30 300 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2006

nr. 51
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2005

De «Panzerhaubitze 2000» (PzH2000) vervangt zoals bekend de operationeel en technisch verouderde, niet-gepantserde, getrokken vuurmonden van het type M114, alsmede de gemechaniseerde, gepantserde vuurmonden van het type M109 van het Commando landstrijdkrachten. Naast de vervanging van de vuurmonden maakt de verwerving van een initiële voorraad munitie voor lange dracht ook onderdeel uit van het project. In de Kamerbrief van 29 september 2000 (Kamerstuk 27 400 X, nr. 4) over de resultaten van de gecombineerde voorstudie- en studiefase van het project «Vervanging Vuurmonden» heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd u te informeren over het resultaat van de verwervingsvoorbereidingsfase van deze munitie.

De operationele behoefte

Projectielen

Artillerie-eenheden hebben tot taak doelen te bestrijden die buiten bereik liggen van de bij de gevechtseenheden ingedeelde wapensystemen. Niet alleen bij operaties hoog in het geweldsspectrum, maar ook bij vredesondersteunende operaties is er behoefte aan vuurkracht waarmee over verre afstand en met grote nauwkeurigheid dreigingen vroegtijdig kunnen worden bestreden. Het uitgangspunt daarbij is eventuele onbedoelde nevenschade («collateral damage») tot een minimum te beperken. De mogelijkheid artillerievuur te kunnen uitbrengen, draagt in hoge mate bij aan escalatiedominantie en aan de bescherming van de eigen troepen in het inzetgebied. Met de PzH2000 is het mogelijk over een afstand van 38 kilometer doelen uit te schakelen. De huidige, bij het Commando landstrijdkrachten beschikbare munitiesoorten zijn hiervoor echter niet geschikt. Daarom is er een behoefte aan langedrachtmunitie, die zowel de projectielen als de ladingen die het projectiel voortdrijven omvatten.

In de brief van september 2000 is de initiële behoefte aan projectielen gesteld op ongeveer 7 500 projectielen van het type «Improved Conventional Munition» (ICM) voor de lange dracht. ICM-granaten verspreiden verschillende submunities over een groot oppervlak. Dit in tegenstelling tot conventionele brisantgranaten, waarvan de scherfwerking het beoogde vernietigende effect bereikt. De ICM-projectielen hebben door het grote aantal submunities een grotere uitwerking op een doelgebied met verspreide, onbeschermde en licht gepantserde doelen. Naar de huidige maatstaven zijn de inzetmogelijkheden van deze projectielen echter beperkt, vanwege het risico op collaterale schade en ongesprongen submunities. Recente onderzoeken door TNO wijzen uit dat bij moderne zogenoemde«Insensitive High Explosive»-projectielen (IHE), door variatie in scherfwerking en toepassing van nieuwe springstoffen, de effectiviteit van de brisantgranaat aanzienlijk wordt verhoogd. Teneinde een zelfde effect in het doelgebied te bereiken als met een ICM zou worden toegebracht, is de behoefte aan IHE-projectielen groter dan die aan ICM. Vanwege de nadelen van ICM en de verbetering van de effectiviteit van nieuwe brisantgranaten is besloten om lange dracht IHE-projectielen te verwerven.

Uitgaande van een bijdrage van Nederland aan een vredesafdwingende operatie ter grootte van een brigade, bedraagt de behoefte van het Commando landstrijdkrachten voor de bestrijding van onbeschermde en licht gepantserde doelen 10 000 IHE-projectielen. Dat aantal is inclusief de benodigde projectielen voor opleiding en training in het gebruik, alsmede de beproevingen en keuringen. Voor het bepalen van deze behoefte zijn Navo-modelberekeningen gebruikt.

Voor de bestrijding van gepantserde doelen op grote afstand heeft de artillerie behoefte aan precisiemunitie «Precision Guided Munition (PGM)». De verwerving van deze munitie betreft een separaat project, zoals u in november 2004 in het kader van het niet doorgaan van de Noors-Nederlandse materieelruil is gemeld (Kamerstuk 29 800X, nr. 18). Over de behoefte aan precisiemunitie zult u te zijner tijd nader worden geïnformeerd.

Voortdrijvende lading

Op het moment verschiet de artillerie haar projectielen met het gebruik van kardoezen als voortdrijvende lading. Afhankelijk van de afstand die overbrugd moet worden, worden bij de voorbereiding van het schot uit de kardoes deelladingen verwijderd. Die zijn daarna niet meer te gebruiken en moeten door verbranding vernietigd worden. Moderne modulaire ladingen kennen deze nadelen niet. De modules kunnen in willekeurige volgorde tot de vereiste lading worden gestapeld. De maximaal te overbruggen afstand kan worden bereikt met zes modules. Met het zwaarste scenario als uitgangspunt, dat alle IHE-projectielen over de maximale afstand worden verschoten, zijn 60 000 modules (6 maal 10 000) benodigd. Inclusief de ladingen voor beproevingen en keuringen (1 000 modules) en het voorlopig vastgesteld aantal van 6 000 ladingen voor de nog separaat te verwerven precisiemunitie bedraagt de totale behoefte aan modulaire ladingen 67 000 modules. Als niet over de maximale afstand wordt geschoten, kunnen overgebleven modules opnieuw worden gebruikt.

Om het gevaar voor eigen troepen bij opslag en gebruik te verminderen, dient de te verwerven munitie minder gevoelig te zijn voor invloeden van buitenaf. In de te verwerven projectielen en voortdrijvende lading worden springstoffen en kruit toegepast, die aanzienlijk minder kwetsbaar zijn dan de oude generatie. Het gebruik van de modules is bovendien beter voor het milieu, omdat een einde zal komen aan het verbranden van ongebruikte deelladingen van de kardoezen.

Resultaten verwervingsvoorbereiding

Voor de productie en levering van 10 000 projectielen IHE en 67 000 modulaire ladingen is een offerte aangevraagd bij de Franse firma GIAT, de Duitse firma Rheinmetall Waffen und Munition (RWM), de Zuid-Afrikaanse firma SOMCHEM, de Italiaanse firma SIMMEL, de Duits/Zuid-Afrikaanse firma DIEHL/DENEL, de Zweedse firma BOFORS en Thales Nederland. Hierop heeft het Duitse RWM het projectiel RH 40 en de modulaire ladingen van het type DM92 aangeboden. De Franse firma GIAT positioneerde zich met het projectiel LU-211 en het Italiaanse SIMMEL met een thans nog uit te ontwikkelen type modulaire ladingen. De overige bedrijven hebben afgeschreven.

Het projectiel LU-211 voldoet niet aan de gestelde eis met betrekking tot de effectiviteit en is nog niet geclassificeerd voor veilig gebruik met de PzH2000. Het projectiel RH 40 met een dracht tot veertig kilometer is gebaseerd op de bij de Bundeswehr in gebruik zijnde RH 30 (met een dracht van dertig kilometer). De RH 40 is speciaal ontwikkeld voor de PzH2000 en voldoet aan alle eisen. De RH 40 is door Duitsland geclassificeerd voor de PzH2000.

De modulaire ladingen van de firma SIMMEL voldoen niet aan de essentiële eisen. De DM 92 voldoet wel daaraan. Dit type is een nieuwere versie van de DM 72, die de Bundeswehr gebruikt in de PzH2000.

Er is onderhandeld met RWM over de levering van projectielen en modulaire ladingen op basis van de van hen ontvangen offerte en de door de Audit Dienst Defensie uitgevoerde controle naar de prijsstelling. Uit de resultaten van de onderhandelingen is gebleken dat het project gerealiseerd kan worden binnen het taakstellend budget van € 33 miljoen (prijspeil 2005, inclusief 19% BTW).

Internationale samenwerking

Onlangs hebben drie landen die de PzH2000 gebruiken (Duitsland, Italië en Nederland) een samenwerkingsovereenkomst getekend. Griekenland zal zich hier naar verwachting bij aansluiten. Vanwege nationale economische belangen zijn er geen voorzieningen opgenomen voor samenwerking op het gebied van verwerving van munitie.

Inschakeling Nederlandse industrie

De leverancier, de firma RWM, zal de totale opdrachtwaarde compenseren. Hiertoe zal een separate overeenkomst met het ministerie van Economische Zaken worden gesloten.

Personele, arbo- en milieu gerelateerde gevolgen

Het project leidt niet tot een meer- of minderbehoefte aan personeel. Over de arbeidsomstandigheden voor de personeelsleden informeer ik u dat de belasting bij het hanteren van de langedrachtmunitie bij gebruik niet hoger is dan bij de huidige munitie. De milieubelasting is zelfs minder.

Financiële aspecten

Voor de vervanging van de vuurmonden was in september 2000 een taakstellend budget opgenomen van 900 miljoen gulden. Daarvan was 70 miljoen gulden begroot voor de verwerving van een initiële voorraad langedrachtmunitie. In de begroting 2002 is het budget voor deze munitie bijgesteld naar 33 miljoen euro. De omvang van het budget is sindsdien niet gewijzigd. Het toegewezen budget omvat de kosten voor de investering, inclusief een proefserie, de keuringen en de opleidingsleermiddelen.

Slot

Op basis van bovenstaande ben ik voornemens 10 000 projectielen RH 40 en 67 000 modulaire ladingen DM 92 te verwerven bij de firma RWM. De eerste leveringen van de nieuwe munitie voor lange dracht worden verwacht in 2007.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven