30 300 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2006

nr. 99
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN EN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2006

Tijdens het algemeen overleg over de evaluatie durfkapitaal (30 300 XIII, nr. 78) op 8 maart 2006, is door ons aan uw Kamer toegezegd een korte notitie te schrijven over zaken als de koppeling van de Groeifaciliteit aan Alternext, het oprekken van de Tante Agaathregeling en enkele zaken verband houdende met box II.

Deze toezegging geven wij hierbij gestalte.

Oprekken van de Tante Agaathregeling

Voor de toepassing van de Tante Agaathregeling komt de verstrekte lening tot een bedrag van € 52 579 (voor gehuwden € 105 158) in aanmerking. Uit de evaluatie van de regeling blijkt dat de gemiddelde omvang van een Tante Agaathlening (directe variant durfkapitaallening) circa € 50 000 bedraagt. Ongeveer één op de zes directe beleggers heeft meer dan € 100 000 in startende ondernemingen belegd. Dat betekent dat een ruime meerderheid van de directe beleggers binnen de hierboven genoemde «kritische grenzen» van de Tante Agaathregeling (voor partners) blijft.

Tabel Omvang van de leningen van directe beleggers

Minder dan 20 000 euro	30%
20 000 tot 50 000 euro	34%
50 000 tot 100 000 euro	19%
100 000 tot 250 000 euro	13%
Meer dan 250 000 euro	4%

In het evaluatierapport is ook de beoordeling van vereiste criteria voor de regeling onderzocht. De meningen van zowel de belegger als de ondernemer liepen weinig uiteen. De leningstermijn van 8 jaar werd op een schaal van 1 tot 5 beoordeeld met 3,2 (tussen neutraal en goed). Het maximum bedrag voor de lening kreeg een waardering van 4,2 (tussen neutraal en aantrekkelijk). Slechts een kwart van de beleggers geeft aan dat meer zou zijn belegd als de heffingskorting of het vrijgestelde bedrag in box 3 zou worden verdubbeld.

Op grond van deze uitkomsten wordt geschat dat het verdubbelen van het bedrag dat voor de faciliteit in aanmerking komt € 5 miljoen zou kosten.

Een verlenging van de leningstermijn kost circa € 2 miljoen per jaar verlenging.

Uit de evaluatie is echter niet naar voren gekomen dat de hoogte van het bedrag dat voor de faciliteit in aanmerking komt of de leningstermijn, een knelpunt is. Daarnaast gelden deze limieten alleen voor de geldverstrekker en niet voor de ondernemer.

Box II

Tijdens het algemeen overleg is de vraag aan de orde geweest of tegenover de verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting, een verhoging van de aanmerkelijkbelangheffing in box II zal komen te staan. Zoals toen ook aangegeven, zien wij geen reden voor een verhoging van het aanmerkelijkbelangregime. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het wetsvoorstel wijziging van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota «werken aan winst» (Wet werken aan winst)¹ en hetgeen in het nader rapport bij dit wetsvoorstel² over het globaal evenwicht en het aanmerkelijkbelangregime is opgenomen.

Gebruik groeifaciliteit voor Alternext

Er is een gezamenlijk onderzoek gestart met Euronext. Na de zomer wordt u hierover geïnformeerd.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G van Gennip

---

1 TK 2005–2006, 30 572.

2 TK 2005–2006, 30 572, nr. 4.