nr. 49
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK
Ontvangen 15 november 2005
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel Na een tweetal onderdelen ingevoegd, luidende:
Nb. In artikel 6.20a, eerste lid, wordt onderdeel a vervangen door:
a. hulpmiddelen met inbegrip van farmaceutische hulpmiddelen –
als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel a, – met uitzondering
van:
1°. brillen en contactlenzen, behoudens voorzover die bij ministeriële
regeling zijn aangewezen, en
2°. farmaceutische hulpmiddelen, als bedoeld in artikel 6.18,
eerste lid, onderdeel a;.
Nc. In artikel 6.22, eerste lid, wordt onderdeel a vervangen door:
a. hulpmiddelen met inbegrip van farmaceutische hulpmiddelen –
als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel a, – met uitzondering
van:
1°. brillen en contactlenzen, behoudens voorzover die bij ministeriële
regeling zijn aangewezen, en
2°. farmaceutische hulpmiddelen, als bedoeld in artikel 6.18,
eerste lid, onderdeel a;.
II
In artikel I, onderdeel O, wordt het eerste lid vervangen door:
1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt «Het bedrag aan
uitgaven gedaan voor de in de tweede volzin genoemde posten wordt verhoogd
met 65%» vervangen door: De bedragen bedoeld in artikel 6.20,
tweede lid, artikel 6.20a, tweede lid, artikel 6.21, tweede lid en artikel
6.22, tweede lid, wordt, indien de uitgaven gedaan voor de in de tweede volzin
van dit artikel genoemde posten meer bedragen dan € 311, tezamen
met het bedrag aan uitgaven gedaan voor de in de tweede volzin van dit lid
genoemde posten, verhoogd met 100%.
1bis. In het eerste lid, tweede volzin, wordt onderdeel a vervangen door:
a. hulpmiddelen met inbegrip van farmaceutische hulpmiddelen –
als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel a, – met uitzondering
van:
1°. brillen en contactlenzen, behoudens voorzover die bij ministeriële
regeling zijn aangewezen, en
2°. farmaceutische hulpmiddelen, als bedoeld in artikel 6.18,
eerste lid, onderdeel a;.
Toelichting
Dit amendement beoogt te bewerkstelligen dat alleen nog brillen (en andere
visuele hulpmiddelen, waaronder ook vallen contactlenzen en toebehoren) die
bij ministeriële regeling zijn aangewezen als specifieke uitgaven in
aanmerking kunnen worden genomen. Het is hierbij de bedoeling de aanwijzing
te beperken tot hetgeen redelijk is. Dit betekent onder meer dat «dure»
monturen niet zullen worden aangewezen. Specifieke uitgaven zijn uitgaven
waarvan wordt aangenomen dat deze samenhangen met een chronische ziekte of
handicap. Indien deze specifieke uitgaven meer bedragen dan € 311
(2005) is het forfait wegens chronische ziekte of het forfait wegens chronische
ziekten van kinderen van toepassing. Voorts is de vermenigvuldigingsfactor
van toepassing indien sprake is van een specifieke uitgave. Door de werking
van de vermenigvuldigingsfactor kunnen personen met specifieke uitgaven eerder
de drempel overschrijden en derhalve eerder en tot een hoger bedrag in aanmerking
komen voor aftrek wegens buitengewone uitgaven. De vermenigvuldigingsfactor
vindt toepassing bij belastingplichtigen met een inkomen tot € 30 357
(2005). Beoogd wordt om in een ministeriële regeling aan te geven welke
brillen of contactlenzen voldoende medisch geïndiceerd zijn en derhalve
als specifieke uitgave kunnen worden aangemerkt.
Tevens beoogt dit amendement om de uitgaven voor farmaceutische hulpmiddelen
die niet zijn verstrekt op voorschrift van een arts (de zogenoemde huisapotheek),
uit te sluiten als een specifieke uitgave. Als gevolg hiervan valt ook de
huisapotheek niet meer onder het forfait of onder de vermenigvuldigingsfactor.
Voorgesteld wordt om de forfaitaire bedragen (in 2005 € 787)
wegens arbeidsongeschiktheid, chronisch ziekte, chronische ziekten van kinderen
of ouderdom – naast de specifieke uitgaven – onder de vermenigvuldigingsfactor
te brengen. Deze aanpassing is gericht op belastingplichtigen met een inkomen
tot € 30 357 (2005) die recht hebben op het forfait wegens
arbeidsongeschiktheid, chronisch ziekte, chronische ziekten van kinderen of
ouderdom. Voorwaarde is wel dat de specifieke uitgaven meer dan € 311
bedragen. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat een belastingplichtige slechts één
forfait in aanmerking kan nemen van de forfaits wegens arbeidsongeschiktheid,
wegens chronische ziekte of wegens ouderdom. Tenslotte wordt door dit amendement
de vermenigvuldigingsfactor verhoogd van 65% tot 100% (in plaats
van tot 113% zoals in het voorstel van het Kabinet).
Vendrik