30 305
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met enkele aanpassingen van de wijze van stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening

nr. 30
MOTIE VAN HET LID SPIES C.S.

Voorgesteld 5 juli 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het gebruik van biomassa en biobrandstoffen in Nederland niet mag leiden tot milieuvervuiling, sociale problemen en destructie van habitats in ontwikkelingslanden;

overwegende, dat het stimuleren van het gebruik van biomassa en biobrandstoffen alleen wenselijk is als aan duurzaamheidscriteria wordt voldaan;

overwegende, dat het uitsluitend invoeren van een rapportageverplichting onvoldoende garanties biedt dat deze criteria daadwerkelijk worden toegepast;

verzoekt de regering bij de stimulering van duurzame energie de volgende voorwaarden op te nemen:

– voor palmolieproducten: indien beschikbaar RSPO-certificering, aangevuld met de eis dat de besparing van broeikasgasemissies 50% bedraagt;

– voor overige biomassaproducten: minimaal voldoen aan de criteria voor duurzame productie van biomassa, waarbij de conversiedatum voor landconversie op 2005 wordt gezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Spies

Samsom

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Jansen

Duyvendak

Naar boven