Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30379 nr. 1;A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30379 nr. 1;A |
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2005
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 16 november 2005. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 15 december 2005.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 28 maart 2005 te Charleroi totstandgekomen verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de Franse Gemeenschap van België, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, anderzijds (Trb. 2002, 94 en Trb. 2005, 274).
Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De Belgische staatshervormingen hebben de verdragsluitende partijen aan Belgische zijde (de Franse Gemeenschap van België, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) autonomie bezorgd op verschillende terreinen. De federalisering bracht met zich, dat de drie gemeenschappen en de drie gewesten, waaruit België thans bestaat, zelf verdragen kunnen sluiten op de gebieden waarvoor zij respectievelijk competent zijn. Een verdrag kan in België betrekking hebben op zowel federale als gemeenschaps- en gewestbevoegdheden. Dit laatste is bij het onderhavige verdrag het geval.
In het (Belgische) Cultureel Protocol van 31 maart 2000 heeft de Franstalige gemeenschap van België de wens te kennen gegeven om, in navolging van het op 17 januari 1995 te Antwerpen totstandgekomen Verdrag inzake de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap in het Koninkrijk België (Trb. 1995, 52), een samenwerkingsverdrag te sluiten met het Koninkrijk der Nederlanden. In navolging hiervan hebben de Nederlandse en de Waalse regering op 19 februari 2001 afgesproken de samenwerking tussen Nederland en het Franstalige deel van België op een aantal terreinen te intensiveren. De onderhandelingen die hieruit voortvloeiden, hebben geresulteerd in het onderhavige verdrag, dat tijdens de tweede Belgisch-Nederlandse Conferentie, op 28 maart 2002 te Charleroi, werd ondertekend.
Het verdrag heeft een brede inhoud. Aanvankelijk waren de onderhandelingen gericht op het tot stand brengen van een memorandum van overeenstemming met beleidsmatige afspraken. Om de bilaterale relatie en het belang van de samenwerking sterker te kunnen benadrukken is besloten om een verdrag terzake te sluiten. Gekozen is toen om de tekst van het memorandum te handhaven en daaraan verdragsrechtelijke slotbepalingen toe te voegen. Dit verklaart ook waarom er over «secties» wordt gesproken en niet over artikelen, zoals in verdragen gebruikelijk is.
De samenwerking is gericht op het beter waarderen van de ontwikkelingsmogelijkheden van de mens, duurzame ontwikkeling en partnerschap tussen overheden, instellingen, verenigingen en personen . Het verdrag voorziet in het aangaan dan wel verdiepen van samenwerking op de terreinen van milieu, ruimtelijke ordening, toerisme, openbare werken, vervoer, waterbeheer, economie en werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, sport, welzijn, volksgezondheid, technologie en wetenschappelijk onderzoek.
Deze sectie beschrijft onder meer het doel van het verdrag en van de beoogde samenwerking, alsmede de terreinen waarop deze samenwerking betrekking heeft. Het verdrag zou bijvoorbeeld ook de jaarlijkse uitwisseling van journalisten kunnen vergemakkelijken.
Deze sectie voorziet onder andere in de informatie- en documentatieuitwisseling. Deze uitwisseling zal in de praktijk vorm gegeven moeten worden.
Deze sectie gaat in op specifieke vormen van samenwerking. Hierbij kan eveneens aan de onder sectie 1 genoemde onderwerpen worden gedacht. Aan de uitwisseling van journalisten namen tot op heden vooral Vlaamse journalisten deel; de verwachting is dat het aandeel Franstalige journalisten dankzij het verdrag wat ruimer kan worden.
Deze sectie bepaalt onder andere dat de samenwerking door de verdragsluitende partijen wordt geëvalueerd. Dit zal mede zijn gebaseerd op de bevindingen van de in sectie 7 genoemde Permanente Gemengde Commissie. Dit zal ook en met name door de in artikel 7 genoemde Permanente Gemengde Commissie gebeuren. En marge van politieke ontmoetingen komt de samenwerking aan de orde, evenals de resultaten daarvan. In het verleden vonden op gezette tijden topontmoetingen plaats tussen de Nederlandse Minister-President en zijn Waalse ambtgenoot, zoals dat ook met de Vlaamse en Belgische counterparts geschiedde. Naar verwachting zullen deze ontmoetingen de komende jaren weer worden opgepakt.
Deze sectie bepaalt onder andere dat de verdragsluitende partijen rechtstreekse contacten en activiteiten ten aanzien van bedrijven en andere rechtspersonen evenals investeringen zullen bevorderen. Dergelijke contacten hebben al plaats; zo vond bijvoorbeeld op 5 en 6 november 2002 in Luik een handelscontactdag plaats onder auspiciën van het Waalse ministerie van Economische Zaken enerzijds en EVD en Nederlandse ambassade anderzijds. Dit evenement was voorbereid tijdens een bezoek van toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken Ybema aan zijn Waalse counterpart Serge Kubla in januari van dat jaar.
Deze sectie heeft betrekking op de inspanningen van de verdragsluitende partijen ten aanzien van de uitwisseling onder jongeren. Uitwisseling tussen scholen in Wallonië (en trouwens ook in Vlaanderen en Brussel) en in Nederland kan ook plaatsvinden door bemiddeling van het Europees Platform voor Nederlands onderwijs.
Deze sectie ziet op de oprichting van de Permanente Gemengde Commissie door beide partijen. Deze commissie zal zorgdragen voor de nadere invulling van de doelstellingen van het verdrag enerzijds, en de evaluatie van de uitvoering van voornoemde doelstellingen anderzijds.
Het verdrag zal voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden alleen voor Nederland gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30379-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.