30 324
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

In artikel I, onderdeel A, stond in het eerste lid «123, vierde lid» in plaats van «123a, vijfde lid».

Artikel I, onderdeel A, tweede lid, luidde: In het tweede lid wordt «aanhef en onderdeel d» vervangen door: onderdeel d, e of f.

Artikel I, onderdeel B, ontbrak.

Artikel I, onderdeel C, ontbrak en daarvoor in de plaats was artikel I, onderdeel B, opgenomen, dat luidde:

«B

Artikel 123 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de onderdelen d, e en f geletterd f, g en h.

2. In het eerste lid worden twee onderdelen ingevoegd, die luiden:

d. indien aan de houder van een rijbewijs een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is opgelegd voor de duur van ten minste twee jaren, voor alle categorieën waarvoor het rijbewijs is afgegeven en voor de resterende duur van de geldigheid, tenzij het CBR op grond van artikel 132, tweede lid, of 134, vierde lid, het rijbewijs reeds ongeldig heeft verklaard en deze ongeldigverklaring onherroepelijk is geworden;

e. indien aan de houder van een rijbewijs een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is opgelegd voor de duur van ten minste een jaar wegens een strafbaar feit dat is begaan op een moment waarop nog geen vijf jaren zijn verlopen na een vroegere onherroepelijke veroordeling wegens een strafbaar feit waarvoor een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen kan worden opgelegd, voor alle categorieën waarvoor het rijbewijs is afgegeven en voor de resterende duur van de geldigheid, tenzij het CBR op grond van artikel 132, tweede lid, of 134, vierde lid, het rijbewijs reeds ongeldig heeft verklaard en deze ongeldigverklaring onherroepelijk is geworden;.

3. In het tweede lid wordt «eerste lid, aanhef» vervangen door: eerste lid, onderdelen a tot en met c en f tot en met h.

4. Er worden vier leden toegevoegd, die luiden:

3. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel e, wordt het voldoen aan voorwaarden die door de officier van justitie ter voorkoming van strafvervolging zijn gesteld, met een veroordeling gelijkgesteld.

4. Indien een rijbewijs dat op grond van het eerste lid, onderdeel d of e, ongeldig zou zijn, reeds eerder zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, dan wel indien een rijbewijs dat voor ongeldigheid van rechtswege in aanmerking komt, reeds eerder door het CBR ongeldig is verklaard en deze ongeldigverklaring onherroepelijk is geworden, plaatst de officier van justitie een aantekening in het rijbewijzenregister waaruit blijkt dat de houder bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs op bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijze dient aan te tonen dat hij beschikt over de rijvaardigheid en de lichamelijke en geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie of categorieën waarop de door de houder overgelegde aanvraag betrekking heeft.

5. De houder van het ongeldige rijbewijs dient dat rijbewijs, voor zover inlevering niet reeds heeft plaatsgevonden op grond van een ander artikel, in te leveren bij degene die is belast met de afgifte van rijbewijzen.

6. Onder rijbewijs bedoeld in het eerste lid, onderdelen d en e, derde en vierde lid, wordt mede verstaan een rijbewijs, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.»

Artikel I, onderdeel D, was geletterd onderdeel C, en daarin stond in plaats van «123a»: 123, onderdeel d of e.

Artikel I, onderdeel E, was geletterd onderdeel D, en daarin stond in plaats van «123a»: 123, onderdeel d of e. Voorts ontbrak in dat onderdeel aan het slot: geworden.

Artikel I, onderdeel F, was geletterd onderdeel E, en daarin stond in plaats van «123a, vijfde lid»: 123, vijfde lid.

Artikel I, onderdeel G, was geletterd onderdeel F.

Artikel I, onderdeel H, was geletterd onderdeel G, en in dat onderdeel was het vierde lid van artikel 179b genummerd het derde lid, en ontbrak in dat artikel het derde lid.

Artikel I, onderdeel I, was geletterd onderdeel H, en daarin stond in plaats van «123a»: 123, onderdeel d of e.

In artikel III, onderdeel A, stond in plaats van «onderdeel C»: onderdeel B.

In arikel III, onderdeel B, stond in plaats van «onderdeel H»: onderdeel G.

In artikel IV, onderdeel A, stond in plaats van «artikel 123a, tweede lid»: artikel 123, derde lid.

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen deel

In paragraaf 1 ontbrak in de eerste alinea: , het gaat dan bovendien om feiten die niet hebben geleid tot schade of letsel.

In paragraaf 3.1, onder het subkopje «De bestaande regeling» ontbrak in de derde alinea: Indien de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders (Stb. 283) in werking treedt, zal de politie het rijbewijs van beginnende bestuurders al moeten invorderen bij rijden onder invloed van een alcoholpromillage van ten minste 0,8 en zal de officier van justitie dit rijbewijs mogen gaan inhouden bij een promillage van ten minste 1,3. Onder dat subkopje stond in de derde alinea, aan het slot, in plaats van «artikel I, onderdeel G»: artikel I, onderdeel F. Onder dat subkopje stond in de vierde alinea in plaats van «In bepaalde ernstige gevallen kan het rijbewijs worden geschorst»: In geval van een onderzoek kan het rijbewijs worden geschorst. In dezelfde paragraaf, onder het subkopje «De inpassing van het puntenstelsel» stond in de vierde alinea in plaats van «een verkeersdelict een patroon van ernstige verkeersfouten doet vermoeden»: een ernstig verkeersdelict een sterk patroon van verkeersfouten doet vermoeden.

In paragraaf 3.2, vierde alinea, tweede zin, stond in plaats van «met name»: vooral. In die zin stond in plaats van «vormt sinds jaar en dag de kern»: maakt sinds jaar en dag de kern uit. In de zevende alinea van deze paragraaf ontbrak in de eerste zin: tweede. In de negende alinea van deze paragraaf stond in de eerste zin in plaats van «de andere»: enkele.

In paragraaf 3.3 ontbrak onder het subkopje «Inrichting AMvB» in de vierde alinea, eerste zin: te maken. In deze paragraaf ontbrak onder het subkopje «Hardheidsclausule» in de eerste alinea de zin: Van afwijking van de gestelde bovengrens kan pas sprake zijn als een rijontzegging van die duur gelet op de ernst van het feit en de persoon van de dader in redelijkheid geen passende straf meer kan worden geacht te zijn. In de daarop volgende zin stond in plaats van «in dat geval»: in dat laatste geval. In dezelfde alinea stond in plaats van «Met de Rvdr, het CPG en de Raad van State»: Met de Rvdr en het CPG.

In paragraaf 3.4 ontbrak de laatste zin.

In paragraaf 3.7, eerste alinea, stond in plaats van «minder wenselijk en uitvoerbaar»: onwenselijk. In de tweede alinea van deze paragraaf stond in plaats van «artikel I, onderdeel C»: artikel I, onderdeel B.

In paragraaf 3.8, tweede alinea, stond in plaats van «de vereiste geschiktheid voor de zwaarste categorie motorrijtuigen waarvoor het van rechtswege ongeldig geworden rijbewijs geldig was»: de vereiste geschiktheid voor de zwaarste categorie motorrijtuigen waarvoor het ongeldig verklaarde rijbewijs geldig was. In deze alinea stond in plaats van «In zijn algemeenheid betekent dit dat eerst een rijproef moet worden afgelegd voor de categorie E bij C (indien uiteraard het ongeldig geworden rijbewijs ook voor deze categorie geldig was) en voor die categorie de geschiktheid moet worden aangetoond»: Dit betekent dat betrokkene eerst een rijproef moet afleggen voor de categorie E bij C en voor die categorie zijn geschiktheid moet aantonen.

In paragraaf 4, eerste alinea, ontbrak de tweede zin. In de tweede alinea van die paragraaf stond in plaats van «denk aan verschillende gradaties van schuld aan het veroorzaken van een verkeersongeval met ernstige gevolgen»: denk aan het door schuld veroorzaken van een verkeersongeval met ernstige gevolgen. In de zevende alinea van die paragraaf ontbrak de zin «De Raad van State maakt in zijn advies vergelijkbare opmerkingen» en ontbrak in de zin «Overigens valt niet in te zien waarom, zoals de Raad van State, de NVvR en de Rvdr menen, de normering waarvoor dit wetsvoorstel de grondslag biedt, alsmede het aanwijzen van verkeersdelicten, niet bij AMvB zou kunnen geschieden»: «de Raad van State» en «alsmede het aanwijzen van verkeersdelicten».

Paragraaf 7 bevatte onder het subkopje «Handhavingscapaciteit» in de tweede alinea de zin «Daaraan doet niet af dat de bestuurder onder de werking van dit wetsvoorstel ook het risico loopt dat zijn rijbewijs ongeldig wordt en hij, als hij opnieuw wil rijden, een nieuw rijbewijs moet aanvragen. Dit rechtsgevolg verbindt dit wetsvoorstel immers alleen aan rijontzeggingen waarvan de periode minstens een jaar bedraagt». Onder dat subkopje ontbraken de laatste twee alinea’s.

Paragraaf 8 bevatte onder het subkopje «Centrale justitiële documentatie» aan het slot de zin: Met het oog daarop zal het Besluit justitiële gegevens worden aangepast.

Artikelsgewijs

In het kopje «Artikel I, onderdelen A en B» stond in plaats van «onderdelen A en B»: onderdeel A. Onder dat kopje stond in de eerste zin in plaats van «Deze onderdelen bevatten»: Dit onderdeel bevat. In de tweede zin stond in plaats van «onderdeel A»: dit onderdeel.

In het kopje «Artikel I, onderdeel C» was onderdeel C geletterd onderdeel B. Onder dat kopje luidde het eerste subkopje in plaats van «Artikel 123a, eerste en tweede lid»: Artikel 123, eerste en derde lid, WVW 1994. Onder dit subkopje stond in de eerste zin in plaats van «Het voorgestelde artikel 123a, eerste lid, WVW 1994»: Het tweede lid van onderdeel B. Onder dit subkopje ontbrak in de vierde zin: op basis van het bestaande artikel 123, eerste lid, aanhef en onder c,. Onder dit subkopje stond in de zin «Naar aanleiding van opmerkingen van de NVvR, de RvdR en het CPG is de tekst van het wetsvoorstel gewijzigd ten opzichte van het concept-wetsvoorstel» in plaats van «het wetsvoorstel»: het tweede lid van dit onderdeel. In de daarop volgende zin stond in plaats van «artikel 123a, tweede lid, WVW 1994»: «artikel 123, derde lid, WVW 1994», en stond in plaats van «dat tweede lid»: het derde lid. In de, onder dit subkopje opgenomen, zin die luidt «Voorts is, naar aanleiding van opmerkingen van de drie genoemde adviesorganen in het voorgestelde artikel 123a, eerste lid, onderdeel b, WVW 1994 tot uitdrukking gebracht dat de daar bedoelde strafbare feiten steeds strafbare feiten zijn waarvoor een rijontzegging kan worden opgelegd» stond in plaats van «artikel 123a, eerste lid, onderdeel b»: artikel 123, eerste lid, onderdeel e. In de, onder dit subkopje opgenomen, zin die luidt «Aandacht verdient dat voor alle rijontzeggingen – ongeacht of zij op grond van het voorgestelde artikel 123a, eerste lid, WVW 1994 de ongeldigheid van het rijbewijs tot gevolg hebben – op grond van artikel 112, eerste lid, onderdeel a, WVW 1994 geldt dat geen nieuw rijbewijs wordt afgegeven gedurende de rijontzegging» stond in plaats van «artikel 123a, eerste lid, WVW 1994»: artikel 123, eerste lid, onderdelen d en e. In de onder dit subkopje opgenomen zin die luidt «Het is dus op het medegedeelde tijdstip dat het rijbewijs van rechtswege ongeldig is indien aan de voorwaarden van artikel 123a, eerste lid, WVW 1994 is voldaan» stond in plaats van «artikel 123a, eerste lid, WVW 1994»: onderdeel d of e van artikel 123, eerste lid, WVW 1994. In de daarop volgende zin stond in plaats van «de ongeldigheid»: deze ongeldigheid. In de laatste alinea van dit subkopje luidde de eerste zin: Aandacht verdient dat met de zinsnede «een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is opgelegd voor de duur van ten minste een jaar» in het voorgestelde artikel 123, eerste lid, onderdeel e, WVW 1994 louter en alleen wordt gedoeld op een rijontzegging die voor ten minste een jaar onvoorwaardelijk is opgelegd. De derde zin van deze alinea luidde: Wij wijzen erop dat de genoemde zinsnede zo moet worden uitgelegd dat het bij het begaan van meerdere verkeersdelicten in de recidiveperiode steeds gaat om de totale periode van de onvoorwaardelijke rijontzegging. In de daarop volgende zin ontbrak: , nadat een eerdere strafrechtelijke afdoening is voorafgegaan,. In de daarop volgende zin stond in plaats van «Als»: De genoemde zinsnede moet naar ons oordeel verder zo worden uitgelegd, dat als. In de laatste zin van deze alinea stond in plaats van «artikel 123a, eerste lid, onderdeel a, WVW 1994»: artikel 123, eerste lid, onderdeel d, WVW 1994. Onder hetzelfde kopje (nog steeds: «Artikel I, onderdeel C») ontbrak het subkopje «Artikel 123a, derde lid, WVW 1994» en het daarna gestelde totaan het subkopje «Artikel 123a, zesde lid, WVW 1994» dat op zijn beurt luidde: artikel 123, tweede en zesde lid, WVW 1994. In de eerste zin van dit subkopje stond in plaats van «onderdelen a en b»: onderdelen d en e. Na de laatste zin van dit subkopje was een passage opgenomen die luidde: «De reikwijdte van het begrip rijbewijs zoals die in het bestaande artikel 123, tweede lid, WVW 1994 is aangegeven, blijft overigens gehandhaafd voor de bestaande ongeldigheidsredenen. Artikel 123, vierde lid, WVW 1994. Het kan voorkomen dat een rijbewijs dat van rechtswege ongeldig is als gevolg van een opgelegde rijontzegging van een bepaalde duur, eerder ongeldig is geworden door het verstrijken van de geldigheidsduur van dat rijbewijs. Hier zou twijfel kunnen ontstaan aan welke eisen de betrokken rijbewijshouder zou moeten voldoen bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs. De eisen die aan de houder worden gesteld bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs in geval van ongeldigheid door het enkele verstrijken van de geldigheidsduur van het eerder afgegeven rijbewijs zijn immers niet gelijk aan de eisen die aan de houder worden gesteld bij een aanvraag na ongeldigheid van rechtswege als gevolg van het puntenstelsel. Wij achten het niet wenselijk dat door het enkele toeval dat het oude rijbewijs door het verstrijken van de geldigheidsduur ongeldig is geworden de betrokken rijbewijshouder zou ontkomen aan de gevolgen die ongeldigheid van rechtswege als gevolg van het puntenstelsel heeft voor de aanvraag van een nieuw rijbewijs. Daarom is voor dit geval bepaald dat de officier van justitie een aantekening plaatst in het rijbewijzenregister dat de betrokken houder bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs op de bij AMvB vastgestelde wijze dient aan te tonen dat hij beschikt over de vereiste rijvaardigheid en lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen. De voorgestelde voorziening betekent dat de houder in dat geval toch opnieuw rijexamen moet doen en moet bewijzen te beschikken over de vereiste lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen. Artikel 123, vijfde lid, WVW 1994. Wij achten het wenselijk dat na ongeldigheid het betrokken rijbewijs wordt ingeleverd, voor zover dat niet reeds is gebeurd op grond van een andere bepaling uit de WVW 1994. Het voorgestelde vijfde lid voorziet hierin.»

In het kopje «Artikel I, onderdeel D» was onderdeel D geletterd onderdeel C.

In het kopje «Artikel I, onderdeel E» was onderdeel E geletterd onderdeel D. Onder dat kopje stond in de tweede zin in plaats van «onderdeel D»: onderdeel C. In de daarop volgende zin stond in plaats van «onderdeel E»: onderdeel D. In dezelfde zin stond in plaats van «artikel 123a, eerste lid, onderdeel a of b, WVW 1994»: artikel 123, eerste lid, onderdeel d of e, WVW 1994.

In het kopje «Artikel I, onderdeel G» was onderdeel G geletterd onderdeel F. In plaats van de eerste alinea van dit kopje stond een passage die luidde: «Het CPG en de RHC bepleiten de grens die artikel 164, vierde lid, WVW 1994 stelt aan de inhouding door de officier van justitie van het rijbewijs te verlagen naar de gevallen waarin de politie op grond van artikel 164, tweede lid, WVW 1994 verplicht is het rijbewijs in te vorderen. De officier van justitie zou dan mogen gaan inhouden bij rijden onder invloed van een alcoholgehalte vanaf 1,3 promille en snelheidsovertredingen vanaf vijftig kilometer per uur te hard, in plaats van 1,8 promille respectievelijk zeventig kilometer per uur te hard, zoals nu het geval is. Met deze adviesorganen kan worden vastgesteld dat het onwenselijk is dat er gevallen zijn waarin de politie moet invorderen, terwijl de officier van justitie niet de bevoegdheid toekomt tot inhouding, en het rijbewijs dus moet teruggeven. Daarom is aan het verzoek van de beide adviesorganen in dit onderdeel gevolg gegeven.» In de tweede alinea van dit kopje ontbrak: onderscheidenlijk 0,8. De laatste twee zinnen van dit kopje luidden:«De in dit onderdeel voorgestelde wijziging betreft artikel 164, vierde lid, tweede zin, WVW 1994 zoals dat komt te luiden nadat het wetsvoorstel tot verlaging van de alcohollimiet voor beginnende bestuurders (Kamerstukken I 2004/05, 29 844, A) tot wet is verheven en in werking is getreden. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat dat wetsvoorstel op het wetsvoorstel puntenstelsel rijbewijzen blijft vooruit lopen.»

In het kopje «Artikel I, onderdeel H» was onderdeel H geletterd onderdeel G. In de vierde alinea van het onder dat kopje vallende subkopje «Artikel 179b, eerste lid, WVW 1994» stond in plaats van «het algemeen deel»: de vorige paragraaf. Het onder hetzelfde kopje vallende subkopje «Artikel 179b, derde lid, WVW 1994» en de daaronder opgenomen zin, ontbraken.

In het kopje «Artikel I, onderdeel I» was onderdeel I geletterd onderdeel H.

Naar boven