30 336
Regels inzake het toezicht op en de handhaving van de voorschriften voor financiële verslaggeving van effectenuitgevende instellingen alsmede tot wijziging van enige wetten (Wet toezicht financiële verslaggeving)

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 22 december 2005

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

Algemeen 1

• Internationale context 2

• Keuze voor de Autoriteit Financiële Markten (AFM) 2

• Toezichttaken van de AFM en rol van de Ondernemingskamer 3

• Budgettaire gevolgen en lasten voor het bedrijfsleven 3

• Reactie op ontvangen commentaar 4

• Tenslotte 4

Artikelsgewijze toelichting 4

Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij kunnen instemmen met de uitgangspunten van het wetsvoorstel zijnde «verbetering van de jaarrekeningprocedure, versterking van de corporate governance structuur van ondernemingen en het publieke toezicht op de accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten», maar wel hebben ze nog enige vragen en opmerkingen ten aanzien van voorliggend wetsvoorstel.

De leden van de fracties van de PvdA en de VVD hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele nadere vragen en opmerkingen.

Internationale context

De leden van de fractie van het CDA vragen of er al afstemming heeft plaatsgevonden over de IAS-normen in Europees verband door de AFM met andere Europese toezichthouders. Zo ja, wat is daar uit gekomen? Zo neen, voor wanneer is dit gepland en per wanneer is het dan zinvol om dit wetsvoorstel in werking te laten treden? Ook de Raad van State oordeelt dat een toezichthouder die nog zoekende is naar de precieze inhoud van de te handhaven normen, de onder zijn toezicht gestelde ondertussen niet mag afrekenen op de nog niet getoetste uitkomsten van zijn zoektocht.

Is in andere Europese landen de IAS-richtlijn al aangenomen en geïmplementeerd? Kan de regering een overzicht geven waar en hoe dit in andere landen is ingevoerd en hoe daar dan de afstemming plaatsvindt met overige EU-lidstaten?

Voorts vragen de leden van de CDA-fractie of de regering kan weergeven of de IAS-verordening per heden al tot toezicht door – zoals nu voorgesteld – de AFM verplicht? Waarom kan er niet gewacht worden met het uitoefenen van het toezicht op financiële verslaggeving tot in 2009 voor wat betreft het toezicht door de AFM, aangezien pas in 2009 de Verenigde Staten de IAS-normen accepteren? Zo ontstaat enige tijd en ruimte om in Europees verband een en ander af te stemmen met betrekking tot dit toezicht.

Kan de regering aangeven in hoeverre het wetsvoorstel verder gaat dan de Europese wetgeving, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Kan de regering dit ook per artikel toelichten, eventueel per lid van een artikel? Deze leden willen graag een heel duidelijk overzicht ontvangen van de plaatsen in het wetsvoorstel waar sprake is van een nationale kop met de bijbehorende motivering van de regering waarom op die punten gekozen is voor een nationale kop.

Ook vragen de leden van de VVD-fractie of de regering kan aangeven op welke manier in de ons omringende landen sprake is van een nationale kop op deze Europese regelgeving? Hoe zal een eventuele kop in onze regelgeving onze concurrentiepositie op korte en lange termijn beïnvloeden?

Keuze voor de Autoriteit Financiële Markten (AFM)

De AFM moet niet de voorgelegde financiële verslaggeving inhoudelijk beoordelen. De AFM heeft bij dit toezicht geen bestuursrechtelijke inlichtingenbevoegdheid. Men mag niet om nadere informatie vragen tenzij via de Ondernemingskamer. Men mag ook niet het werk van de Ondernemingskamer of de accountant doen. Kan het regering nog eens helder uiteen zetten wat de AFM in dit kader nu wel precies gaat doen en welke toegevoegde waarde dit wetsvoorstel nu feitelijk heeft, zo vragen de leden van de fractie van het CDA?

De Raad van State is zeer kritisch in haar oordeel en merkt op «dat de thans voorgestelde wijze van toezicht op de financiële verslaggeving onvoldoende doelmatig is en nadelige effecten niet uitsluit». Zij adviseert negatief. In navolging van de Raad van State hebben de leden van de fractie van het CDA ook twijfels over de doelmatigheid en het nut van het voorgestelde toezicht door de AFM.

De leden van de PvdA-fractie juichen toe dat er extra toezicht komt op de kwaliteit van de jaarverslaggeving, naast de Wet toezicht accountantsorganisaties, om zo het vertrouwen in de financiële sector verder te herstellen, dat beschadigd was na een aantal omvangrijke boekhoudfraudes in 2002 en 2003. De leden van de PvdA-fractie hebben echter twijfels over de (civielrechtelijke) toezichtsystematiek die gekozen is. Waarom is er gekozen voor een rol van de AFM als procespartij bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam? Gaat de AFM nu het werk doen dat de VEB en Sobi tot nu toe hebben verricht? Waarom is niet gekozen voor het gebruikelijke bestuursrechtelijke model, waar sprake van is bij alle andere toezichtwetten, waarvan de AFM is belast met de naleving ervan? Is deze wet niet een erg vreemde eend in de bijt?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering in te gaan op de veelgehoorde bezwaren van de alsmaar toenemende macht van de AFM? Is de machtspositie van de AFM meegenomen in de afweging over de vormgeving van het toezicht? Hoeveel fte zal de AFM naar aanleiding van dit wetsvoorstel extra aan moeten trekken?

Toezichttaken van de AFM en rol van de Ondernemingskamer

Hoe voorkomt de regering met dit wetsvoorstel een vergroting van de bureaucratie en indien dit stuk toezicht echt noodzakelijk is door hetzij Europese regelgeving, hetzij door eisen die buitenlandse toezichthouders hieraan stellen, is dan ook overwogen om dit bij de accountant en de advocaat generaal ten aanzien van de Ondernemingskamer te beleggen om versnippering van taken met betrekking tot de financiële verslaggeving te beperken, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

Het betreft toezicht achteraf op een consistente en transparante wijze van financiële verslaggeving. Is overwogen om dit toezicht bij de accountant neer te leggen? Wat zijn de exacte redenen om dit niet te doen? Dit had ook in de Wet toezicht accountantsorganisaties neergelegd kunnen worden, menen de leden van de fractie van het CDA. Waarom is hier niet voor gekozen?

Vervolgens had de Advocaat-Generaal in situaties van onvolkomenheden een procedure bij de Ondernemingskamer kunnen starten. Zo vervalt een schakel in dit toezicht. De leden van de CDA-fractie vragen de regering een toelichting te geven waarom niet voor deze optie gekozen is. Met name omdat de AFM in enkele jaren tijd zoveel verschillende taken heeft gekregen, dat het de leden van de fractie van het CDA zinvol lijkt om bij iedere nieuwe toezichttaak goed te bekijken of deze echt noodzakelijk is en een toegevoegde waarde heeft in relatie tot de administratieve lasten en kosten.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering nader in te gaan op de lengte van de procedures die moeten worden gevolgd bij de Ondernemingskamer. Hoeveel personeelscapaciteit is er vrijgemaakt voor het toezicht op deze wet? In hoeveel gevallen verwacht de regering dat de AFM om een herziening zal vragen? Hoe komt de AFM aan informatie over onjuistheden in de jaarverslaggeving? Hoe verhoudt dit wetsvoorstel zich met de ingevoerde meldingsplicht voor accountants over onjuistheden in de jaarverslaggeving? Hoe zal de AFM omgaan met informatie die uit hoofde van andere toezichtstaken wordt verkregen?

Budgettaire gevolgen en lasten voor het bedrijfsleven

Kan de regering aangeven welke administratieve lasten het wetsvoorstel met zich meebrengt, zo vragen de leden van de fractie van de VVD. Kan de regering de Kamer op de hoogte stellen van de inhoud van het advies van Actal over dit wetsvoorstel? Hierbij wensen de leden van de VVD-fractie tevens een overzicht te krijgen van de nalevingkosten. Kan de regering een schatting geven van de extra kosten per instelling die uit dit wetsvoorstel voortvloeien?

Reactie op ontvangen commentaar

Kan de regering ingaan op de vragen en opmerkingen van de Nederlandse Vereniging van banken in haar brief van 12 december 2005? Deelt de regering de mening dat naleving van titel 9 van Boek 2 BW het doel moet zijn en daarbij een krachtige handhaving past? Waarom is gekozen voor deze moeizame procedure?

Tenslotte

Kan de regering tot slot aangeven, zo vragen de leden van de CDA-fractie, waarom er is gekozen voor de term «financiële verslaggeving» in plaats van voor de term «financiële verslaglegging»? De leden van de CDA-fractie zijn namelijk van mening dat dit beter aangeeft waar dit wetsvoorstel betrekking op heeft.

Artikelsgewijze toelichting

De leden van de fractie van de VVD vragen de regering in te gaan op onderstaande (technische) opmerkingen en vragen van VNO-NCW.

Artikel 15

Gegeven het feit dat de AFM één rechtspersoon is en dus één statutair regime kent, lijkt het ongewenst de ministeriële goedkeuring bij statutenwijziging in drie verschillende wetten en dan ook nog op verschillende wijzen te regelen.

Gezien het institutionele karakter van deze bepaling zou het voor de hand liggen het onderwerp exclusief te regelen in de wet waarbij de AFM is ingesteld, namelijk de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel 21

Ook deze bepaling heeft een meer institutioneel karakter en is dusdanig algemeen geformuleerd dat deze meer op haar plaats lijkt in de instellingswet van de AFM.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Tichelaar

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), Voorzitter, Koopmans (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Egerschot (VVD) en Irrgang (SP).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Vacature (PvdA), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), Vacature (algemeen), De Krom (VVD), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Stuurman (PvdA), Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), De Vries (VVD), Van Beek (VVD) en Gerkens (SP).

Naar boven