30 300 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2006

nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2006

Naar aanleiding van uw brief van 28 maart 2006 kenmerk 06-DEF-B-016 en in aanvulling op wat ik tijdens het mondelinge vragenuur op 28 maart (Handelingen II, vergaderjaar 2005–2006, nr. 63, blz. 4021–4025) heb gemeld, bericht ik u het volgende.

De krijgsmacht kent een breed scala aan maatregelen die gericht zijn op het handhaven van orde en rust. In de rechtspositiereglementen van Defensie zijn hoofdstukken gewijd aan integriteit. In deze hoofdstukken is onder meer het algemene voorschrift opgenomen dat de (militaire) ambtenaar zijn werkzaamheden en overige plichten nauwgezet moet vervullen en zich moet gedragen zoals een goed (militair) ambtenaar betaamt. Daarnaast gelden in algemene zin binnen alle defensieonderdelen het reguliere klachtrecht, het (militaire) straf- en tuchtrecht, de mogelijkheid om burgerpersoneel disciplinair te straffen alsmede aanwijzingen van de Secretaris-Generaal en de Commandant der Strijdkrachten.

De Commandant der Strijdkrachten heeft met zijn aanwijzing A154 d.d. 15 december 2005, inzake gedrag, tenue en uiterlijk voorkomen, bepaald dat in een operatiegebied de gedragscodes van de krijgsmachtdelen van toepassing blijven en dat het niet is toegestaan aanstootgevend gedrag te vertonen. Onder aanstootgevend wordt onder meer verstaan: het plegen van seksuele handelingen in het openbaar of zodanig dat anderen dit kunnen aanschouwen dan wel hiervan hinder kunnen ondervinden dan wel het zichtbaar voorhanden hebben van pornografische lectuur en afbeeldingen.

Binnen de operationele commando’s is daarnaast een aantal aanwijzingen van kracht dat ziet op gedrag, integriteit en orde. In bijlage 11 treft u een overzicht aan van deze aanwijzingen aan.

Deze aanwijzingen zijn naar aanleiding van de recente berichtgeving over gevallen van seksuele intimidatie bij de Koninklijke Marine opnieuw onder de aandacht gebracht. De Commandant der Strijdkrachten heeft op 28 maart 2006 een nieuwsbrief over het tegengaan van ongewenst gedrag aan het defensiepersoneel gezonden. U treft deze als bijlage 21 aan.

Naar aanleiding van de nieuwsbrief van de Commandant der Strijdkrachten heeft ook de Commandant Zeestrijdkrachten (C-ZSK) een aantal initiatieven genomen. Een overzicht hiervan treft u in bijlage 31 aan.

Naast de initiatieven van de Commandant Zeestrijdkrachten is door mij een Commissie Ongewenst Gedrag ingesteld. Deze commissie zal onderzoek doen naar:

– de kenmerken van het incident op de Hr Ms Tjerk Hiddes en de cultuur waarin de gemelde seksuele intimidatie zich kon voordoen en naar reacties van leidinggevenden op klachten hierover;

– het (klimaat op het gebied van) ongewenst gedrag binnen de gehele krijgsmacht;

– de werking van procedures, het functioneren van leidinggevenden, vertrouwenspersonen en klachtencommissies voor zover dit betrekking heeft op ongewenst gedrag.

Om meer inzicht te krijgen in de mate waarin ongewenst gedrag zich voordoet binnen de krijgsmacht, is het Meldpunt Ongewenst Gedrag geopend. Dit meldpunt is te bereiken via een gratis telefoonnummer (0800–3 333 673) en is bedoeld voor alle (oud) defensiemedewerkers, militair en burger, die te maken hebben gehad met ongewenst gedrag in de krijgsmacht.

Ook is het mogelijk om een melding te doen via internetwww.rng.nl/meldpunt. De meldingen worden behandeld door de Rutgers Nisso Groep. Wanneer dit nodig is worden meldingen doorverwezen naar de Stichting Korrelatie of andere instanties voor nazorg en/of juridische ondersteuning.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven