30 300 III
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2006

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2006

Hierbij heb ik het genoegen u het verslag aan te bieden van mijn reis naar Australië en Indonesië.1

Inleiding

Van 2 tot 6 april jl. bezocht ik Australië, in het kader van de herdenking van vierhonderd jaar contact met Nederland. In een tweetal gesprekken met de Australische premier John Howard heb ik de actuele en toekomstige samenwerkingsmogelijkheden besproken, zoals in Afghanistan.

Aansluitend bracht ik een tweedaags bezoek aan Indonesië. Het doel hiervan was het bestendigen en intensiveren van de bilaterale betrekkingen. Hiertoe heb ik gesproken met president Susilo Bambang Yudhoyono en leden van zijn kabinet en heb ik een dialoog gevoerd met Indonesische islamitische leiders en studenten.

Met de reis zijn de betrekkingen verder aangehaald. In hun ontvangst en open gesprekken gaven beide regeringsleiders blijk van hun warme belangstelling voor Nederland. Tevens uitten zij de wens om gezamenlijk de toekomst tegemoet te gaan op basis van het gedeelde verleden en wederzijds vertrouwen. Ik heb zowel premier Howard als president Yudhoyono uitgenodigd om Nederland te bezoeken. Beiden hebben aangegeven een spoedig tegenbezoek te overwegen.

Nederland en Australië: 1606–2006

In Nederland en Australië wordt dit jaar de eerste gedocumenteerde landing van een Europees schip op Australische bodem herdacht. Dit was de Duyfken, het VOC-schip van kapitein Willem Janszoon dat in 1606 op het schiereiland Cape York aankwam, waarna Nederlandse zeevaarders in de 17e en 18e eeuw de kusten van het Australische continent in kaart brachten.

Als onderdeel van deze herdenking sloeg ik met minister van Financiën Peter Costello in Canberra de eerste «Duyfken Coin», een Australische vijf dollarmunt met de afbeelding van het bewuste schip. Een week eerder had ik in Nederland het «Australië Vijfje» geslagen, een vijf euromunt waarop de VOC-handelsroutes en de landingsplaats van de Duyfken zijn weergegeven. Voorts heb ik in de New South Wales State Library te Sydney de tentoonstelling «First Sight: the Dutch mapping of Australia 1606–1697» geopend, die kaarten en andere documenten van Australië door onze zeventiende-eeuwse ontdekkingsreizigers laat zien. Tot slot gaf ik samen met premier Howard in Fremantle, Western Australia, het startsein voor een vaartocht rond Australië van een replica van de Duyfken op ware grootte.

Bij deze herdenking passen eerbied en aandacht voor de oorspronkelijke bewoners van Australië, de Aboriginals. Naast dat de Duyfken-replica een boodschap van vriendschap meekreeg van de lokale Nyungar Aboriginals, heb ik aan een rondetafelbijeenkomst over de Aboriginals deelgenomen in het Berndt Museum of Anthropology in Perth.

Voorts heb ik aandacht geschonken aan het feit dat Nederland en Australië in de Tweede Wereldoorlog zij aan zij stonden, zowel in de Pacific als bij de bevrijding van Nederland. Ik heb dit gedaan met bezoeken aan het Australian War Memorial in Canberra en aan Nederlandse oorlogsgraven in Perth.

Tot slot heb ik vertegenwoordigers van de ruim 300 000 Nederlanders ontmoet die met name in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw naar Australië zijn geïmmigreerd. Ik heb hen bijvoorbeeld gesproken tijdens een rondetafel bijeenkomst in het Immigration Museum in Melbourne, in DutchCare, een non-profit organisatie voor de verzorging van bejaarden met een Nederlandse achtergrond, en tijdens ontmoetingen met de Nederlandse gemeenschap in Melbourne, Sydney en Perth. Het viel mij op dat deze mensen zich nog altijd verbonden voelen met Nederland, hoelang zij ook al in Australië wonen en hoe gelukkig zij ook zijn met het leven dat zij in dat land hebben opgebouwd.

Huidige politieke betrekkingen tussen Nederland en Australië

Naast de herdenkingen van het contact tussen Nederland en Australië over de afgelopen vier eeuwen, stonden de huidige betrekkingen en samenwerkingsmogelijkheden in de nabije toekomst ook nadrukkelijk op het programma.

In mijn gesprek met premier Howard op 4 april kwam naar voren dat Nederland en Australië gelijkgestemd zijn over diverse internationale onderwerpen. Voorbeelden zijn het belang van een succesvolle afronding van de Doha-ronde van de Wereld Handelsorganisatie en van een effectieve aanpak van de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast delen Nederland en Australië de zorgen over zowel internationaal als «home grown» terrorisme. Mede in dit licht verwelkomden premier Howard en ik onze naderende samenwerking in het Provincial Reconstruction Team in Uruzgan, Afghanistan en het beoogde gezamenlijke gebruik van ambassadefaciliteiten in Kaboel.

Premier Howard toonde zich eveneens verheugd over de samenwerking met Nederland en Indonesië in het Jakarta Center for Law Enforcement Cooperation (JCLEC). Dit Indonesisch-Australische initiatief richt zich op capaciteitsopbouw van politie-eenheden in Zuidoost-Azië, met een speciale focus op terrorismebestrijding. Voorts hebben premier Howard en ik de situatie op Papoea besproken. Hierbij kwam ook de kwestie van de verstrekking door Australië van voorlopige verblijfsvergunningen aan vluchtelingen uit Papoea ter sprake. Mijn gesprekspartner gaf aan rekening te houden met de Indonesische gevoeligheden hierover en vertrouwen te hebben in een goede afloop van de zaak.

Voorts heb ik beleefdheidsbezoeken gebracht aan Gouverneur-Generaal Michael Jeffery, die het Britse (en Australische) staatshoofd in Australië vertegenwoordigt, en aan de gouverneurs en premiers van de deelstaten Victoria, New South Wales en Western Australia.

Economische betrekkingen: bedrijvenmissie naar Melbourne en Sydney

Parallel aan mijn bezoek deed een missie van zeventien Nederlandse bedrijven Melbourne en Sydney aan. De missie stond onder leiding van de staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Ross-van Dorp, als «Acting Minister for Foreign Trade». De nadruk van de missie lag op innovatie. In dit kader opende ik een breedbandseminar in Sydney, waar tevens een Trade and Investment Dinner plaatsvond in het Opera House. Tijdens dit diner konden enkele van de bedrijven contracten tekenen met hun nieuwe Australische partners.

Indonesië: interreligieuze dialoog

De eerste dag van mijn bezoek aan Indonesië stond in het teken van ontmoetingen met islamitische leiders, scholieren en studenten. Hierbij bleek mij eens te meer dat het creëren van wederzijds begrip over levensovertuigingen en -wijzen de basis is voor de noodzakelijke toenadering tussen culturen en religies.

Dialoog was de rode draad in mijn rondetafelgesprek met leiders van de twee grootste islamitische organisaties, Muhammadiyah en Nahdlatul Ulama, voorgezeten door de secretaris-generaal van Muhammadiyah, de heer Din Syamsuddin. Muhammadiyah en Nahdlatul Ulama vertegenwoordigen samen ruim zeventig miljoen Indonesische moslims. Beide organisaties benadrukten de noodzaak van het creëren van wederzijds begrip in de wereld. Zij gaven aan dat hierbij een belangrijke rol voor Indonesië is weggelegd, waar gematigd islamitische organisaties zoals Muhammadiyah en Nuhdlatul Ulama een spilfunctie bij kunnen spelen.

Tijdens een bezoek aan een madrasah (islamitische school) heb ik mij laten voorlichten over het curriculum. Dit bleek, naast islamitische lessen, te bestaan uit reguliere lesstof voor basisscholen. De boodschap was dan ook dat madrasah’s gewone scholen zijn die zich laten inspireren door de islam en beslist niet eenzijdig mogen worden bezien als broedplaatsen voor fundamentalisme.

Vervolgens werd ik ontvangen door Prof. Dr. Azyumardi Azra, rector van de Universitas Islam Negeri en een in Indonesië bekende islamdeskundige. Met de docenten en studenten van zijn islamitische staatsuniversiteit vond een gedachtenwisseling plaats over de dialoog tussen religies en culturen.

Ontmoeting met de regering Yudhoyono: bilaterale betrekkingen en nauwere samenwerking

Op 8 april had ik een ontmoeting met president Yudhoyono en een groot aantal leden van zijn kabinet. Voordien heb ik korte ontmoetingen gehad met vice-president Kalla en de minister van Buitenlandse Zaken, Wirajuda. Van beide zijden werd de wens geuit om de uitstekende bilaterale betrekkingen te intensiveren. President Yudhoyono verwees in dit kader naar het bezoek van minister Bot van Buitenlandse Zaken aan Indonesië ter gelegenheid van de zestigste viering van het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid in augustus 2005.

In het kader van de intensivering brachten president Yudhoyono en ik de bijgaande gezamenlijke verklaring uit. Tevens zegde de president een wijziging van het Indonesische visumbeleid toe. Hierdoor kunnen Nederlanders binnenkort een visum bij aankomst in Indonesië kopen en hoeven zij dit niet langer van tevoren aan te vragen bij een Indonesische ambassade, hetgeen het reizen naar Indonesië vergemakkelijkt.

Voorts sprak president Yudhoyono zijn grote dank uit voor de steun van de Nederlandse regering en de bevolking voor noodhulp en wederopbouw na de tsunami. Hij dankte bovendien de Aceh Monitoring Mission en de Nederlandse bijdrage daaraan, waarbij hij het hoofd van de missie, de Nederlandse EU-diplomaat Pieter Feith, persoonlijk complimenteerde. In dit verband heb ik het belang benadrukt van een succesvol verloop van de lokale verkiezingen in Atjeh, waarvoor een spoedige aanname door het Indonesische parlement van de «Law on the Government of Aceh» noodzakelijk is.

President Yudhoyono gaf aan dat zijn beleid ten aanzien van Papoea bestaat uit het zoeken naar een vreedzame, politieke oplossing door middel van dialoog, het verbeteren van de rechtszekerheid en respect voor de mensenrechten, en het verbeteren van het welzijn van de bevolking. Ik heb aangegeven dat Nederland de Speciale Autonomiewet ziet als het raamwerk voor een oplossing van de problemen op Papoea binnen de Indonesische eenheidsstaat. Ofschoon dit een interne Indonesische aangelegenheid is, heb ik aangedrongen op een voortvarende implementatie van deze wet en op een verbetering van de mensenrechtensituatie. Evenals premier Howard gaf president Yudhoyono aan te streven naar een spoedige oplossing van de kwestie rond de Australische verblijfvergunning voor vluchtelingen uit Papoea.

Vervolgens lichtte president Yuhdoyono het economische beleid van zijn kabinet toe, dat gericht is op «pro-growth», «pro-job» en «pro-poor». Een groot aantal aanpassingen van de douane-, belasting- en arbeidsregelgeving moet het investeringsklimaat voor binnenlandse en buitenlandse bedrijven aantrekkelijker maken en de president riep het Nederlandse bedrijfsleven op naar Indonesië te komen. Ik heb, mede op basis van een onderhoud dat ik de dag daarvoor met vertegenwoordigers van de Nederlandse zakengemeenschap had, mijn waardering uitgesproken voor het economische beleid van de regering Yudhoyono. Hierbij heb ik aangegeven dat, voor het aantrekken van buitenlandse investeerders, een gezond investeringsklimaat en juridische zekerheid essentieel zijn. Nederland zal zijn assistentie aan Indonesië op deze terreinen continueren. Tevens zal Nederland Indonesië ondersteunen bij de bestrijding van vogelgriep door kennisoverdracht en technologie om de effectiviteit van de Indonesische vaccins te vergroten.

Voorts heb ik aandacht gevraagd voor de zaak van Sander Thoenes, de Nederlandse journalist die in 1999 in Oost-Timor is vermoord. Tevens heb ik het belang van een correcte oplossing van de zaak van de vermoorde mensenrechtenactivist Munir aan de orde gesteld. De president bleek van beide zaken goed op de hoogte te zijn.

Tot slot uitte de president zijn waardering voor mijn ontmoetingen met de religieuze leiders, studenten en een bezoek aan een islamitische school, de dag ervoor. Hij noemde dergelijke vormen van interreligieuze dialoog een belangrijk instrument voor het creëren van wederzijds begrip. Ik heb aangegeven dat dialoog gebaseerd moet zijn op wederzijds respect en begrip voor verschillende culturen en religies. In dat kader heb ik eveneens aangedrongen op verbetering van de positie van de christenen in Indonesië.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven