nr. 6
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de leden
Den Haag, 15 oktober 2009
Het Presidium legt u hierbij aan u voor een brief van de voorzitter van
de vaste commissie voor Europese Zaken d.d. 30 september 2009 (zie bijlage
1). Nu de Eerste Kamer met ingang van 29 september jl. geen deel meer
uitmaakt van de Tijdelijke gemengde commissie subsidiariteittoets heeft deze
commissie naar de mening van de vaste commissie voor Europese Zaken de facto
opgehouden te bestaan.
Vanwege het belang van een goede coördinatie bij het proces van subsidiariteittoets
en bij de interparlementaire samenwerking COSAC, adviseert de vaste commissie
voor Europese Zaken een coördinerende commissie in te stellen in de vorm
van een tijdelijke commissie subsidiariteittoets voor de duur van deze parlementaire
zittingsperiode.
Dit verzoek wordt ondersteund door de Tweede Kamerleden van de Tijdelijke
Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets (TGCS) blijkens een brief van de voorzitter
van deze commissie d.d. 5 oktober 2009, die eveneens is bijgevoegd (zie
bijlage 2).
Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met dit voorstel en een tijdelijke
commissie Subsidiariteitstoets in te stellen voor de duur van deze parlementaire
zittingsperiode.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
G. A. Verbeet
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
J. E. Biesheuvel-Vermeijden
BIJLAGE 1
Aan het Presidium
Den Haag, 30 september 2009
Geachte leden van het Presidium,
Op 29 september 2009 heeft de Eerste Kamer uitvoering gegeven aan
haar voornemen, de samenwerking in het kader van de Tijdelijke gemengde commissie
subsidiariteitstoets (TGCS) te beëindigen. In haar brieven van 28 april
en 15 juni jl. heeft de Eerste Kamer haar voorgenomen besluit reeds toegelicht.
Zij is voornemens, de beoordeling van subsidiariteit en proportionaliteit
van Europese wetgevingsvoorstellen geheel decentraal te gaan uitvoeren. Er
zal aan de zijde van de Eerste Kamer dus geen coördinerende instantie
meer zijn voor deze toets. Het voorstel is, de verschillende vakcommissies
voortaan rechtstreeks in contact te laten treden met hun respectievelijke
zustercommissie in de Tweede Kamer.
Dit besluit is de laatste stap van een evaluatieproces in beide Kamers.
Op 22 mei 2007 heeft de Tweede Kamer besloten, de Tijdelijke commissie
om te zetten in een permanente commissie. De Eerste Kamer liet per brief van
2 oktober 20071 echter weten dat zij uiterlijk
maart 2009 een standpunt zou innemen inzake de voortzetting van de commissie
op permanente basis en dat de commissie tot dat moment haar werkzaamheden
op tijdelijke basis kon voortzetten. Het definitieve oordeel van de Eerste
Kamer werd ontvangen op 28 april 2009 en geëffectueerd per 29 september
2009.2 Hiermee heeft de TGCS de facto opgehouden
te bestaan. Een continuering van de huidige TGCS met uitsluitend Tweede Kamerleden
behoort derhalve niet tot de mogelijkheden.
Tegen het licht van het besluit van de Eerste Kamer heeft de commissie
voor Europese zaken zich beraden op de vormgeving van de subsidiariteitstoets
in de Tweede Kamer. Net als de Eerste Kamer is zij van mening dat het zwaartepunt
van de toetsing dient te liggen bij de vakcommissies. In tegenstelling tot
de Eerste Kamer ziet zij echter een taak weggelegd voor een coördinerende
commissie. Een dergelijke commissie kan fungeren als «eigenaar»
van dit doorgaans vrij technische en specialistische toetsingsproces. Zo wordt
voorkomen dat de aanpak in de verschillende vakcommissies erg uiteen loopt
en het toezicht op de uitvoering ervan, dat bij niemand specifiek is belegd,
wegvalt.
Ook de interparlementaire samenwerking in COSAC vraagt om een zekere coördinatie
van het werk van de vakcommissies, teneinde te verzekeren dat deadlines gehaald
worden en de communicatie met de Europese instellingen helder verloopt.
Teneinde de gewenste coördinatie voor wat betreft de Tweede Kamer
te garanderen adviseert de commissie voor Europese zaken tot de instelling
door de Tweede Kamer van een Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets. Zij
kan zoveel mogelijk de taken overnemen die nu door de TGCS vervuld worden,
zij het dat procedurele vereenvoudigingen wel tot de mogelijkheden zouden
moeten behoren. Ook de afstemming met de Eerste Kamer kan via (de staf van)
deze commissie verlopen.
In verband hiermee adviseer ik u, namens de vaste commissie voor Europese
zaken, een Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets in te stellen voor de
duur van deze zittingsperiode. Wat de samenstelling betreft wordt geadviseerd
om iedere fractie in de gelegenheid te stellen, één lid en één plaatsvervangend lid aan te wijzen. Na de benoeming door de Voorzitter
van de leden kan deze Tijdelijke commissie een constituerende vergadering
houden en een voorzitter kiezen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Waalkens
BIJLAGE 2
Aan het Presidium
Den Haag, 5 oktober 2009
Geachte leden van het Presidium,
Op 30 September jl. heeft de heer Waalkens u een brief gestuurd met een
advies tot instelling door de Tweede Kamer van een Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets.
Dit advies werd uitgebracht naar aanleiding van het besluit van de Eerste
Kamer om de bestaande samenwerking in het kader van de Tijdelijke gemengde
commissie subsidiariteitstoets (TGCS) te beëindigen.
Namens de Tweede Kamerleden van de TGCS kan ik u mededelen dat wij het
advies van de heer Waalkens gaarne ondersteunen. Reeds in 2007 is door de
Tweede Kamer, in het kader van de evaluatie van de parlementaire subsidiariteitstoets,
geconcludeerd dat deze taak het beste kan worden uitgevoerd door een coördinerende
commissie, in nauwe samenwerking met de meest betrokken vakcommissies. Onze
ervaring is, dat dit model ook in de praktijk goed werkt.
Hoogachtend,
De voorzitter van de Tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets,
J. J. van Dijk