30 327
Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID VAN HAERSMA BUMA

Ontvangen 19 juni 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 8, zesde lid, wordt «in ieder geval uiterlijk vijf jaar na de eerste verwerking» vervangen door: worden in ieder geval uiterlijk vijf jaar na de datum van eerste verwerking verwijderd.

II

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «op grond van de artikelen» ingevoegd: 8, zesde lid.

2. In het vierde lid vervallen de woorden: en in artikel 8, zesde lid,.

Toelichting

Met dit amendement wordt het mogelijk politiegegevens, die zijn verwerkt op basis van het eerste, tweede en derde lid van artikel 8 na vijf jaar niet standaard te vernietigen maar te verwijderen. In artikel 14 is vervolgens bepaald wat met deze verwijderde gegevens kan gebeuren.

Het College van Procureurs Generaal heeft in zijn advies bij het voorontwerp van deze wet aangegeven dat de ervaring leert dat met zekere regelmaat met behulp van deze gegevens alsnog de sleutel tot de oplossing van oude zaken kan worden gevonden. Om deze reden zou het College er voor willen pleiten om deze gegevens niet te vernietigen maar te bewaren en deze slechts onder bijzondere voorwaarden te ontsluiten, mede omdat de politieke en maatschappelijke druk om deze zaken tot een goed einde te brengen groot is.

Door dit amendement wordt niet uitgesloten dat de gegevens worden vernietigd. Veel politiegegevens die op basis van artikel 8 worden verwerkt zullen immers onvoldoende waarde hebben om deze langer te bewaren. Maar de verplichte vernietiging uiterlijk na vijf jaar wordt met dit amendement vervangen door een verwijdering.

Verwijderde politiegegevens kunnen alleen nog in bijzondere gevallen worden gebruikt. Van belang is met name artikel 14, derde lid, dat het mogelijk maakt verwijderde gegevens in bijzondere gevallen weer te verwerken met het oog op de handhaving van de rechtsorde in een bepaald geval (artikel 9) dan wel met het oog het verkrijgen van inzicht in de betrokkenheid van personen bij het beramen of plegen van een aantal in artikel 10 specifiek omschreven misdrijven en handelingen.

Ingevolge het eerste lid van artikel 14 zullen de verwijderde gegevens alsnog na een termijn van vijf jaar worden vernietigd, tenzij toepassing is gegeven aan het hiervoor genoemde derde lid van artikel 14. Is dat laatste het geval dan komen de gegevens te vallen onder het regime van artikel 9 of artikel 10 en gelden de verwijderingstermijnen van artikel 9, vierde lid, of 10, zesde lid, en na ommekomst daarvan de vernietigingstermijn van artikel 14, eerste lid.

Van Haersma Buma

Naar boven