nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2006
De motie van het lid Crone c.s. verzoekt de regering uw Kamer te informeren
over de uitbetaling van kinder- en ouderenkortingen (Kamerstukken II 2005/2006,
30 306, nr. 50). Mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap en de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
kan ik u als volgt berichten.
Het kabinet wil per 1 januari 2008 de kinderkorting omzetten in een
kindertoeslag, waardoor de verzilveringsproblemen van de belastingplichtigen
die recht hebben op de kinderkorting tot het verleden behoren. Voor een verantwoorde
uitvoering door de Belastingdienst van een nieuwe toeslag geldt als regel
een tijdstraject van anderhalf jaar. Uitvoering per 1 juli 2007 is daarom
niet mogelijk. Om invoering van een kindertoeslag op de kortst mogelijke termijn,
dit wil zeggen per 1 januari 2008, mogelijk te maken is een wetsvoorstel
terzake naar de Raad van State gestuurd. De Belastingdienst/Toeslagen kan
daardoor tijdig beginnen met het treffen van voorbereidingen van de invoering.
De omzetting van de kinderkorting in een kindertoeslag betekent dat de
faciliteit van het fiscale domein verhuist naar het domein van de sociale
zekerheid met de daarbij geldende sociale-zekerheidsverdragen en verordeningen,
waar ook de kinderbijslag onder valt. Dit heeft tot gevolg dat de kindertoeslag
zal worden geëxporteerd naar landen waarmee een verdragsrelatie bestaat,
en dat binnen de EU het coördinatieregime ten aanzien van gezinsbijslagen
van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van toepassing zal zijn.
Verder wil het kabinet met ingang van 1 januari 2009 de Wet tegemoetkoming
onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) voor kinderen tot 18 jaar integreren
in de Wet op de kindertoeslag, vanwege de administratieve lastenverlichting.
De burger kan dan bij één loket terecht. Bovendien leidt deze
integratie tot efficiencyvoordelen. Deze integratie zal te zijner tijd bij
separaat wetsvoorstel plaatsvinden.
Het kabinet heeft, conform gevraagd in de motie Crone, overwogen om eveneens
de ouderenkortingen om te vormen tot toeslagen. Om de volgende redenen ziet
het kabinet af van deze maatregel:
• Ouderen met uitsluitend AOW worden niet geconfronteerd met de verzilveringsproblematiek.
• Voor ouderen met aftrek van buitengewone uitgaven wordt het eventueel
optredende verzilveringsprobleem gecompenseerd via de Tegemoetkomingsregeling
buitengewone uitgaven (Tbu).
• Ouderen met een onvolledig AOW-pensioen en weinig of geen aanvullend
pensioen kunnen een beroep op de wet werk en bijstand doen. Hierdoor worden
ze de facto gecompenseerd voor een optredend verzilveringsprobleem.
• Voor ouderen die gedurende het jaar 65 jaar worden, kan weliswaar
in dat jaar een verzilveringsprobleem ontstaan maar dat is slechts tijdelijk
van aard.
Samenwerking SVB en Belastingdienst/Toeslagen
Door het omzetten van de kinderkorting in een kindertoeslag wordt de fiscale
regelgeving verlaten en wordt de Nederlandse en de Europese sociale zekerheidregelgeving
van toepassing. Dit betekent dat diverse bilaterale verdragen en de Verordening
(EEG) nr. 1408/71 van toepassing zijn op de kindertoeslag. Hierdoor wordt
de doelgroep voor de kindertoeslag een andere dan de kinderkorting. Het meest
in het oog springende verschil is dat bij de kinderkorting een dubbele eis
mag worden gesteld: het kind moet bij de ouder inwonen én de ouder
moet het kind in belangrijke mate onderhouden. Doordat de kindertoeslag onder
de sociale-zekerheidregelgeving komt te vallen, mag deze dubbele eis niet
meer worden gesteld. In dat geval heeft iemand recht op de kindertoeslag als
het kind bij de ouder inwoont óf de ouder het kind in belangrijke mate
onderhoudt.
De bovengenoemde bilaterale verdragen en de Verordening gelden ook voor
de Algemene Kinderbijslag Wet (AKW), die door de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) wordt uitgevoerd. Teneinde de eenduidigheid van de begrippen te verhogen,
zullen de begrippen en definities die de AKW hanteert met betrekking tot de
begrippen «kind» en «gerechtigde», ook voor de kindertoeslag
worden gehanteerd.
Door deze harmonisatieslag wordt het ook logisch dat SVB en de Belastingdienst/Toeslagen
langs de denklijnen van het project Andere Overheid intensief gaan samenwerken,
zoals dat ook al het geval is tussen UWV en de Belastingdienst. Daarmee wordt
het gemak van de burger nog verder vergroot.
De Belastingdienst/Toeslagen zal uitgaan van de gegevens die SVB verkrijgt
voor de vaststelling van het recht op kinderbijslag. Daartoe zal de registratie
van kindgegevens bij de SVB zodanig moeten worden omgevormd dat alle gegevens
met betrekking tot ouder en kind zonder verdere controle door de Belastingdienst
kunnen worden gebruikt.
Deze samenwerking zal worden neergelegd in een samenwerkingsconvenant.
De Minister van Financiën,
G. Zalm