30 336
Regels inzake het toezicht op en de handhaving van de voorschriften voor financiële verslaggeving van effectenuitgevende instellingen alsmede tot wijziging van enige wetten (Wet toezicht financiële verslaggeving)

nr. 11
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN JAN DE VRIES EN DOUMA TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER DE NRS. 9 EN 10

Ontvangen 21 juni 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 26, onderdeel B, wordt artikel 449 als volgt gewijzigd:

a.  Lid 1 komt te luiden:

1. Het verzoek wordt ingediend binnen twee maanden na de dag waarop de jaarrekening is vastgesteld. Indien het verzoek wordt gedaan ten aanzien van een effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht financiële verslaggeving bedraagt de in de eerste volzin bedoelde termijn zes maanden.

b. In de leden 2 en 4 wordt «twaalf maanden» vervangen door: twee maanden of, voor zover het een effectenuitgevende instelling betreft als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht financiële verslaggeving, zes maanden.

II

In artikel 452, lid 2, wordt «twaalf maanden» vervangen door: zes maanden.

Toelichting

In het wetsvoorstel wordt de termijn voor het indienen van een verzoekschrift bij de Ondernemingskamer verlengd van 2 naar 12 maanden. Naar het oordeel van de indiener geeft een termijn van 12 maanden een te lange periode van onzekerheid. Dat is ongewenst, mede vanwege het feit dat in die termijn de verslaggeving voor het volgende boekjaar al in voorbereiding, gepubliceerd of vastgesteld is. Met dit amendement wordt de termijn voor het indienen van een verzoekschrift verlengd van 2 naar 6 maanden na vaststelling van de jaarrekening.

Tevens regelt dit amendement dat de termijn van 6 maanden alleen op beursgenoteerde ondernemingen (effectenuitgevende instellingen) van toepassing is. Voor alle overige instellingen is er geen reden om de bestaande termijn van 2 maanden te verlengen.

Jan de Vries

Douma

Naar boven