30 350
Wijziging van de Wet op het notarisambt en enige andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid het ambt van notaris in dienstbetrekking uit te oefenen en het aanbrengen van enkele wijzingen van technische aard (Wet notaris in dienstbetrekking)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in de mogelijkheid het ambt van notaris in dienstbetrekking uit te oefenen en enkele wijzigingen van technische aard in de Wet op het notarisambt aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, wordt in het eerste lid, onder vervanging van de punt door een puntkomma, na onderdeel l een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

m. werkgever: de notaris, de maatschap of de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, derde lid, bij wie een notaris op basis van een arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, in dienstbetrekking werkzaam is.

B

In artikel 2 worden onder vernummering van het tweede lid tot het vierde lid, twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

2. Een notaris kan het ambt uitoefenen:

a. na te zijn benoemd op basis van een ondernemingsplan, of

b. na te zijn benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

3. De persoon die het ambt van notaris op basis van een arbeidsovereenkomst, als bedoeld in artikel 610 Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wenst uit te oefenen kan hiertoe een arbeidsovereenkomst aangaan met:

a. een notaris als bedoeld in het tweede lid, onder a;

b. een notaris die is benoemd op grond van de Wet van 9 juli 1842, Staatsblad 20, op het Notarisambt;

c. de gezamenlijke notarissen deel uitmakend van een maatschap van notarissen die allen zijn benoemd op basis van een ondernemingsplan; of

d. een rechtspersoon waarvan de aandeelhouders allen notaris zijn die zijn benoemd op basis van een ondernemingsplan.

C

In artikel 3 worden na het vijfde een nieuw lid ingevoegd, luidende:

7. Het is de notaris in dienstbetrekking niet toegestaan met meer dan één werkgever een dienstbetrekking als notaris aan te gaan.

D

Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

3. In geval van een opschorting van rechtswege van de bevoegdheid tot uitoefening van het ambt op grond van de artikelen 13a of 26 wordt daarvan in het register aantekening gehouden, met vermelding van de datum waarop de opschorting van de bevoegdheid van rechtswege is ingegaan en de datum waarop deze is geëindigd.

E

Artikel 6, tweede lid, onderdeel b, onder 4°, komt te luiden:

4°. dat hij in het bezit is van:

a. een ondernemingsplan dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 7, eerste lid, alsmede van het advies als bedoeld in artikel 7, tweede lid, of

b. een arbeidsovereenkomst die voldoet aan de voorwaarden van artikel 7a, alsmede.

F

In het eerste lid van artikel 7 wordt de zinsnede «bedoeld in artikel 6» vervangen door: bedoeld in de artikelen 6 en 8a, eerste lid.

G

Na artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

1. Uit de arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 6, blijkt in ieder geval dat:

a. de verzoeker en zijn beoogd werkgever een professioneel statuut hebben getekend;

b. de verzoeker na benoeming op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zal zijn voor ten minste het aantal uren, bedoeld in artikel 29, derde lid, tweede volzin; en

c. de mogelijkheid voor de notaris om na het einde van de arbeidsovereenkomst bij een andere notaris in dienst te treden of om zich zelfstandig als notaris te vestigen niet beperkt wordt.

2. Over de arbeidsovereenkomst en het professioneel statuut wordt advies uitgebracht door de KNB. Het advies wordt als bijlage bij de arbeidsovereenkomst gevoegd.

3. Bij verordening worden regels gesteld ten aanzien van het professioneel statuut. De regels strekken tot het waarborgen van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris die het ambt in dienstbetrekking uitoefent.

4. De verordening bedoeld in het derde lid, bevat in ieder geval regels ten aanzien van:

a. de instructiebevoegdheid van de werkgever;

b. de bevoegdheid van de notaris die in dienstbetrekking werkzaam is een specifieke opdracht te weigeren;

c. het voorkomen van eenzijdige beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever bij een verschil van inzicht over het beroepsmatige beleid van de werknemer bij de behandeling van een aan hem toevertrouwde zaak.

H

In artikel 8, eerste lid, komt de tweede volzin te luiden: Bij het verzoek legt hij bewijsstukken over waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.

I

Na artikel 8 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

1. De notaris in dienstbetrekking dan wel de notaris, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, die het ambt op basis van een ondernemingsplan wil uitoefenen dient bij Onze Minister een daartoe strekkend verzoek in, met opgave van de gemeente waarin hij voornemens is zich te vestigen. Bij het verzoek legt hij een ondernemingsplan over. Op het verzoek is artikel 8, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

2. De notaris die het ambt op basis van een ondernemingsplan uitoefent en die in dienstbetrekking werkzaam wil zijn, dient bij Onze Minister een daartoe strekkend verzoek in. Bij het verzoek legt hij een arbeidsovereenkomst over. Op het verzoek is artikel 8, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

J

Aan artikel 10, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De notaris die werkgever is, voegt bij zijn verzoek een verklaring van de notaris die bij hem in dienstbetrekking is waaruit blijkt of deze eveneens verzoekt om wijziging van zijn plaats van vestiging.

K

Na artikel 10 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

1. De notaris in dienstbetrekking dan wel de notaris, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, die een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever wil aangaan dient hiertoe een verzoek in bij Onze Minister.

2. In het verzoek doet hij opgave van de naam van de notaris dan wel de maatschap of de rechtspersoon met wie hij een arbeidsovereenkomst wil aangaan. Bij het verzoek legt hij bewijsstukken over waaruit blijkt dat het dienstverband met de vorige werkgever is of zal worden beëindigd en dat hij in het bezit is van een arbeidsovereenkomst die voldoet aan de voorwaarden van artikel 7a.

3. Het verzoek wordt uitsluitend geweigerd, indien:

a. de bij het verzoek overgelegde arbeidsovereenkomst niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7a;

b. de verzoeker reeds bij een notaris in dienstbetrekking is en deze dienstbetrekking niet zal worden beëindigd; of

c. bij de nieuwe werkgever reeds het toegestane aantal notarissen in dienstbetrekking werkzaam is.

4. Indien Onze Minister instemt met het verzoek, wijzigt hij bij beschikking het besluit waarin de naam en plaats van vestiging van de werkgever van de notaris in dienstbetrekking zijn opgenomen.

5. Op het verzoek is artikel 10, vijfde en zevende lid, van overeenkomstige toepassing.

L

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het derde lid komt te luiden:

3. De notaris is verplicht zijn protocol op ordelijke wijze te bewaren op een tegen brand en andere gevaren beveiligde plaats. Ingeval de notaris in dienstbetrekking werkzaam is, rust deze verplichting op de werkgever.

b. Na het derde lid worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

4. Ingeval de notaris in dienstbetrekking een arbeidsovereenkomst aangaat met een notaris van een ander kantoor dan zijn huidige werkgever, ontslagen wordt of ontslag neemt, defungeert of komt te overlijden, neemt de werkgever het protocol over.

5. Bij verordening worden nadere voorschriften gegeven ten aanzien van het derde en vierde lid.

M

Na artikel 13 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a

1. De bevoegdheid van de notaris die door beëindiging van de arbeidsovereenkomst geen werkgever heeft, is van rechtswege opgeschort. Artikel 103, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. Indien de werkgever van de notaris in dienstbetrekking zich vestigt in een andere plaats en de notaris in dienstbetrekking heeft verklaard geen wijziging van plaats van vestiging te vragen, is de bevoegdheid van de laatste het ambt uit te oefenen van rechtswege opgeschort vanaf het moment waarop de andere vestigingsplaats van de werkgever wordt gerealiseerd.

3. De opschorting van de bevoegdheid het ambt uit te oefenen eindigt indien:

a. de notaris na de opschorting een arbeidsovereenkomst aangaat die voldoet aan de eisen van artikel 7a en indien hij gedurende een al dan niet aaneengesloten periode van twee jaren binnen het tijdsbestek van drie jaren voorafgaande aan het beoogd tijdstip van aanvang van de dienstbetrekking als notaris of onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer notariële werkzaamheden heeft verricht of het notarisambt heeft waargenomen, of

b. de notaris wordt benoemd op basis van een ondernemingsplan.

4. De werkgever geeft in de gevallen bedoeld in het eerste en tweede lid, onverwijld kennis daarvan aan de kamer van toezicht. Een beëindiging van de arbeidsovereenkomst gaat pas in nadat de kamer van toezicht de ontvangst van de kennisgeving heeft bevestigd, onder vermelding van het tijdstip waarop de bevoegdheid van de notaris het ambt uit te oefenen van rechtswege is opgeschort of het tijdstip waarop van rechtswege de opschorting is opgeheven.

N

Het tweede lid van artikel 17 komt te luiden:

2. De notaris oefent zijn ambt niet uit in dienstbetrekking of in enig ander verband, waardoor zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid wordt of kan worden beïnvloed, behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, .

O

Aan artikel 18 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. De notaris in dienstbetrekking kan geen samenwerkingsverband aangaan.

P

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Dit lid is niet van toepassing op de notaris in dienstbetrekking.

b. Het vierde lid komt te luiden:

4. De notaris, bedoeld in artikel 2, onder a, maakt jaarlijks zowel ten aanzien van zijn kantoorvermogen als van zijn privé-vermogen binnen vier maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat betreffende de inkomensopstelling op en stelt deze op papier en voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden een staat van baten en lasten. De notaris in dienstbetrekking maakt jaarlijks ten aanzien van zijn privé-vermogen, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat betreffende de inkomensopstelling op en stelt deze op papier. Tevens maakt de notaris in dienstbetrekking die beschikt over een of meer bijzondere rekeningen jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar een staat op betreffende de kwaliteitsrekening en zijn bewaringspositie en stelt deze op papier. De termijnen, genoemd in de eerste en tweede volzin, kunnen op verzoek van de notaris door het Bureau op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd met ten hoogste twee maanden. Tegen een weigering van het verzoek kan de verzoeker beroep instellen bij de kamer van toezicht.

Q

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28

1. In de waarneming van het ambt van notaris wordt voorzien:

a. in geval van afwezigheid of verhindering van de notaris,

b. wanneer de notaris niet in staat is zijn ambt uit te oefenen wegens ziekte; of

c. in geval van een tuchtrechtelijke schorsing in de uitoefening van zijn ambt.

2. Naast de gevallen, genoemd in het eerste lid, wordt in de waarneming van een notaris als bedoeld in artikel 2, onder a, voorzien:

a. in geval van ontslag of vestiging buiten het arrondissement waarin zijn vestigingsplaats is gelegen; of

b. in geval van zijn overlijden.

3. Een notaris die in dienstbetrekking bij een werkgever werkzaam is, blijft in de gevallen genoemd in het eerste lid, onder a en b, indien deze betrekking hebben op zijn werkgever bevoegd. In de gevallen, genoemd in het eerste lid onder c, en het tweede lid, onder a en b, is de notaris in dienstbetrekking niet bevoegd tot uitoefening van het ambt, indien ten aanzien van hem slechts één notaris als werkgever optreedt, totdat een waarnemer is benoemd. Wordt de notaris in dienstbetrekking zelf tot waarnemer benoemd, dan is hij uit dien hoofde bevoegd tot de uitoefening van het ambt.

R

In artikel 29 wordt in het tweede lid de eerste volzin vervangen door: Op verzoek van een notaris benoemt de voorzitter van de kamer van toezicht een of meer notarissen of kandidaat-notarissen die aan de voorwaarden van het eerste lid voldoen, en die zich daartoe bereid hebben verklaard, als vaste waarnemer teneinde de notaris in de in artikel 28, onderdelen a en b, bedoelde gevallen te vervangen. Indien het de benoeming van een vaste waarnemer voor een notaris in dienstbetrekking betreft, wordt het verzoek door de notaris in dienstbetrekking samen met zijn werkgever gedaan.

S

In artikel 94 wordt in het derde lid de derde volzin vervangen door: Het andere lid wordt voorgedragen door Onze Minister van Financiën.

T

Artikel 110 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid vervalt de laatste volzin.

b. In het vierde lid, wordt de eerste volzin vervangen door: Het bestuur van het Bureau bestaat uit een voorzitter en uit minimaal twee en maximaal vier leden. In het bestuursreglement wordt het aantal leden vastgesteld. Een wijziging van het bestuursreglement inzake het aantal bestuursleden behoeft de goedkeuring van Onze Minister.

ARTIKEL II

Artikel 1, derde lid, onder c van de Pensioen- en spaarfondsenwet komt te luiden:

c. degene, die een vrij beroep uitoefent (zoals een advocaat, een notaris als bedoeld in artikel 2, onder a, van de Wet op het notarisambt, een accountant, een actuaris), geacht een onderneming te drijven.

ARTIKEL III

Onze Minister van Justitie zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet notaris in dienstbetrekking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven