30 391 VII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (VII) voor het jaar 2005 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 december 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Waarom ontbreekt het besluitvormingsproces in de toelichting bij veel artikelen?

Per beleidsartikel worden aan de hand van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» op het niveau van de operationele doelstellingen de budgettaire wijzigingen inzichtelijk gemaakt. Dit is conform de Rijksbegrotingvoorschriften van de minister van Financiën.

2

Welke acties gaat u nemen om te zorgen dat de politie CAO komende jaren wel op tijd wordt afgesloten?

De CAO voor de komende jaren is inmiddels afgesloten. In dit onderhandelingstraject is geen sprake van «tijdig» of «niet tijdig»; het gaat erom dat het ministerie van BZK en de bonden overeenstemming bereiken. In de nieuwe CAO zijn afspraken gemaakt over alle stelselwijzigingen van het kabinet. Gezien de aard van deze wijzigingen was het niet mogelijk om de CAO eerder af te sluiten.

3

Waarom zijn de middelen voor het Nationale Actieplan elektronische snelwegen (NAP) niet volledig besteed?

Bij Voorjaarsnota 2005 is het budget via een desaldering (gelijktijdige verhoging van de uitgaven en de ontvangsten) opgehoogd met het NAP-gelden. Doordat niet alle programma’s die met NAP-gelden worden gefinancierd, dit jaar tot betaling komen, wordt een deel van de desaldering teruggedraaid. Deze programma’s komen in latere jaren tot betaling, waarbij aanspraak zal worden gedaan op de NAP-gelden.

4

Wat is de reden dat de van het ministerie van Economische Zaken verkregen middelen in het kader van het Nationaal Actieplan elektronische snelwegen niet tot volledige besteding komen?

Zie hiervoor het antwoord bij vraag 3.

5

Wat zijn de oorzaken van de vertraging in de herkeuringoperaties? Welke stappen zijn genomen om die problemen op te lossen? Worden deze kosten in het komende begrotingsjaar meegenomen?

De herkeuringsoperatie is een dossier dat valt onder de beleidsverantwoordelijkheid van de minister van SZW, die hier een aantal malen met de Kamer over gesproken heeft. Ik verwijs u onder meer naar de brief van de minister van SZW dd 12 september 2005 (Kamerstukken 28 333 nr. 65). Voor de kosten van de herkeuringsoperatie in 2006 betrekkend hebbend op overheidspersoneel zijn middelen gereserveerd.

6

Waarom is het niet mogelijk gebleken de budgetten voor de herstructurering Geïntegreerd Meldkamer Systeem en voor de transitiekosten voor ITO/ISC aan te wenden?

Per brief gedateerd 22 april 2005 (Kamerstuk 2004–2005, 25 124 nr. 43) heeft de Minister van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de herstructurering GMS. Nieuwe inzichten hebben ertoe geleid dat een pas op de plaats werd gemaakt. De Begeleidingscommissie GMS werd verzocht een visie te ontwikkelen inzake de organisatie en werkwijzen in de meldkamer en de contouren van een nieuw meldkamersysteem. Deze visie is op 27 juni 2005 door de Begeleidingscommissie GMS (namens het Algemeen Bestuur Ambulancezorg Nederland, de Raad van Hoofdcommissarissen en het Bestuur van de NVBR) aan het ministerie van BZK aangeboden. Deze visie is uitgewerkt in een programmaplan. Zoals is toegezegd in het Algemeen Overleg C2000 van 9 november 2005 zal de Kamer per brief over de huidige stand van zaken voor het einde van 2005 worden geïnformeerd. Op basis van de huidige inzichten zal volgend jaar gestart worden met het herstructureren van GMS. Dit is de reden dat dit jaar het hiervoor bestemde budget niet is aangewend.

De in 2005 voorziene activiteiten voor de transitie van ISC/ITO kunnen niet alle in dit jaar worden afgerond en worden voor een deel doorgeschoven naar volgend jaar. Naar verwachting zal de ISC dit jaar circa € 5,5 mln aan transitiekosten uitgeven in plaats van de eerder geraamde € 8 mln. De bijdrage van BZK voor de transitiekosten valt daardoor voor dit jaar lager uit.

7

Waarom worden de middelen uit het Arbeidsmarkt- & Opleidingsfonds niet gebruikt?

Jaarlijks ontvangt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een beleidsplan van het Arbeidsmarkt en Opleidingenfonds Rijk (A+O-fonds Rijk). Hierin staan voorstellen opgenomen om arbeidsmarkt- en opleidingsactiviteiten te subsidiëren en te initiëren. Het aanbod van te subsidiëren projecten in de sector is achtergebleven bij de verwachting. Derhalve zijn in de afgelopen jaren niet alle in het beleidsplan aangegeven subsidies door het (A+O-fonds Rijk) verstrekt, zoals blijkt uit de jaarrekening en het jaarverslag van de Stichting. Om die reden heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op basis van de jaarrekening van 2004, die op 28 juni 2005 officieel aan BZK is aangeboden, het tweede voorschot over 2004 niet betaald.

8

Kunt u de waarde van de licentie en (half)producten met betrekking tot P-Direkt specificeren? Kunt u deze licenties en (half)producten direct aanwenden voor een toekomstig systeem? Zo ja, welke elementen zijn dit? Zo nee, op welke termijn verwacht u deze inventarisatie te hebben afgerond?

BZK heeft ter waarde van € 13,1 miljoen projectlicenties aangeschaft voor softwarecomponenten (SAP, Avaya en Documentum). Daarnaast is voor de halffabrikaten een bedrag van € 7,7 miljoen betaald aan IBM. Op dit moment wordt het nieuwe scenario uitgewerkt. De voorstellen verwacht ik begin volgend jaar te kunnen voorleggen aan de Ministerraad om vervolgens de Kamer te informeren. Dan kan ik u ook informeren in hoeverre hergebruik van halffabrikaten van IBM en de verworven licenties deel uitmaken van het nieuwe scenario.

9

Beschikt u over voldoende deskundigheid binnen uw ministerie om genoemde producten tegen de waarde die ze hebben, te implementeren in een nieuw te ontwikkelen systeem?

P-Direkt is een interdepartementaal project. Voor het ontwikkelen, bouwen en implementeren van een nieuw systeem wordt gebruik gemaakt van bestaande werkende oplossingen binnen de Rijksdienst en de halffabrikaten van IBM. Hierbij wordt niet alleen een beroep gedaan op expertise van BZK, maar ook op andere ter zake kundige onderdelen van de Rijksdienst en waar nodig van de markt. Momenteel wordt hard gewerkt aan de uitwerking van een alternatief scenario. Dit scenario wordt in interdepartementale samenwerking ontwikkeld. Aspect van dit scenario is maakbaarheid en de haalbaarheid. Dit is inclusief de beschikbaarheid van de deskundigheid.

10

Zijn er elementen van de van IBM overgenomen licenties en (half)producten, die niet meer bruikbaar zijn? Zo ja, Welke elementen zijn dat?

Zie hiervoor het antwoord op vraag 8.

11

Bent u voornemens om op korte termijn alle P&O-diensten van alle ministeries onder BZK te brengen om de voortgang en implementatie van P-direkt alsnog te versnellen?

In het kader van de ontwikkeling van een nieuw scenario wordt naar alle reële mogelijkheden gekeken om de totstandkoming van P-Direkt te versnellen. Het is thans nog te vroeg om op de resultaten daarvan in te gaan.

12

Waarom kunnen de aanvragen voor tegemoetkoming voor decentrale overheden in de kosten voor multidisciplinaire oefeningen niet in de twee maanden tussen de deadline van 1 november en het eind van het jaar afgehandeld worden?

Een aantal aanvragen heeft betrekking op oefenactiviteiten die in 2006 zullen starten. De tegemoetkoming voor deze aanvragen kan niet in 2005 worden verstrekt aangezien een van de voorwaarden is dat het initiatief in 2005 moet zijn gestart. Besloten is de bijdrageregeling te verlengen tot november 2006, opdat op basis hiervan ook in 2006 bijdragen in de kosten van multidisciplinaire oefeningen kunnen worden verstrekt.

13

Wat zijn de oorzaken van de onderbesteding van de subsidiëring politieke partijen?

Bij de begrotingsbehandeling 2004 heeft de minister van BZK toegezegd, op verzoek van uw Kamer ook politieke partijen met 5% op de subsidie te korten. Door middel van deze mutatie bij najaarsnota wordt tegemoet gekomen aan de aan u gedane toezegging.

14

Welke extra uitgaven (0,65 miljoen) zijn er gedaan in het kader van Project Andere Overheid?

De extra uitgaven á € 0,42 mln. hebben o.a. betrekking op personeel, regioconferenties, de hogere intensiteit van de uitvoering van de takenanalyse, en op de OESO-conferentie over «modernising government»- en vertrouwen (Trust) in regeringen, die 27–28 november jl. is gehouden te Rotterdam. De genoemde € 0,65 mln. hebben betrekking op de apparaatskosten van DGMOS.

15

Waarom is er 0,25 miljoen euro minder uitgegeven voor het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector dan begroot?

Beoogd werd om het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) in de tweede helft van 2005 van start te laten gaan. Het bleek niet mogelijk dit doel volledig te realiseren, omdat hiervoor in de loop van 2005 onvoldoende capaciteit kon worden vrijgemaakt. Inmiddels is de capaciteit op voldoende niveau gebracht, zodat het BIOS in het eerste kwartaal 2006 van start kan gaan. De daarvoor begrote programmakosten zullen daarom voor een groot deel drukken op de begroting 2006 en niet op de begroting 2005. Overigens zijn een aantal door het BIOS aan te bieden instrumenten reeds tot stand gekomen c.q. bevinden zich in een afrondend stadium, zoals een self assessment instrument voor integriteit (SAINT) en de zgn. VisieKubus (een multimediaal trainingsinstrument).

16

Wat voor activiteiten worden verstaan onder «stimulering en innovatie bij politiekorpsen» en waarom gaat dat ten koste van de regionale budgetten?

Dit budget is voor de stimulering van projecten op het terrein van de taakuitvoering van de politiekorpsen. De regionale korpsen en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) kunnen een beroep doen op dit budget. Voorwaarde is dat ze er innovatieve projecten mee financieren die de effectiviteit en efficiency van de taakuitvoering verhogen en de kwaliteit van de politiezorg verbeteren en waarvan de resultaten benutbaar zijn voor andere korpsen. Het ministerie stimuleert al geruime tijd innovatieve projecten van de korpsen.

De mutatie die in de Najaarsnota wordt voorgesteld is een interne technische mutatie van het artikelonderdeel 2.2 naar artikelonderdeel 2.4.

17

Welke uitgavenposten bij de regionale politiekorpsen moeten de 3,5 miljoen euro opbrengen die naar het KLPD zijn overgeheveld?

De bijdragen aan de regionale politiekorpsen vallen met name onder operationeel doel/instrument 2: Regionale politiekorpsen van het beleidsartikel 2. Het KLPD valt onder operationeel doel/instrument 3: Bovenregionale en landelijke politiezorg. Een aantal mutaties tijdens het begrotingsjaar wordt eerst geparkeerd op operationeel doel 2, hoewel er een component ten behoeve van het KLPD in zit. Om die reden wordt nu een interne reallocatie van operationeel doel 2 (regionale korpsen) naar 3 (KLPD) voorgesteld. In die zin worden de budgetten die bedoeld waren voor de regionale korpsen niet verlaagd. Het is een technische mutatie.

De reallocatie van € 3,5 mln betreft met name de technische verwerking (een interne reallocatie) van de door het Kabinet toegezegde middelen voor terreur (€ 3,0 mln). Daarnaast is eveneens een bedrag van ca € 0,5 technisch gerealloceerd voor de financiële afrekening van de in 2004 door het KLPD gerealiseerde sterkte door inname van overtollig defensiepersoneel. Met de inname van defensiepersoneel wordt de te realiseren sterkteafspraak door het KLPD deels ingevuld. Een gelijke regeling geldt ook voor de regionale politiekorpsen. Beide posten zijn dus niet ten laste gegaan van het voor de regionale korpsen bedoelde budget.

18

Welke prestatie-indicatoren van de KLPD zijn bepalend voor het toekennen van het budget van ruim 2,6 miljoen euro?

Het toegekende budget in 2005 heeft betrekking op gerealiseerde prestaties over het jaar 2004. In het landelijk kader zijn met alle korpsen afspraken gemaakt. Voor het KLPD geldt dat niet alle afspraken van toepassing zijn op het korps vanwege de verschillen in taak tussen de regio’s en de bovenregionale en landelijke taakgebieden. Voor het KLPD zijn daarom specifieke afspraken gemaakt op basis van het convenant tussen de ministers en het KLPD.

Evenals voor de regionale politiekorpsen waren in 2004 acht prestatie-indicatoren van toepassing, en hebben voor het KLPD betrekking op de volgende terreinen:

– verdachten Openbaar Ministerie

– alarmcentrale 1-1-2

– assistentie BOA’s (afhandelingsgarantie)

– boetes en transactie via staandehouding

– ziekteverzuim

– doelmatigheid

– landelijk Telefoonnummer Politie

– nationaal dreigingsbeeld

19

Betekent de herbestemming van regionale middelen en de middelen voor «politie op regionaal niveau» voor centrale aanwending en de KLPD dat er minder nadruk wordt gelegd op de aanwending van regionale middelen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 17 alwaar deze vraag in is meegenomen.

20

Is er sprake van onderuitputting bij de regionale middelen/middelen op artikel 2.2. «politie op regionaal niveau»? Zo ja, hoe komt dit? Zo nee, waarom worden er dan middelen aan deze bestemmingen onttrokken?

Zie het antwoord op vraag 17 alwaar deze vraag in is meegenomen.

21

Wat is de reden van de toekenning van een bezwaar van één van de gemeenten met als gevolg dat de door de ministeries van Justitie en VWS beschikbaar gestelde bijdragen in het kader van de brede doeluitkering Sociale Integratie en Veiligheid (BDU SIV) worden verhoogd? Om welke gemeente gaat het?

Het grootste gedeelte van deze ophoging met € 7,6 mln., namelijk € 5,027 mln. betreft de wijziging van de uitvoeringsregeling voor het onderdeel inburgering (publicatie staatscourant d.d. 16 november 2005, nr. 223), waarmee de financiering van het voorschot voor nieuwkomers anders wordt berekend (in plaats van rekening te houden met geraamde reserves wordt nu uitgegaan van de door de steden verantwoorde reserves. Dat kon nu omdat deze laatste medio 2005 bekend zijn geworden).

Een bedrag van € 266 000 was voor het onderdeel inburgering in eerste instantie per abuis te weinig toegerekend aan de gemeente Helmond. Dit is een uitvloeisel van een bezwaar van de gemeente over de verantwoording van de WIN 2003. Het voorschot is in 2005 wel correct aan de gemeente uitgekeerd. Met deze mutatie van de bijdrageconstructie wordt nu e.e.a. technisch gecorrigeerd.

Een bedrag van € 2,353 mln. betreft loon- en prijsbijstelling voor het onderdeel maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg die aan de steden wordt uitgekeerd. Binnen dít bedrag is een bedrag van € 18 840 bestemd voor de gemeente Leeuwarden die een bezwaar had aangetekend tegen de eerdere bepaling van het voorschot omdat de OVA van vorig jaar in eerste instantie niet correct was doorberekend.

22

Waarom is er een overboeking van 2,2 miljoen euro naar het ministerie van VROM gedaan? Waarom is de eindejaarsuitkering van 2004 niet eerder gedaan? Waarom worden de eindejaarsuitkeringen van de andere ministeries niet vermeld?

De CAO Rijk over het jaar 2004 werd eerst in april 2005 afgerond. Onderdeel van de afspraak was een verhoging van de structurele eindejaarsuitkering in 2004 van 0,4% naar 0,8%. De uitbetaling van de verhoging voor 2004 is gedaan in mei 2005. De financiering van deze CAO vond voor een deel plaats door middel van arbeidsvoorwaardenbudget op de begroting van BZK. Deze middelen zijn van de begroting van BZK overgeboekt naar de ministeries (zie Begroting BZK 2006, p. 134). De verrekening met VROM heeft enige vertraging ondervonden en is daarom opgenomen in de Najaarsnota.

23

Waarom is er in artikel 11.6.c over arbeidsvoorwaarden een uitname van 2,9 miljoen? Waarom is deze niet toegelicht?

Binnen de middelen voor de arbeidsvoorwaarden in ruime zin komt een bedrag van ruim € 2,9 mln. niet meer tot besteding dit jaar (zie ook de toelichting bij «Arbeidsvoorwaarden» in en onder de tabel op pagina 4). Het gaat hierbij om middelen voor onder andere het A&O-fonds.

24

Waarom is de verbouwing van het Nationale coördinatie centrum ten laste gebracht van de posten proactie/preventie en preparatie?

Het NCC treedt ondermeer op als «National point of contact» en draagt op deze wijze tot de beïnvloeding van de politiek-bestuurlijke besluitvorming op internationaal, rijks, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau voor wat betreft de veiligheid en crisisbeheersing. Daarnaast draagt het optreden van het NCC, als coördinator en facilitor voor wat betreft de bestuurlijke en operationele coördinatie, bij tot het scheppen van randvoorwaarden voor wat betreft een optimale voorbereiding op rampen en crisis, maar tevens met betrekking tot het terugkeren naar een normale situatie. Kortom het takenpakket van het NCC is niet alleen primair responsgericht. Vanuit deze opvatting acht ik het verdedigbaar om ook een gedeelte van de kosten van de verbouwing van het NCC ten laste te brengen van genoemde posten.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GL), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Hijum (CDA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Vacature (algemeen), Vacature (algemeen), Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Eski (CDA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Vacature (PvdA), De Wit (SP).

Naar boven