30 346
Wijziging van de Ontgrondingenwet

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 februari 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onder T, onder 1, komt te luiden:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel b komt te luiden:

b. kosten van maatregelen, gericht op het bieden van compensatie in verband met de gevolgen van ingrijpende ontgrondingen ten behoeve van de grondstoffenvoorziening aan gebieden waar zodanige ontgrondingen plaatsvinden of plaatsgevonden hebben, voor zover het betreft ontgrondingen waarvoor een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 is ingediend voor 1 januari 2007;

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. kosten met betrekking tot het onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade.

Toelichting

Artikel 21f, eerste lid, onder b, van de Ontgrondingenwet ziet op heffingsbevoegdheid ten aanzien van de kosten van maatregelen, gericht op het bieden van compensatie in verband met de gevolgen van ingrijpende ontgrondingen aan gebieden waar zodanige ontgrondingen plaatsvinden. In het kader van het nieuwe beleid dat gericht is op multifunctionele en maatschappelijk verantwoorde projecten zullen kosten van compenserende maatregelen onderdeel uitmaken van het ontgrondingenproject als zodanig. Er is daardoor geen reden meer om deze heffingsmogelijkheid te handhaven tot 1 januari 2009 voor zover het nieuwe aanvragen voor een ontgrondingenvergunning betreft. Deze wijziging van artikel I, onder T, onder 1, voorziet in een wijziging van artikel 21f, eerste lid, onder b, van de Ontgrondingenwet in die zin dat de daarin opgenomen heffingsmogelijkheid vervalt voor aanvragen om een ontgrondingenvergunning vanaf 1 januari 2007.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven