30 305
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met enkele aanpassingen van de wijze van stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening

nr. 29
MOTIE VAN HET LID JANSEN

Voorgesteld 5 juli 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat:

– alleen duurzame biomassa een bijdrage kan leveren aan de CO2-reductie, zonder onacceptabele neveneffecten;

– de invoering van een sluitend en handhaafbaar stelsel van duurzaamheidscriteria naar schatting nog ten minste vijf jaar zal kosten;

– er grote vraagtekens worden gezet bij de duurzaamheid van geïmporteerde biobrandstoffen;

– bio-ethanol onder twee verschillende tariefcodes Europa wordt binnengevoerd (2207 1000 en 2207 2000) en dat Nederland in afwijking van vrijwel alle andere EU-lidstaten nationaal heeft gekozen voor het laagste importtarief (2207 2000);

– in Duitsland het hoge importtarief al sinds 2003 van kracht is, zonder dat enig WTO-lid daar bezwaar tegen gemaakt heeft;

– de Nederlandse biobrandstoffenwetgeving de ontwikkeling van tweede generatie-biobrandstoffen op basis van reststoffen belemmert;

verzoekt de regering de AMvB Besluit Biobrandstoffen Wegverkeer 2007 voor het einde van het jaar zodanig aan te passen dat alleen bio-ethanol, vallend onder tariefcode 2207 1000, als biobrandstof wordt bijgemengd, tot het moment waarop een sluitend en handhaafbaar stelsel van duurzaamheidscriteria voor de productie van bio-ethanol beschikbaar komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jansen

Naar boven