30 335
Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2006

Bij brief van 19 mei 2006 heeft u mij meegedeeld dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal zich in haar vergadering van 18 mei 2006 heeft verenigd met het verslag bevattende de voorstellen van de Commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven met betrekking tot familie S.M. Dit houdt in dat de Commissie aanneemt dat in geval van adressanten mogelijk sprake is van een uniek samenstel van factoren dat aanleiding geeft om het dossier van adressanten opnieuw te onderzoeken teneinde te bezien of ik dit oordeel kan delen. In uw brief heeft u mij verzocht de Kamer op de hoogte te stellen van mijn beslissing ten aanzien van de familie S.M.

Hierbij informeer ik u dat de Commissie mij reeds bij brief van 21 oktober 2005 heeft verzocht om inlichtingen te verstrekken met betrekking tot bovengenoemde familie. Bij brief van 15 december 2005 heb ik aan dit verzoek gevolg gegeven. Bij brief van 3 januari 2006 heeft de Commissie mij opnieuw verzocht om inlichtingen te verstrekken ten aanzien van deze familie. Bij brief van 23 februari 2006 heb ik ook aan dat verzoek gevolg gegeven. Volledigheidshalve heb ik de voornoemde brieven als bijlagen bij de onderhavige brief gevoegd.

Uw brief van 19 mei 2006 vormde voor mij evenwel aanleiding om het dossier van de familie S.M. nogmaals te bestuderen.

Met betrekking tot de genoemde medische klachten van betrokkenen kan ik u meedelen dat het Bureau Medische Advisering van het Ministerie van Justitie op10 mei 2006 een advies heeft uitgebracht omtrent de medische situatie van betrokkenen. Ter zitting van de ambtelijke hoorcommissie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 13 juni 2006 zijn betrokkenen in de gelegenheid gesteld om onder meer op dit advies te reageren. De inhoud van de uitgebrachte adviezen alsmede hetgeen door danwel namens betrokkenen dienaangaande is aangevoerd vormt geen aanleiding om betrokkenen in het bezit te stellen van de gevraagde verblijfsvergunning. Op de nog openstaande bezwaarprocedures gericht tegen de weigering van een verblijfsvergunning voor medisch behandeling zal derhalve, met inachtneming van het bovenstaande, op zeer korte termijn worden beslist.

Voorts deel ik u mee dat de in het verslag van de Commissie genoemde asielgerelateerde aspecten, alsook hetgeen hieromtrent door betrokkenen ter zitting is aangevoerd, gezien de systematiek van de Vreemdelingenwet 2000, binnen de thans lopende reguliere procedure, niet aan de orde kan komen. Indien betrokkenen menen dat in hun geval sprake is van asielgerelateerde aspecten kunnen ze, desgewenst, een nieuw verzoek om toelating als vluchteling indienen.

Tenslotte merk ik op dat de identiteit van betrokkenen tot op heden nog niet genoegzaam is aangetoond. Hierbij hecht ik er aan te benadrukken dat betrokkenen onjuiste gegevens hebben verstrekt omtrent hun identiteit, hetgeen door mij als een belangrijke contra-indicatie wordt gezien voor de verstrekking van een verblijfsvergunning.

Op grond van het bovenstaande zie ik derhalve geen aanleiding om de conclusie te kunnen rechtvaardigen dat in het geval van de familie S.M. sprake is van een dermate uniek samenstel van factoren en dat in hun verblijf hier te lande dient te worden berust.

Ik neem aan u hiermee voldoende te hebben ingelicht.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

BIJLAGE

Aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

Den Haag, 19 mei 2006

Hierbij deel ik u mede, dat de Kamer zich in haar vergadering van 18 mei 2006 heeft verenigd met het bijgaande verslag bevattende de voorstellen van de Commissie voor de Verzoekschriften over het adres van de familie S.M. te Oegstgeest.

Derhalve verzoek ik u namens de Kamer gevolg te geven aan de in het verslag bedoelde uitnodiging en haar zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van uw beslissing.

Met vriendelijke groet,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

F. W. Weisglas

Naar boven