30 305
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met enkele aanpassingen van de wijze van stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening

nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2007

In het voorjaar van 2007 heeft een ambtelijke werkgroep zich gebogen over de manier waarop duurzaamheidseisen aan biomassa voor energieopwekking en biobrandstoffen in het overheidsbeleid kunnen worden vastgelegd. Naast een inventarisatie van beleidsopties en een consultatie van verschillende stakeholders zijn verschillende beleidsinstrumenten juridisch getoetst aan het WTO- en EG-recht. Hierbij heb ik het genoegen om u het eindrapport met bijlagen1 aan te bieden dat als basis heeft gediend voor het Kabinetstandpunt ten aanzien van het «Toetsingskader voor duurzame biomassa» (Tweede Kamer, 30 305, 30 800 XI, nrs. 26, 29 juni 2007).

De juridische toets aan het EU- en WTO-recht van verschillende beleidsopties is een belangrijk aspect bij het toepassen van duurzaamheidseisen aan biomassa. Daarbij is de overheid gebonden aan internationale verplichtingen in WTO- en EU-verband. Tevens moet voorkomen worden dat maatregelen onnodig handelsbelemmerend werken. Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat er binnen deze beperkingen wel degelijk mogelijkheden zijn voor Nederland om de duurzaamheid van de productie van biomassa te stimuleren.

Uit het juridisch onderzoek naar de beperkingen en mogelijkheden van de verschillende beleidsopties komt naar voren dat het wettelijk toepassen van sommige duurzaamheidscriteria op dit moment niet mogelijk is binnen de EU- en WTO-verplichtingen. De Nederlandse regering bezint zich momenteel op de non-trade concerns (NTC’s), zoals milieu, arbeidsnormen en dierenwelzijn en die betrekking kunnen hebben op de productie van biomassa. Dit rapport zal samen met andere studies worden betrokken bij de te organiseren maatschappelijke dialoog over NTC’s in relatie tot handel en de daaropvolgende standpuntbepaling van het Kabinet, zoals aangekondigd in de recente brief van Minister Koenders en Staatssecretaris Heemskerk.

Met die brief is tevens een onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van beleidsmaatregelen ten behoeve van de NTC’s vanuit een multilateraal perspectief aangeboden aan de Kamer.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven