30 300 IXB
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2006

nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2005

Op dinsdag 6 december 2005 heeft de Staat der Nederlanden 8% van zijn belang in KPN N.V. (KPN) verkocht. Op grond van artikel 34 lid 8 Comptabiliteitswet doe ik u hierbij verslag van deze verkoop.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Samenvatting

De Staat heeft op 6 december 2005 105 mln aandelen KPN herplaatst. Dit pakket is herplaatst door ABN Amro Rothschild. Bovendien heeft de Staat 60 mln aandelen aan KPN verkocht op basis van gelijke voorwaarden. De opbrengst van de verkoop bedraagt circa € 1,4 mrd en wordt aangewend voor aflossing van de staatsschuld. Na de transactie resteert een staatsbelang van net onder 8%. De staat heeft zijn gouden aandeel, tegen ontvangst van de nominale waarde ervan van € 0,48, inmiddels verkocht aan KPN, die heeft toegezegd tot het moment van intrekking ervan, het bijzonder aandeel niet opnieuw uit te geven. KPN zal het besluit tot vernietiging van het bijzonder aandeel agenderen op de algemene aandeelhoudersvergadering van 11 april 2006.

Belang van de staat

In januari 2005 heb ik u geïnformeerd over de laatste verkoop van aandelen KPN en daarbij een historische context geschetst van de positie van het kabinet inzake de terugtrekking van de Staat uit KPN. Zonder deze te herhalen is wellicht het belangrijkste om in herinnering te brengen dat, tegen de achtergrond van zowel de veranderende telecommunicatiemarkt, als de wet- en regelgeving en het toezichtregime, het kabinet in 2000 heeft aangegeven het wenselijk te achten dat de Staat zich terugtrekt als bijzonder en gewoon aandeelhouder in KPN1. In 2003 reduceerde de Staat via een aandelenverkoop zijn belang van ca 30% tot 19%. In januari 2005 is dit belang verder teruggebracht tot ca. 14%.2

Op 19 juli 2005 verliep de «lockup»-periode; vanaf dat moment stond het de Staat vrij tot een verdere afbouw van zijn belang over te gaan. Vanwege het verkoopproces van Nozema waarbij KPN partij was, is gewacht totdat KPN zijn interesse in en bod op Nozema bekend heeft gemaakt, en er een principe-overeenkomst tussen de Staat en de uiteindelijke koper van Nozema is gesloten, waarmee de markt volledig geïnformeerd was. Ondanks dat niet zeker was of een verkoop van aandelen KPN tijdens dit verkoopproces van Nozema zou kwalificeren als (het misbruik maken van) voorwetenschap, heeft de staat uit zorgvuldigheid gemeend met de verkoop van aandelen KPN te wachten tot het moment dat zekerheid verkregen werd op dit punt. Wellicht ten overvloede: de Staat is niet betrokken geweest bij KPN’s keuze om op Nozema te bieden.

Gelet op de gunstige marktomstandigheden voor een dergelijke markttransactie en gelet op de gunstige ontwikkeling van de koers in de afgelopen maanden heeft de Staat, in overleg met zijn adviseurs (financieel adviseur N.M. Rothschild & Sons en juridisch adviseur Stibbe/Herbert Smith) voorbereidingen getroffen voor een verdere reductie van zijn belang in KPN. Ter illustratie: de koers van het aandeel KPN was de afgelopen maanden fors gestegen (ten opzichte van een koers van rond € 6,50 eind april 2005, was de koers zo’n 30% gestegen tot € 8,41 slotkoers op 5 december 2005, de vooravond van de transactie). De Staat laat zich leiden door het staatsdeelnemingenbeleid dat voorschrijft te verkopen zodra het publiek belang adequaat is geborgd via wet- en regelgeving met adequaat toezicht en waarbij de primaire intentie om bij verkoop een zo hoog mogelijke opbrengst te realiseren ten behoeve van directe reductie van de staatsschuld. De mogelijkheid van een eventuele toevoeging aan het Fonds Economische Structuurversterking (die volgt wanneer rentebesparingen op de afgeloste Staatsschuld de na verkoop gederfde dividenden overstijgen) is geen expliciet punt van overweging bij het bepalen van het verkoopmoment.

Verkoop december 2005

Op dinsdagavond 6 december is een aantal banken gevraagd een bod uit te brengen op 105 miljoen aandelen KPN. Het selectieproces van de banken heeft plaatsgevonden door een tenderprocedure waarbij de banken konden bieden op verschillende typen transacties. Op basis van deze biedingen is besloten het pakket aandelen aan ABN AMRO Rothschild te verkopen. De transactiestructuur is zodanig vormgegeven dat ABN AMRO Rothschild het totale prijsrisico overneemt. Bovendien heeft de Staat 60 mln aandelen aan KPN verkocht op basis van gelijke voorwaarden als werden gerealiseerd in de tenderprocedure. Als onderdeel van deze verkoop heeft de Staat zich verbonden aan een zogenaamde «lock-up» periode van 180 dagen. Dit betekent dat de Staat gedurende een half jaar in beginsel niet opnieuw tot verkoop zal overgaan.

De totale opbrengst voor de Staat bedraagt circa € 1,4 miljard. De verkoopopbrengst dient ter aflossing van de staatsschuld. De hieruit voortvloeiende rentebesparingen overtreffen de gederfde dividenden niet, waardoor geen toevoeging aan het Fonds Economische Structuurversterking plaatsvindt (noch vindt er onttrekking plaats). Na de verkoop resteert een staatsbelang in KPN van net onder 8%.

Gouden aandeel

De Staat beschikte naast het pakket gewone aandelen ook over het «bijzonder aandeel».1 De Staat heeft in juli 2005 duidelijkheid verschaft over zijn intentie om dit bijzonder aandeel af te stoten op moment dat het belang van de Staat in KPN substantieel is teruggebracht, dat wil zeggen tot rond of onder de 10%.2 Met deze transactie vermindert het resterend belang van de staat in KPN tot onder 8% en de Staat heeft inmiddels zijn bijzonder aandeel verkocht en overgedragen aan KPN tegen ontvangst van de nominale waarde van het aandeel van € 0,48. KPN heeft inmiddels aangekondigd dat het op de eerstvolgende Algemene Vergadering van Aandeelhouders, voorzien op 11 april 2006, zal voorstellen om middels een statutenwijziging het bijzonder aandeel te schrappen en dat KPN tot die tijd het bijzonder aandeel zal gebruiken, noch zal verkopen.3 Met de verkoop van het bijzonder aandeel aan KPN heeft de Staat als aandeelhouder geen additionele rechten meer ten opzichte van de overige «gewone» aandeelhouders.


XNoot
1

Brief aan de Kamer, 9 juni 2000, nr. vw00000681, zie ook Kamerstukken II 2004–2005, 28 165, nr. 30.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2004–2005, 28 165, nr. 20.

XNoot
1

De bevoegdheden van dit «bijzonder aandeel» staan in de Statuten vermeld. Op grond van dit «bijzonder aandeel» is onder meer de goedkeuring van de Staat nodig voor fusies en splitsingen die de structuur van de vennootschap ingrijpend wijzigen en voor de uitgifte van aandelen. De Staat en KPN hebben in 1998 afspraken gemaakt over de wijze waarop van deze bevoegdheden gebruik wordt gemaakt.

XNoot
2

Kamerstukken II 2004–2005, 27 638, nr. 4.

XNoot
3

Zie KPN persbericht van 16 december 2005 op www.kpn.com.

Naar boven