30 300 XV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006

nr. 122
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2006

Hierbij bied ik u het eindverslag aan van het AI-inspectieproject vakantiewerk en bijbaantjes 2005.1

In de periode van juni 2005 tot en met februari 2006 heeft dit project plaatsgevonden. Daarbij was de aandacht gericht op de naleving van de Arbeidstijdenwet en de Nadere Regeling Kinderarbeid bij het uitvoeren van werkzaamheden door kinderen en jeugdigen tijdens de schoolvakanties. Daarnaast is ook geïnspecteerd op bijbaantjes buiten de schoolvakanties.

In de voorliggende rapportage worden de inspectieresultaten gepresenteerd. De resultaten geven een goed beeld van een viertal sectoren: horeca, detailhandel, recreatie en veilingen.

In het inspectieproject zijn de meeste overtredingen geconstateerd op het gebied van de Arbeidstijdenwet en de Nadere regeling Kinderarbeid. Geconcludeerd kan worden dat er binnen de sectoren horeca en recreatie sprake is van een dalende tendens met betrekking tot het aantal overtredingen in vergelijking met voorgaande inspectieprojecten. Bij veilingen is sprake van een ongewijzigd beeld, bij de detailhandel is echter een stijging te constateren.

Met betrekking tot fysieke belasting, machineveiligheid en gevaarlijke stoffen zijn binnen de bezochte vier sectoren weinig overtredingen geconstateerd.

Gezien de belangstelling van uw Kamer voor vakantiewerk, zoals o.a. bleek uit het vragenuurtje van 19 juni jl., wil ik de Kamer de resultaten van dit inspectieproject niet onthouden. De Arbeidsinspectie stelt dit jaar opnieuw een onderzoek in.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven