nr. 71
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2006
Graag bied ik u het rapport «De vallende burgemeester» aan.1
Het rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar bestuurlijke probleemsituaties
rond burgemeesters. Samen met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters
(NGB) heb ik begin dit jaar opdracht gegeven voor de uitvoering van dit onderzoek.
De directe aanleiding daarvoor vormde het algemene beeld – ook in
de media – dat er de laatste jaren steeds meer burgemeesters bestuurlijk
in de knel raken. In een aantal gevallen leidde dat zelfs tot een al of niet
gedwongen opstappen van de burgemeester.
Doel van het onderzoek was dit beeld te objectiveren. Begin juni heeft
het met de uitvoering belaste team van externe deskundigen het onderzoek afgerond
en haar bevindingen en conclusies in de vorm van een eindrapport aan de beide
opdrachtgevers beschikbaar gesteld.
Het onderzoek maakt nog eens duidelijk dat er bij problemen als deze verschillende
partijen betrokken zijn. De reikwijdte van de aanbevelingen en conclusies
van de onderzoekers is dan ook niet beperkt tot de burgemeesters en de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, maar strekt zich ook uit tot
andere actoren die kunnen bijdragen aan het voorkomen van deze probleemsituaties.
Het rapport wordt op ruime schaal verspreid. Naast de commissarissen van
de Koningin en de burgemeesters ontvangen alle gemeentebesturen en de belangenorganisaties
die op lokaal niveau actief zijn, het rapport.
De uitwerking van de aanbevelingen in het kader van de follow-up vraagt
om een brede benadering. Met het NGB en de commissarissen van de Koningin,
die de belangrijkste partners bij de verdere uitwerking zijn, heb ik afgesproken
om na het zomerreces tot een plan van aanpak te komen.
Op een later tijdstip informeer ik u nader over de vervolgafspraken en
de eerste bereikte resultaten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes