Ontvangsten:8828820882

Toelichting:

Instrument: Overige instrumenten IG

Vanwege de lange aanlooptijd van projecten die soms samen met andere handhavingsinstanties worden uitgevoerd, zal het kasbudget met € 1,7 mln worden verlaagd. Het overige deel betreft mutaties die ook reeds in de Ontwerpbegroting 2006 zijn opgenomen.

Artikel 14. Huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en Ministerie van Algemene Zaken

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:54 07071 735– 27 20644 529
Uitgaven:54 07071 735– 27 20644 529
Programma:54 07071 735– 27 20644 529
 Huisvesting Hoge Colleges van Staat en ministerie van Algemene Zaken:34 48345 769– 25 58620 183
  Onderhoud8 0858 085– 2 1615 924
  Investeringen23 16535 221– 23 29411 927
  Huren2 3242 463– 1312 332
  Asbestsanering909000
     
 Huisvesting Koninklijk Huis:19 58725 966– 1 62024 346
  Paleizen11 98418 363– 1 67516 688
  Functionele kosten7 6037 603557 658
Ontvangsten:2 2692 269– 2 2690

Toelichting:

Instrument: Investeringen

Bij de Rijksgebouwendienst doen zich vertragingen voor bij diverse investeringen (totaal circa € 15 mln vertraging). De grootste vertraging is waarneembaar bij de beveiliging van de Tweede Kamer. Van de € 14 mln die hiervoor in 2005 beschikbaar is, is slechts € 2,5 mln benut. Gelet op de praktijk van de verhoogde terreurdreiging sinds zomer 2004 voldoet het oorspronkelijke programma van eisen ten aanzien van de beveiliging van de Tweede Kamer niet meer. Deze vertraging wordt vooral veroorzaakt doordat het advies voor de aanvullende beveiliging van de Tweede Kamer onvoldoende was uitgewerkt om een programma van eisen te formuleren. Een aanvullend advies is inmiddels ontvangen en wordt uitgewerkt.

Daarnaast heeft op dit instrument een verlaging van € 8,6 mln plaatsgevonden op basis van de definitieve eindafrekening 2004.

2.3. De niet-beleidsartikelen

Artikel 15. Algemeen

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:152 257149 18224 628173 810
Uitgaven:174 671173 96625 110199 076
Programma:12 20613 0725 41118 483
 Advisering Bestuursrechtspraak:4 9344 9342115 145
  Stichting Advisering Bestuursrechtspraak4 9344 9342115 145
     
 VROM-brede voorlichting:4 1594 15904 159
  Communicatie-instrumenten4 1594 15904 159
     
 Vastgoedinformatievoorziening:1 6963 8345 2009 034
  Coordinatie Geo informatie1 3791 37901 379
  Overige vastgoedinformatievoorziening02 1385 2007 338
  Overige instrumenten DGR3173170317
     
 Beleidsontwikkeling:1451450145
  Ontwerp en beeldontwikkeling1451450145
     
 Overig programma:1 272000
  Onverdeeld RGD267000
  Bijdrage loket bouwen en wonen0000
  Overige instrumenten DGM0000
  Onderzoek DGM1 005000
  Nader aan te wijzen0000
Apparaat:162 465160 89419 699180 593
 Departementsleiding, control, expertdiensten en overige staf:75 40673 835– 39 90233 933
  Juridische instrumenten279279– 2790
  Apparaat CS32 31332 545– 16 79015 755
  Apparaat RGD2 5172 517– 232 494
  Apparaat DGW16 26516 265– 9 4656 800
  Apparaat DGR11 44111 441– 5 4256 016
  Apparaat DGM12 59110 788– 7 9202 868
     
 Gemeenschappelijke voorzieningen:81 52281 52259 001140 523
  Huurbijdrage aan RGD29 57529 575– 2 00027 575
  Overige gemeenschappelijke voorzieningen51 94751 94761 001112 948
     
 Postaktieven:5 5375 5376006 137
  Apparaat CS1 3181 31801 318
  Apparaat RPB0000
  Apparaat DGW2 2762 2766002 876
  Apparaat DGR3693690369
  Apparaat DGM1 2701 27001 270
  Apparaat Inspecties3043040304
Ontvangsten:21 98061 0107 11768 127

Toelichting:

Op artikel 15 hebben op het apparaat grote mutaties plaatsgevonden die hoofdzakelijk het gevolg zijn van de reorganisatie binnen VROM. Deze mutaties zijn reeds toegelicht in de Ontwerpbegroting 2006.

Instrument: Overige vastgoedinformatievoorziening

Bij «overige vastgoedinformatievoorziening» is geld uit het Fonds Economische Structuurversterking voor het project Geografische informatie (GEO-informatie) aan de begroting toegevoegd. De verplichtingen voor dit project zijn reeds in 2004 aangegaan.

Instrument: Overige gemeenschappelijke voorzieningen

De kosten die zijn toe te rekenen aan de Rgd op basis van de huidige leveringsovereenkomst met de Gemeenschappelijke Dienst van VROM zijn hoger dan tot nu toe in rekening werd gebracht. Daarom zal de Rgd op basis van een uitgevoerde herijking van de kosten toegroeien naar het werkelijke niveau. In 2005 resulteert dit in een extra afdracht van ongeveer € 1,4 mln.

Artikel 16. Nominaal en onvoorzien

(Bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)(4)=(2+3)
 Stand ontwerpbegroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen:17 50341 151– 38 6852 466
Uitgaven:17 50341 151– 38 6682 483
Programma:17 50341 151– 38 6682 483
 Loonbijstelling:3 4256 332– 3 8492 483
  Loonbijstelling3 4256 332– 3 8492 483
     
 Prijsbijstelling:14 99020 976– 20 9760
  Prijsbijstelling14 99020 976– 20 9760
     
 Onvoorzien:3 7543 754– 3 7540
  Onvoorzien3 7543 754– 3 7540
     
 Nog nader te verdelen:– 4 66610 089– 10 0890
  Nog nader te verdelen taakstellingen– 12 452– 20 25920 2590
  Nog nader te verdelen overig7 78630 348– 30 3480
Ontvangsten:00 0

Toelichting:

Bij artikel 16 hebben veel mutaties plaatsgevonden welke reeds in de Ontwerpbegroting 2006 zijn toegelicht. De belangrijkste mutaties bij dit 2e suppletore moment zijn;

Instrument: Loonbijstelling

Er heeft een uitkering plaatsgevonden van de loonbijstelling naar de verschillende apparaatsbudgetten.

Instrument: Prijsbijstelling

Er heeft een uitkering van ongeveer € 5 mln plaatsgevonden van de prijsbijstelling naar de verschillende prijsgevoelige budgetten op de VROM begroting.

Instrument: Nog nader te verdelen taakstellingen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen x € 1000VerplichtingenUitgaven
Ontwerpbegroting 2006 mutaties:15 01215 012
Mutaties 2e suppletore begroting:  
1. Tegenboeking Inkooptaakstelling PIA VROM 20053 5243 524
2. Tegenboeking Inkooptaakstelling PIA RGD 20051 7551 755
Overige mutaties– 32– 32
Totaal20 25920 259

Ad 1.

Het gedeelte van de Professioneel Inkoop en Aanbesteding (PIA) taakstelling dat op 2005 betrekking heeft, kan worden uitgeboekt door kortingen die zijn aangebracht op diverse begrotingsinstrumenten en het deels aanwenden van de prijsbijstelling.

Ad 2.

De Rgd is van plan deze efficiencytaakstelling in te vullen door een uitbreiding van het planmatig onderhoud aan gebouwen, waarvoor de te maken additionele apparaatskosten door het agentschap niet (volledig) zullen worden doorberekend. Tot het moment dat dit gerealiseerd is, de opslag apparaat in de Gebruiksvergoeding moet nog worden aangepast, zal een directe inkomstenoverdracht door het agentschap Rgd worden gedaan aan het moederdepartement VROM ter grootte van de taakstelling. Voor 2005 wordt de taakstelling in ieder geval op deze manier ingevuld.

Wetsartikel 2 Begroting Baten- en lastendienst (Rijksgebouwendienst)

Tabel x Begrotingsstaat 2005 (in € x 1 000)

Totaal batenTotaal lastenSaldo baten en lasten
1 308 5421 239 15669 386
Totaal kapitaaluitgavenTotaal kapitaalontvangsten 
758 705527 000 

Opbouw vanaf de stand 1e suppletore 2005 naar de stand van de 2e suppletore 2005:

(bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)=(1)+(2)(4)(5)=(3)+(4)
Omschrijving Oorspronkelijk vast-gestelde begrotingMutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties (+ of –) 2e suppletore begrotingTotaal geraamd
Baten     
Leveren producten/diensten:     
Opbrengsten departementen1 210 278– 24 8651 185 41317 0001 202 413
Opbrengsten moeder77 85818 33696 194– 20 33975 855
Opbrengsten derden13 275– 3 00110 2742 00012 274
Bedrijfsvoering:     
Rentebaten2 4111 5894 000– 1 0003 000
Overige baten5 0005 00010 00015 000
Totaal baten1 303 822– 2 9411 300 8817 6611 308 542
Lasten     
Product Huisvesting:     
P&M beheren van gebouwen62 294– 86761 427– 4 45656 971
Huren vanuit de markt289 538– 8 837280 70115 764296 465
Rentelasten303 045– 14 905288 140– 1 479286 661
Afschrijvingen266 7155 462272 1775 186277 363
Dagelijks beheer93 476– 7 10386 373– 11 36575 008
Mutaties voorzieningen109 1961 950111 146– 38 00073 146
Belastingen en heffingen25 491– 1 89423 59723 597
Invest. buiten gebruiksvergoedingen104 70819 556124 264– 23 339100 925
Overige producten:     
Services27 401– 3 81423 58723 587
Adviezen15 764– 5 30210 46210 462
Beleid9 2459 2457269 971
Overige lasten5 0005 0005 000
Totale lasten1 306 873– 10 7541 296 119– 56 9631 239 156
Saldo– 3 0517 8134 76264 62469 386

Toelichting:

De mutaties bij 2e suppletore begroting doen zich in belangrijke mate voor bij het product huisvesting/beheer. Daarnaast doen zich enkele kleinere mutaties voor bij de bedrijfsvoering.

De mutaties bij huisvesting/beheer kunnen als volgt worden verklaard:

Een toename van de baten uit de gebruiksvergoeding wordt voorzien, met name doordat meer wordt ingehuurd dan begroot. De opbrengst moederdepartement is lager omdat er met name vertragingen optreden in de investeringen voor de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van AZ. Tegen deze lagere opbrengst staan gelijke lagere kosten. Deze zijn onderdeel van de mutatie bij de investeringen buiten de gebruiksvergoedingen. De netto apparaatskosten dalen naar verwachting omdat meer kosten direct aan de producten kunnen worden toegerekend.

Er worden minder kosten voor dagelijks beheer voorzien dan begroot. Bij de mutaties op de voorzieningen ten slotte, is sprake van vrijval en lagere dotaties dan begroot. Voor de bedrijfsvoering geldt dat de mutatie op overige baten de verwachte positieve resultaten op de verkoop van onroerend goed betreft.

Staat van kapitaaluitgaven en -ontvangsten (in € x 1 000)

 (1)(2)(3)=(1)+(2)(4)(5)=(3)+(4)
Omschrijving Oorspronkelijk vast-gestelde begrotingMutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties (+ of –) 2e suppletore begrotingTotaal geraamd
Kapitaaluitgaven     
Investering500 00017 000517 000517 000
aflossing leningen211 678– 6 865204 813204 813
afdracht surplus agentschapsvermogen6 91629 97636 89236 892
Totaal718 59440 111758 705758 705
kapitaalontvangsten     
Afstoot10 00010 00010 000
Leenfaciliteit500 00017 000517 000517 000
Totaal510 00017 000527 000527 000

Toelichting:

Voor een toelichting op de mutaties in de kapitaaluitgaven en -ontvangsten wordt verwezen naar de toelichting bij het kasstroomoverzicht.

Kasstroomoverzicht voor het jaar 2005: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting 2005 naar de stand van de Najaarsnota

 (1)(2)(3)=(1)+(2)(4)(5)=(3)+(4)
Omschrijving Oorspronkelijk vast-gestelde begrotingMutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties (+ of –) 2e suppletore begrotingTotaal geraamd
Rekening-courant RHB 1 januari 2005172 100195 195367 295 367 295
      
Totaal operationele kasstroom185 82452 491238 31546 310284 625
      
Totaal investeringen– 500 000– 17 000– 517 000– 517 000
Totaal boekwaarde desinvesteringen10 000 10 00010 000
      
Totaal investeringskasstroom– 490 000– 17 000– 507 000– 507 000
      
Eenmalige uitkering aan moederdepartement– 6 916– 29 976– 36 892– 36 892
Eenmalige storting door moederdepartement
      
Aflossingen op leningen– 211 6786 865– 204 813– 204 813
Beroep op leenfaciliteit500 00017 000517 000517 000
Totaal financieringskasstroom281 406– 6 111275 295275 295
      
Rekening-courant RHB 31 dec 2005 (=1+2+3+4)149 330224 575373 90546 310420 215
      
(maximale roodstand 0,5 mln euro)     

Toelichting:

De toename van de operationele kasstroom wordt met name veroorzaakt door de toename van het resultaat van de Rgd en door verminderde dotaties aan en onttrekkingen uit de voorzieningen.

Tabel: Overzicht vermogensontwikkeling (bedragen in € 1000)

 20032004200520062007200820092010
Eigen vermogen per 1 januari70 542109 46997 085129 58072 56761 71251 02838 337
Saldo van baten en lasten62 79042 76169 3869 072965– 7 413– 12 691– 14 383
Directe mutaties in het eigen vermogen:        
– uitkering aan het moederdepartement23 86355 145– 36 893– 66 084– 11 820– 3 27100
– exploitatiebijdrage moederdepartement        
– overige mutaties        
Eigen vermogen per 31 december109 46997 085129 58072 56761 71251 02838 33723 954

Toelichting:

De mutaties in het vermogen worden veroorzaakt door een gewijzigd saldo van baten en lasten. Daarnaast mag het eigen vermogen van de Rgd maximaal 5% zijn van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar. Het surplus wordt in het daaropvolgende begrotingsjaar afgedragen aan het moederdepartement.

Naar boven