nr. 62
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2006
In uw brief van 19 juni 2006 (06-VW-B-040) vraagt u mij de Kamer
te informeren over het voornemen van de Belgische regering om tolheffing voor
het landelijk wegennet te introduceren. Ook vraagt de Kamer zich af of ik
overleg heb gehad met mijn Belgische collega over dit plan en de consequenties
daarvan voor de Nederlandse gebruikers van het Belgische wegennet.
Informatie over het wegenvignet in België
De invoering van het wegenvignet in België betreft een initiatief
van de gewestregeringen van Vlaanderen en Wallonië, waarbij is besloten
om een gemeenschappelijk «studiesyndicaat» op te richten dat de
invoering van een wegenvignet in geheel België voorbereidt.
De twee gewesten, Vlaanderen en Wallonië, zitten op één
lijn over de principiële invoering van een wegenvignet voor België.
De belangrijkste principes daarbij zijn:
– éénzelfde systeem in heel België;
– voor de inwoners van België mag het vignet geen kostenverhoging
betekenen. Gedacht wordt aan een compensatie via de verkeersbelasting;
– het wegenvignet zal gelden voor alle voertuigen onder de 12 ton.
De voertuigen boven 12 ton betalen al via het Eurovignet (Nederland is verdragspartner
inzake het Eurovignet);
– het wegenvignet zal gelden voor een bepaalde periode: de gebruiker
betaalt om het wegennet voor een specifieke periode te gebruiken;
– de buitenlandse gebruiker zal de keuze krijgen om een wegenvignet
te kopen voor één jaar of voor een kortere periode;
– de gewesten spannen zich in het wegenvignetsysteem operationeel
te hebben tegen 1 januari 2008, waarbij overwogen wordt dit een elektronisch
vignet te laten zijn gebaseerd op nummerplaatherkenning.
Voor het overige zijn principeafspraken gemaakt over het controle- en sanctiesysteem en de controle van nummerplaten. Het is de bedoeling
dat de studiegroep eind oktober met een definitief projectplan komt.
Van belang is dat de heffing voor geheel België gaat gelden en dat
het gewest Brussel daarom met de plannen akkoord dient te gaan. Dat is op
dit moment nog niet het geval.
Overleg met mijn Belgische ambtgenoot
Ik ben door mijn Belgische ambtgenoot niet vooraf geïnformeerd over
het voornemen van de gewestregeringen en ook in de marge van de meest recente
Transportraad is dit niet aan de orde gekomen. Wel is het eerder op ambtelijk
niveau kort aan de orde geweest. Destijds zag het ernaar uit dat het vignet
zich alleen zou richten op de bestel- en vrachtauto’s lichter dan 12
ton. De reikwijdte van het huidige voorstel is dus een stuk breder.
Consequenties voor vracht- en personenvervoer
De consequenties voor Nederlandse weggebruikers in België zijn niet
helder zolang de eerder genoemde studiegroep de plannen nog niet heeft uitgewerkt.
Wat betreft de consequenties voor het vrachtvervoer het volgende. Nederland
zal op de komende vergadering van het Eurovignetverdrag (België is de
huidige voorzitter van dit Verdrag) aan de orde laten komen hoe de Belgische
plannen zich verhouden tot de bepalingen van het huidige Eurovignetverdrag.
Dit mede in relatie tot de herziene richtlijn Eurovignet (2006/38/EG) die
op 9 juni 2006 is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese
Unie.
Wat betreft het personenvervoer en de bestelauto’s zijn er geen
specifieke Europese richtlijnen die eventuele beperkingen en randvoorwaarden
opwerpen voor de invoering van een vignet voor deze categorieën. Wel
dient voldaan te worden aan de uitgangspunten die de Europese Commissie hanteert
op het vlak van non-discriminatie (tarief buitenlandse gebruikers ten opzichte
van binnenlandse weggebruikers), proportionaliteit (tarief ten opzichte van
de kosten voor weggebruik), alsmede het feit dat buitenlandse weggebruikers
niet verplicht kunnen worden om een On-Board-Unit aan te schaffen. In dat
opzicht vormen de Belgische plannen een testcase voor vraagstukken waar Nederland
later ook voor gesteld kan staan bij de invoering van de kilometerprijs.
Ik zal de ontwikkelingen in België nauwgezet volgen, mede vanwege
de mogelijke consequenties voor Nederlandse weggebruikers.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs