nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten
Binnenmaas en ’s-Gravendeel samen te voegen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
§ 1. Opheffing en instelling van gemeenten
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Binnenmaas
en ’s-Gravendeel opgeheven.
Artikel 2
Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Binnenmaas
ingesteld, bestaande uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Binnenmaas
en ’s-Gravendeel, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
§ 2. Overige bepalingen
Artikel 3
Voor de nieuwe gemeente Binnenmaas wordt de op te heffen gemeente Binnenmaas
aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling,
in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in
dat artikel.
Artikel 4
Voor de op te heffen gemeenten Binnenmaas en ’s-Gravendeel wordt
de nieuwe gemeente Binnenmaas aangewezen voor de toepassing van de volgende
bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:
a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering
van gemeentelijke belastingen;
b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke
regelingen;
c. artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van de voorziening
van drinkwater, elektriciteit en gas.
Artikel 5
1. Voor de nieuwe gemeente Binnenmaas wordt een tussentijdse raadsverkiezing
als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels
herindeling gehouden.
2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt
de op te heffen gemeente Binnenmaas belast.
3. Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de
datum waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden
ingevolge de Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet
plaats in de gemeente die bij deze wet is ingesteld.
4. De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente
eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode
van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste
verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 6
In de tabel, bedoeld in artikel E1, eerste lid, van de Kieswet, vervalt
met ingang van de datum van herindeling bij kieskring nummer 14 «’s-Gravendeel,».
Artikel 7
In artikel 7 van de Wet op de rechterlijke indeling in het gestelde onder «Arrondissement
Dordrecht» vervalt met ingang van de datum van herindeling «, ’s-Gravendeel».
Artikel 8
In de bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 1993,
onder «Zuid-Holland-Zuid», vervalt met ingang van de datum van
herindeling «’s-Gravendeel».
Artikel 9
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,