Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2024
Hierbij zend ik u het Besluit van 24 april 2024, houdende wijziging van het Besluit
afbreking zwangerschap in verband met de medicamenteuze afbreking van de zwangerschap
via de huisarts en enkele andere wijzigingen. Dit besluit is op 14 mei 2024 in het
Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2024, 125).
Conform artikel 13, tweede lid, van de Wet afbreking zwangerschap wordt u hierbij
op de hoogte gesteld van de publicatie van de voorgenomen wijziging van het Besluit
afbreking zwangerschap. Over de wijziging is geen advies uitgebracht, omdat het Adviescollege
toetsing regeldruk het dossier niet geselecteerd heeft voor een formeel advies.1 Een ontwerp van het besluit is openbaar geconsulteerd. In paragraaf 7 van de nota
van toelichting is op hoofdlijnen ingegaan op de ontvangen reacties en de verwerking
daarvan.
Gelet op artikel 13, tweede lid, van de Wet afbreking zwangerschap zal de wijziging
van het Besluit afbreking zwangerschap in werking treden nadat drie maanden zijn verstreken
sinds de publicatie van het besluit. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van
het besluit met ingang van 1 januari 2025.
Met deze brief doe ik tevens de toezegging af om, bij het aanbieden van de wijziging
van het Besluit afbreking zwangerschap, terug te komen op hoe de financiering voor
Caribisch Nederland wordt georganiseerd.2
De financiering van een medicamenteuze zwangerschapsafbreking via de huisarts in Caribisch
Nederland zal verlopen via de contracten die het Ministerie van VWS (Directie Zorg
en Jeugd Caribisch Nederland) heeft met de zorginstellingen op de eilanden. Dit sluit
aan bij de wijze waarop abortuszorg en huisartsenzorg momenteel worden gefinancierd
in Caribisch Nederland. De gegevensverstrekking in het kader van de registratieplicht
van de huisarts zal in Caribisch Nederland verlopen via het ziekenhuis Fundashon Mariadal
op Bonaire. Dit ziekenhuis verzamelt momenteel al de gegevens conform de modelformulieren
over alle zwangerschapsafbrekingen op de eilanden en levert deze jaarlijks aan bij
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Hiermee wordt voldaan aan artikel 11a, eerste
lid, Wet afbreking zwangerschap.
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra