nr. 11
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN JAN DE VRIES EN DOUMA
TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER DE NRS. 9 EN 10
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 26, onderdeel B, wordt artikel 449 als volgt gewijzigd:
a. Lid 1 komt te luiden:
1. Het verzoek wordt ingediend binnen twee maanden na de dag waarop
de jaarrekening is vastgesteld. Indien het verzoek wordt gedaan ten aanzien
van een effectenuitgevende instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel
b, van de Wet toezicht financiële verslaggeving bedraagt de in de eerste
volzin bedoelde termijn zes maanden.
b. In de leden 2 en 4 wordt «twaalf maanden» vervangen
door: twee maanden of, voor zover het een effectenuitgevende instelling betreft
als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht financiële
verslaggeving, zes maanden.
II
In artikel 452, lid 2, wordt «twaalf maanden» vervangen door:
zes maanden.
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt de termijn voor het indienen van een verzoekschrift
bij de Ondernemingskamer verlengd van 2 naar 12 maanden. Naar het oordeel
van de indiener geeft een termijn van 12 maanden een te lange periode van
onzekerheid. Dat is ongewenst, mede vanwege het feit dat in die termijn de
verslaggeving voor het volgende boekjaar al in voorbereiding, gepubliceerd
of vastgesteld is. Met dit amendement wordt de termijn voor het indienen van
een verzoekschrift verlengd van 2 naar 6 maanden na vaststelling van de jaarrekening.
Tevens regelt dit amendement dat de termijn van 6 maanden alleen op beursgenoteerde ondernemingen (effectenuitgevende instellingen) van
toepassing is. Voor alle overige instellingen is er geen reden om de bestaande
termijn van 2 maanden te verlengen.
Jan de Vries
Douma