30 337
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enige andere wetten

nr. 10
MOTIE VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL

Voorgesteld 22 november 2005

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat bij de definitie van het toetsingsinkomen van de Wet Awir een zodanige grondslag is gekozen dat iemand met een huurhuis een lagere kinderopvangtoeslag krijgt dan iemand met een gelijk inkomen en een koophuis en dat hetzelfde geldt voor de overige toeslagen op grond van de Wet Awir;

constaterende, dat deze hogere kinderopvangtoeslag voor de huiseigenaren in 2005 wordt genoten;

overwegende, dat de effecten op inkomen en koopkracht van deze ongelijkheid in de te verstrekken toeslagen een andere bestudering vraagt;

verzoekt de regering om vóór mei 2006 een notitie te maken over de effecten van de aanpassing van het toetsingsinkomen waarbij de hypotheekrenteaftrek niet meetelt en het huurwaardeforfait niet wordt bijgeteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Noorman-den Uyl

Naar boven