30 359
Samenvoeging van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 21 februari 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

1. Inleiding 1

2. Totstandkoming advies 2

2.1. Herindelingsbeleid kabinet 2

2.2. Algemeen herindelingsbeleid provincie Limburg 3

2.3. Voorgeschiedenis 3

2.4. Standpuntbepaling 3

3. Herindelingsadvies en inhoud van het wetsvoorstel 4

3.1. De nieuwe gemeente Roerdalen 4

3.2. Regionale samenwerking 4

4. Financiële aspecten 5

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie hebben met zorg kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Er leeft bij hen een aantal vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel met betrekking tot de samenvoeging van de gemeenten Ambt Montfort en Roerdalen. Alvorens zij tot een definitief standpunt komen willen zij graag eerst enkele algemene opmerkingen maken en de regering diverse vragen stellen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de herindelingsvoorstellen om de gemeente Roerdalen te vormen.

2. Totstandkoming advies

2.1. Herindelingsbeleid kabinet

De leden van de CDA-fractie constateren dat de raden van Ambt Montfort en Roerdalen positief tegenover de vorming van een nieuwe gemeente staan. De leden van de CDA-fractie vragen hoe de bevolking van beide gemeenten bij het besluitvormingsproces betrokken is geweest en welke rol de provincie heeft gespeeld bij dit herindelingsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering waarom zij heeft besloten de herindelingvoorstellen Midden-Limburg in drie wetsvoorstellen te verdelen. Dit vragen zij ook omdat zij willen horen wat nu de integrale toekomstvisie is van de regering voor deze regio, wat betreft de sociaal-economische situatie, de bestuurskracht van de gemeenten en de krachtige positie van de centrumgemeenten, te weten Weert en Roermond. Kan de regering hier een visie op geven? Kan de regering vervolgens aangeven of deze herindelingvoorstellen, die tot robuuste gemeenten moeten leiden, een oplossing bieden voor de problematiek in die regio en dan niet alleen binnen de landsgrenzen, maar zeker ook in de dynamiek van de grensgebieden van Duitsland en België.

Waarom is de regering van mening dat dit voorstel past in het Beleidskader herindeling? Dit kader spreekt immers van duurzaamheid terwijl de nieuwe gemeente 20 000 inwoners gaat omvatten. Ook vragen zij hoe dit voorstel past in het uitgangspunt van regionale samenhang. Beide gemeenten hebben immers een oriëntatie op Roermond en met deze samenvoeging wordt deze oriëntatie sterker naar binnen gericht. Hoe ziet de regering dan die regionale samenhang; wordt deze niet juist doorbroken door dit voorstel?

De leden van de VVD-fractie constateren, dat de provincie Limburg één herindelingsvoorstel voor het hele gebied Midden-Limburg heeft vastgesteld. Tot hun verbazing heeft de regering, anders dan gebruikelijk, de Tweede Kamer drie wetsvoorstellen voorgelegd in plaats van één wetsvoorstel. Zij vragen waarom de regering niet voor één wetsvoorstel voor het gehele gebied heeft gekozen. Deze aanpak maakt het voor de Tweede Kamer aanzienlijk ingewikkelder om haar medewetgevende taak goed uit te oefenen. Gaarne krijgen zij daarop een reactie van de regering.

Het is voor deze leden ook belangrijk te weten welke gemeenten nu deel uitmaken van de voorliggende herindelingsvoorstellen voor het gebied Midden-Limburg. In de Memorie van Toelichting wordt gemeld, dat de provincie Limburg een herindelingsprocedure voor de hele regio Midden-Limburg heeft gevoerd, inclusief de gemeenten Weert en Nederweert. Met deze gemeenten is ook (open) overleg gevoerd als bedoeld in de wet-Arhi. Beide gemeenten worden weliswaar niet opgeheven, maar de vraag van de leden van de VVD-fractie is of en in hoeverre deze gemeenten nu daadwerkelijk onderdeel hebben uitgemaakt van de gehele Arhi-procedure. Dat is hun niet geheel duidelijk. Ook zijn beide gemeenten bij het vervolgtraject betrokken geweest. Zo hebben beide gemeenten hun opvattingen gegeven, zowel schriftelijk als mondeling, in de richting van de Tweede Kamer. Anders gezegd: als de regering had gekozen voor de normaal gehanteerde werkwijze met één integraal wetsvoorstel zouden beide gemeenten dan onderdeel hebben uitgemaakt van de plankaart? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere toelichting met betrekking tot de doorlopen Arhi-procedure voor het gebied Midden-Limburg en de positie van de gemeenten Weert en Nederweert daarbij.

De leden van de SP-fractie hebben veel reacties gekregen van de bestuurders en volksvertegenwoordiging in deze gebieden en weinig van de bevolking zelf. Kan de regering aangeven welke peilingen er onder de bevolking zijn geweest en welk draagvlak die hebben aangetoond?

Deze leden zijn bereid herindelingen te steunen die veel lokaal draagvlak hebben. In gevallen waar dit niet zo is, zien deze leden de meerwaarde van herindelingen niet in. Vaak horen zij klachten van afnemende dienstverlening, stijgende lasten, dure nieuwe gemeentehuizen. Over economische voordelen en betere samenwerking tussen gemeenten of over schaalvoordelen bij «gedwongen herindelingen» horen zij veel minder. Zij verzoeken de regering het draagvlak voor deze herindeling nader te motiveren.

2.2. Algemeen herindelingsbeleid provincie Limburg

De leden van de PvdA-fractie willen graag het oordeel van de regering vernemen over de toets van de provincie. Deze beslaat drie punten, financiële gezondheid, bestuurskracht en regionale samenhang. Hoe beoordeelt de regering de duurzaamheid van het onderhavige voorstel, gezien de beperkte omvang van het gebied? Hoe beoordeelt de regering de duurzaamheid in relatie tot de grensgebiedenproblematiek en tot decentralisatie? Hoe beoordeelt de regering de opvatting van de provincie over de regionale samenhang, gezien de oriëntatie van de gemeenten op Roermond?

2.3. Voorgeschiedenis

De leden van de PvdA-fractie vragen voorts aan de regering waarom de provincie niet heeft doorgezet op het afgeslankte St .Odiliënberg-concept. Welke rol heeft de provincie gespeeld toen bleek dat de gemeentebesturen (wederom) geen overeenstemming konden bereiken? Hoe beoordeelt de regering de rol van de provincie?

Wat heeft de provincie bewogen het voorstel te versmallen tot Ambt Montfort-Roerdalen? Waarom heeft de regering een knip aangebracht in de wetsvoorstellen Roermond-Swalmen en Ambt Montfort-Roerdalen, gezien de samenhangende problematiek en geschiedenis?

2.4. Standpuntbepaling

In het voorstel stelt de regering dat er verscheidene argumenten zijn voor de fusie. De leden van de PvdA-fractie willen weten op welke argumenten dit voorstel rust en of zij steekhoudend zijn. Hoe ziet de regering de plattelandsopgave van de nieuwe gemeente in relatie tot de stad Roermond? Hoe taxeert de regering de bestuurskracht gezien het beperkte inwoneraantal? Kan de regering exact aangeven hoe de oriëntaties van beide gemeenten in elkaar steken? Waar maken de inwoners gebruik van voorzieningen? Waar winkelt men en waar gaat men uit? Waar werken de inwoners? Welke rol speelt de nieuwe gemeente ten opzichte van de centrumstad Roermond? Is er door dit voorstel dan sprake van een verzwakking of een versterking van de centrumfunctie van Roermond? Wat draagt de nieuwe gemeente bij aan de sociale en economische structuur van het gebied ten oosten van de Maas? Wat lost deze herindeling op in de zin van de sociaal economische problematiek ten oosten van de Maas, zo vragen deze leden.

De leden van de VVD-fractie merken op, dat uit de bezoeken, de brieven en de hoorzitting blijkt dat het voor Midden-Limburg niet eenvoudig is zich te handhaven in het economisch krachtenveld. De rol voor de gemeenten Weert en Roermond is daarbij van groot belang. Al eerder in de geschiedenis, bij discussies over herindelingen, is aandacht gevraagd voor de trekkersrol van beide gemeenten. Zo werd op 12 juni 1990 in de Tweede Kamer de motie-Castricum (TK 21 226 nr. 17) met brede steun aanvaard. De motie constateerde reeds toen dat de positie van de gemeente Roermond in de toenmalige herindelingsvoorstellen voor Midden-Limburg onvoldoende werd versterkt. Wat is er sindsdien gedaan om voor deze constatering een oplossing te bieden, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Ook nu weer komt, met name de gemeente Roermond, er in de voorstellen bekaaid af, zo wordt wel beweerd. Kan de regering uiteenzetten wat de behoeften van de gemeenten Weert en Roermond zijn om hun rol in de toekomst te kunnen blijven spelen? Hoe is het gesteld met het draagvlak voor regionale voorzieningen en de mogelijkheden om zich binnen de huidige grenzen verder te ontwikkelen als het gaat om woningbouw en bedrijfsvestigingen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie daarop een reactie van de regering. Daarnaast willen deze leden graag weten wat de opvattingen van de regering zijn ten aanzien van de krachtsverhoudingen in het gehele gebied, als naast de gemeenten Roermond en Weert een beperkt aantal grote randgemeenten ontstaan zonder dat de gemeenten Roermond en Weert in gelijke mate meegroeien.

Uit alle informatie, schriftelijk en mondeling, is de leden van de VVD-fractie gebleken dat de herindeling in Midden-Limburg wel erg totstandkomt met de rug naar het stedelijk gebied toe. Zelfs de samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen willen een aantal insprekers weer ongedaan maken. Wat vindt de regering van deze beweging?

Het gemeentebestuur van Roermond heeft de Tweede Kamer laten weten dat het de voorkeur geeft aan een samenvoeging van de gemeenten Roermond, Swalmen, Roerdalen en Ambt Montfort. Wat vindt de regering van deze variant? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Is de regering het met deze leden eens dat de beide trekkers voor het gehele gebied van groot belang zijn? Is de regering met hen van opvatting dat als het goed gaat met Roermond en Weert dat daarmee het gehele gebied is gediend? Maar ook omgekeerd, dat als het slecht gaat met Roermond en Weert, omdat zij onvoldoende in staat zijn hun rol waar te maken, dat dat uiteindelijk zeer negatief voor het gehele gebied uitwerkt?

3. Herindelingsadvies en inhoud van het wetsvoorstel

3.1. De nieuwe gemeente Roerdalen

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering argumenten te geven voor de stelling dat de nieuwe fusiegemeente een positieve bijdrage levert aan de regio. In welke zin zal sprake zijn van een positieve bijdrage en wie wordt daar in welk opzicht beter van, zo vragen deze leden.

De leden van de VVD-fractie hebben uit de verkregen informatie van de gemeenten Roerdalen en Ambt Montfort begrepen dat beide gemeenten naadloos bij elkaar passen. Toch wordt niet uitgesloten geacht dat dit niet de laatste herindeling zal zijn waarbij deze gemeenten zijn betrokken. Wat vindt de regering van deze opvatting? Acht de regering het denkbaar dat eerst de voorgestelde herindeling zal plaatsvinden en dat op termijn toch weer de optie voor samengaan met de gemeente Roermond bespreekbaar wordt gemaakt? Acht de regering een dergelijke ontwikkeling wenselijk? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op deze vragen.

3.2. Regionale samenwerking

De leden van de PvdA-fractie stellen met stijgende verbazing vast dat ook ten aanzien van dit wetsvoorstel flankerend beleid nodig is. Is de regering het met de zienswijze van deze leden eens dat flankerend beleid betekent dat de herindeling onvoldoende antwoord geeft op de gestelde problemen?

De regering stelt dat er in de regio draagvlak is om Roermond te steunen in haar stedelijke herstructureringsopgave. Waar baseert de regering deze uitspraak op? Is er al sprake van onomkeerbare besluiten? Hoe duurzaam is die uitspraak? Hoe denkt de regering te handelen als de nieuwe gemeente andere besluiten neemt? Is de regering op de hoogte van de stand van zaken van deze bijdrage en kan de regering de Kamer hier exact over informeren? Wat draagt het flankerend beleid bij aan het terugdringen van bestuurlijke drukte in deze regio? Kan de regering een overzicht geven waaruit de huidige bestuurlijke drukte blijkt? Waarom zet de regering niet in op een fusie van Ambt Montfort-Roerdalen-Roermond en Swalmen, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie vinden dat gemeenten problemen uit de regio, zoals de verdeling van sociale woningbouw en de opname van verschillende economische klassen, uitdrukkelijk moeten zien als een probleem dat niet enkel aan centrumgemeenten mag worden overgelaten. Anderzijds kan het niet zo zijn dat grote gemeenten «landjepik» spelen bij omringende gemeenten. Zij vragen de regering in hoeverre de gemeenten in de nieuwe vorm «gelijkwaardig» blijven of dat één gemeente sterk haar stempel op de anderen zal drukken terwijl deze andere gemeenten verschillende opvattingen over hun ontwikkeling hebben.

Deze leden hebben voorts begrepen dat in de regio de sociaal-economische problemen onder de bevolking, zoals de verdeling van sociale woningen, tot onenigheid heeft geleid. Hoe draagt de herindeling bij aan de oplossing van dit probleem? En in hoeverre kunnen de oplossingen rekenen op instemming van de nu bestaande gemeenten?

4. Financiële aspecten

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de toelichting van de regering op de financiële positie van de nieuwe gemeenten onvolledig is. Zij fractie verzoeken dan ook de regering de financiële positie nader te onderzoeken en met een aanvullend advies richting Kamer te komen.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GL), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Meijer (PvdA), Vacature (algemeen) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Eski (CDA), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Vacature (PvdA) en De Wit (SP).

Naar boven