30 373
Vervoer gevaarlijke stoffen

nr. 21
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER EN VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2008

Met deze brief willen wij u op de hoogte brengen van het feit dat wij op 4 maart 2008 een principeakkoord met DSM1 hebben gesloten over de beëindiging van de ammoniaktransporten van DSM Geleen naar DSM Agro in IJmuiden. Uiterlijk per 31 december 2009 zullen de ammoniaktransporten op deze route definitief worden beëindigd. Hiermee wordt invulling gegeven aan één van de maatregelen uit het kabinetsstandpunt Ketenstudies (TK 27 801, nr. 26, 22 december 2004).

Ammoniaktransporten per spoor zijn sinds jaren zowel politiek als maatschappelijk omstreden vanwege de potentieel grote gevolgen van een grootschalig ongeval met ammoniak in (binnen)stedelijk gebied. In het kabinetsstandpunt Ketenstudies heeft het kabinet zich als doel gesteld het structureel transport van ammoniak per spoor tussen Geleen en IJmuiden te beëindigen. De gesprekken tussen Rijk en DSM hebben nu tot een principeakkoord geleid, dat ertoe zal leiden dat het structureel vervoer van ammoniak per spoor tussen DSM Geleen en de vestiging van DSM Agro in IJmuiden uiterlijk per 2009 definitief gestopt zal gaan worden. Hiermee zal de grootste ammoniakstroom per spoor door Nederland worden beëindigd.

Zoals ook al in het kabinetsstandpunt Ketenstudies is aangegeven zullen enkele ammoniakstromen per spoor blijven plaatsvinden. Conform het kabinetsstandpunt Ketenstudies is ons doel te voorkomen dat nieuwe ongewenste ammoniakstromen ontstaan. Voor nieuwe doorgaande stromen van en naar Duitsland is de Betuweroute beschikbaar, die geheel is toegerust voor dergelijk vervoer. Met het principeakkoord is verzekerd dat de stroom ammoniak van Geleen naar IJmuiden in geen geval meer terugkomt op dat traject.

Met dit principeakkoord is weer een belangrijke stap gezet om Nederland veiliger te maken. Concreet vertaalt deze veiligheidswinst zich in:

• Volumereductie: oplopend naar 116 000 ton ammoniak in 2015;

• Vermijden van grote stedelijke bevolkingsconcentraties (Eindhoven; Den Bosch; Utrecht; Amsterdam, Haarlem);

• Lokale veiligheidswinst in het IJmondgebied door het verdwijnen van op- en overslag van ammoniak in IJmuiden en van vervoer van ammoniak door de Velsertunnel;

• Bovendien gaat DSM over tot «warme Bleve vrij rijden». Dat betekent dat DSM het spoorvervoer van zijn gevaarlijke stoffen zodanig zal (laten) organiseren dat een ontploffing van een ketelwagen met gas als gevolg van een plasbrand onder die wagen, niet zal kunnen vóórkomen. In dergelijke gevallen gaat het overigens niet om het vervoer van ammoniak, maar om vervoer van gassen en brandbare vloeistoffen. Daarmee is DSM het eerste bedrijf dat zich committeert aan deze logistieke afspraak die leidt tot een aanmerkelijke verbetering van de externe veiligheid in de omgeving van spoortransportassen.

De vestiging van DSM Agro in IJmuiden sluit uiterlijk op 31 december 2009 waardoor het structurele spoorvervoer van ammoniak tussen Geleen en IJmuiden op die datum definitief wordt beëindigd. De verwerking van deze ammoniakstroom op de DSM locatie in Geleen is als volgt technisch mogelijk:

• Fase 1: één van de salpeterzuurfabrieken die nu in IJmuiden staat, zal door DSM worden verplaatst naar Geleen, waardoor in 2011 en volgende jaren minimaal 55 000 ton ammoniak per jaar extra in Geleen zal worden verwerkt. Dit is een resultaatverplichting voor DSM.

• Fase 2 : DSM Agro spant zich maximaal in om de verwerkingscapaciteit van ammoniak in Geleen zodanig op te voeren zodat uiterlijk in 2015 additioneel nog eens 61 000 ton ammoniak in Geleen zal worden verwerkt, waardoor afvoer van deze reststroom overbodig wordt. Dit is een inspanningsverplichting voor DSM.

De sluiting van de DSM Agro vestiging in IJmuiden leidt tot een verlies van circa 120 arbeidsplaatsen. Op basis van het bestaande werkgelegenheidspact en afspraken over herplaatsing binnen Corus en DSM verwacht DSM dat gedwongen ontslagen voorkomen kunnen worden.

Tot het moment van realisatie van fase 2 zal het resterende ammoniak (circa 61 000 ton per jaar) per spoor worden afgevoerd naar Duitsland en/of België/Frankrijk via de kortste routes d.w.z. de grensovergangen Venlo en Maastricht.

De overheid is bereid een schadevergoeding te betalen van € 47 996 000 voor het uitvoeren van de beschreven sluiting- en verplaatsingsvariant waarbij de productie en verwerking van ammoniak geografisch meer in balans wordt gebracht. De financiële bijdrage bestaat uit een schadevergoeding die op grond van de circulaire schadevergoedingen Wet milieubeheer wordt verleend en door het onafhankelijke adviesbureau Stichting Advisering Onroerende Zaken (SAOZ) is vastgesteld.

De schadevergoeding wordt door de ministeries van VROM en VenW gezamenlijk betaald. Het VROM-aandeel wordt betaald uit de voor dit doel gereserveerde gelden op de VROM begroting.

Het VenW aandeel wordt betaald uit het voor verbetering veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen (Infrafonds art. 18) beschikbare budget.

In het principeakkoord zijn twee voorbehouden opgenomen voordat het in werking kan treden:

• De Tweede Kamer der Staten-Generaal kan in meerderheid instemmen met de inhoud van het principeakkoord.

• Bij DSM de adviesprocedure conform de Wet op de Ondernemingsraden onherroepelijk is afgerond.

Het principeakkoord zal worden uitgewerkt in een convenant. Dit convenant dient binnen 3 maanden na ondertekening van het principeakkoord te zijn afgerond en zal voorafgaand aan ondertekening aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijk Ordening en Milieu,

J. M. Cramer

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven