Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30300-IIB nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30300-IIB nr. 2 |
A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB) voor het jaar 2006 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht. (de zgn. begrotingstoelichting).
B. | Begrotingstoelichting | 3 | ||
1. | Leeswijzer | 3 | ||
2. | Het beleid | 5 | ||
2.1. | Tabel budgettaire gevolgen van beleid | 5 | ||
2.2. | De artikelen | 6 | ||
1 Raad van State | 6 | |||
2 Algemene Rekenkamer | 15 | |||
3 De Nationale ombudsman | 19 | |||
4 Kanselarij der Nederlandse Orden | 24 | |||
5 Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen | 28 | |||
6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 32 | |||
10 Nominaal en onvoorzien | 36 | |||
3. | Verdiepingshoofdstuk | 37 |
De begroting van de hoge colleges van staat is met ingang van de begroting 2004 gesplitst in deel IIA en deel IIB. Deel IIA bevat het onderdeel Staten-Generaal en deel IIB bevat de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba. De splitsing is tot stand gekomen naar aanleiding van het verzoek van de Staten-Generaal om de bijzondere positie van de Staten-Generaal zichtbaar te maken in de begroting. De tweede wijziging van de Comptabiliteitswet 2001, waarin de splitsing wordt geformaliseerd, is in voorbereiding.
De kern van de begroting bestaat uit de beleidsagenda en de artikelen. Binnen de context van de bijzondere positie van de Colleges en Kabinetten is gewerkt aan een verbeterslag van de begroting gericht op de verbetering van de informatiewaarde en de toegankelijkheid van de begroting.
De begroting is als volgt opgebouwd:
1 Leeswijzer
2 Het beleid
3 Verdiepingshoofdstuk.
De artikelen zijn ingedeeld in de volgende paragrafen:
1. Algemeen
2. Begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt
3. Speerpunten 2006
4. Context
5. Risico's
6. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
7. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens
8. Bedrijfsvoeringsparagraaf.
Aangezien Hoofdstuk II voorgaande jaren geen (tekstuele) beleidsagenda kende is bij de artikelen een paragraaf Speerpunten 2006 opgenomen. Deze dient als tegenhanger voor de beleidsagenda.
Bij de artikelen is om de leesbaarheid te bevorderen tevens de paragraaf over bedrijfsvoering opgenomen. De colleges en kabinetten geven hier de ontwikkelingen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Voor de goede orde wordt vermeld dat tussen tussen de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba en het kabinet afspraken zijn gemaakt over het financieel beheer. Uitgangspunt daarbij is dat de colleges en kabinetten in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer en dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich strikt beperkt tot de verantwoordelijkheden waarop hij aanspreekbaar is op basis van de Comptabiliteitswet.
Controle achteraf is daarbij het vangnet om te beoordelen of de Colleges en Kabinetten bij hun beheer binnen de grenzen blijven die de Comptabiliteitswet stelt. Daartoe worden de administraties van de jaarlijks gecontroleerd door de Auditdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze controle strekt zich ook uit tot de administratieve organisatie.
In zijn algemeenheid geldt dat in geval een paragraaf niet is ingevuld deze geheel is weggelaten.
2.1. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | ||
Stand ontwerp-begroting 2005: | 90 387 | 85 968 | 81 069 | 80 649 | 80 649 | |||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 4 174 | 6 372 | 15 753 | 7 228 | 7 228 | |||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 579 | 181 | – 150 | – 159 | – 182 | |||
1 | Raad van State | 949 | 172 | 241 | 235 | 231 | ||
2 | Algemene Rekenkamer | 512 | 453 | 115 | 113 | 110 | ||
3 | De Nationale ombudsman | 144 | 1 | 39 | 38 | 37 | ||
4 | Kanselarij der Nederlandse Orden | 49 | 126 | 26 | 26 | 25 | ||
5 | Kabinet van de Gouverneur van de | 40 | 15 | 15 | 14 | |||
Nederlandse Antillen | ||||||||
6 | Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 26 | 6 | 6 | 6 | 6 | ||
10 | Nominaal en onvoorzien | – 1 141 | – 592 | – 592 | – 591 | – 591 | ||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 86 902 | 94 187 | 89 712 | 89 164 | 84 473 | 84 463 | 84 448 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 3 018 | 2 902 | 2 902 | 2 902 | 1 685 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 258 | – 78 | – 123 | – 125 | – 125 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | |||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 3 785 | 3 276 | 2 824 | 2 779 | 2 777 | 2 777 | 2 777 |
De Raad van State stelt zich ten doel om door advisering en bestuursrechtspraak bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
De begrotingsvoorstellen die de Raad van State heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2006, zijn reeds toegekend bij de Voorjaarsnota (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 105 IIB, nrs. 1 en 2).
De Raad van State neemt kennis van:
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,044 mln in verband met de kosten voor Rijksnet en opvolger Rijksweb.
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,039 mln voor de campagne Werken bij het Rijk.
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot verlaging van de raming in 2006 met € 0,001 mln, in 2007 met € 0,003 mln, in 2008 met € 0,006 mln, in 2009 met 0,010 mln en in 2010 met 0,017 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).
Voor de genoemde posten geldt dat de ramingsverlagingen naar rato plaatsvinden voor alle departementen alsook voor de hoge colleges van staat en kabinetten.
In 2006 zal de Raad van State zich ten aanzien van de advisering over wetgeving richten op de voortgaande verhoging van de kwaliteit van de advisering. Dit valt uiteen in de volgende speerpunten:
– versterken van de kwaliteit van de verplichte advisering;
– toename van onverplicht gevraagde en ongevraagde advisering;
– het realiseren van de door de Raad vastgestelde doorlooptijden;
In 2006 zal de Raad van State zich ten aanzien van de bestuursrechtspraak (met inachtneming van de vastgestelde doorlooptijden) richten op de volgende speerpunten:
– op doelmatige en op kwaliteit gerichte wijze van afdoen van zaken;
– behoud en verbetering van de juridische kwaliteit;
– bewaken van de rechtseenheid;
– betrokkenheid verstevigen bij ontwikkelingen binnen de rechterlijke organisatie en daarbuiten voorzover zij de bestuursrechtspraak raken.
De democratische rechtsstaat ontwikkelt zich onder invloed van veranderingen in de maatschappelijke verhoudingen, zowel nationaal als internationaal. Deze wijzigingen hebben gevolgen voor de verhouding tussen wetgever, bestuur en rechter. Die verhouding moet in evenwicht zijn. Als adviseur streeft de Raad ernaar bij te dragen aan het behoud van dat evenwicht. Als bestuursrechter draagt de Raad bij aan dat evenwicht door de uitoefening van bestuursbevoegdheden te confronteren met de eisen die het recht daaraan stelt, zonder daarbij afbreuk te doen aan de democratische legitimatie van het beleid dat het bestuur op grond van die bevoegdheden uitoefent.
De penetratie van de Europese regelgeving in de Nederlandse wetgeving wordt steeds omvangrijker en gaat steeds dieper. Het proces van Europese regelgeving begint in Brussel en eindigt in het Nederlandse Staatsblad. In de huidige opzet van het wetgevingsproces kan de Raad zijn inbreng met betrekking tot de kwaliteit van de wetgeving pas leveren in de fase van omzetting van de op Europees niveau afgesproken regelgeving in Nederlandse wetgeving. Dit is zeker indien het voorstelen voor EU-basisrichtlijnen betreft te laat. Een heroriëntatie op de positie van de Raad in het proces van Europese regelgeving is daarom geboden.
De verhouding tussen Nederland en de Nederlandse Antillen en Aruba en tussen de Europese Unie en de Nederlandse Antillen en Aruba zal ook in 2006 en de daaropvolgende jaren zowel voor advisering als voor bestuursrechtspraak in beweging zijn. Dat heeft ook gevolgen voor de beide taken van de Raad, advisering en bestuursrechtspraak. De samenwerking tussen de instellingen van de landen van het Koninkrijk kan beter. Dat geldt ook voor de Raad van State voor het Koninkrijk.
Naar verwachting zal in de nabije toekomst, naast de Afdeling bestuursrechtspraak, de Afdeling advisering worden ingesteld. Uitgangspunten daarbij zijn verhoging van de kwaliteit van beide taken en ruimte voor toekomstige ontwikkelingen naast garanties voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Een aantal factoren kan het beoogde resultaat van de werkzaamheden van de Raad negatief beïnvloeden. Een risico dat in dit kader onderkend is, wordt hieronder genoemd:
Door een onvoorziene fluctuatie van het zaaksaanbod bij de Afdeling bestuursrechtspraak kan spanning ontstaan tussen de benodigde en beschikbare personele capaciteit. Het risico bestaat dan dat de beoogde doorlooptijden niet gehaald worden. Gevolg daarvan kan zijn dat de rechtszekerheid van de burgers en het bestuur aangetast wordt.
6. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Raad van State | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 44 484 | 50 728 | 48 301 | 48 492 | 43 804 | 43 800 | 43 793 |
Uitgaven | 44 540 | 50 728 | 48 301 | 48 492 | 43 804 | 43 800 | 43 793 |
1.advisering | 6 680 | 7 233 | 6 983 | 6 998 | 6 997 | 6 996 | 6 995 |
2.bestuursrechtspraak | 37 860 | 43 495 | 41 318 | 41 494 | 36 807 | 36 804 | 36 798 |
waarvan Kamers 1 tot en met 3 | 29 687 | 28 932 | 31 122 | 26 975 | 26 972 | 26 966 | |
waarvan HBV Asiel | 8 112 | 7 188 | 6 156 | 5 748 | 5 875 | 5 875 | |
waarvan HBV Regulier | 5 696 | 5 198 | 4 216 | 4 085 | 3 958 | 3 958 | |
Ontvangsten | 1 718 | 1 889 | 1 499 | 1 454 | 1 452 | 1 452 | 1 452 |
7.1 Operationele doelstellingen Advisering
a. Versterken van de kwaliteit van de verplichte adviezen;
b. Toename van de onverplichtgevraagde en ongevraagde advisering.
De Grondwet schrijft voor dat de Raad van State wordt gehoord over voorstellen van wet, ontwerpen van algemene maatregelen bestuur en voorstellen tot goedkeuring van verdragen door de Staten-Generaal. De operationele doelstelling inzake verplichte advisering volgt uit dit voorschrift.
Daarnaast kan de Raad door de regering worden gehoord over alle zaken waaromtrent zij dat oordeel nodig acht en de kunnen de Afdelingen van de Raad door de ministers om voorlichting worden gevraagd in zaken van wetgeving en bestuur (onverplicht gevraagde advisering). In deze categorie valt ook de advisering over amendementen en nota's van wijziging op voorstellen van wet.
Ten slotte kan de Raad op eigen initiatief aan de regering voordrachten doen omtrent onderwerpen van wetgeving en bestuur, waaromtrent hij het doen van voorstellen van wet of het uitvaardigen van algemene maatregelen van bestuur wenselijk acht en kan hij van zijn gevoelen doen blijken over aangelegenheden die naar zijn oordeel van bijzondere betekenis zijn (ongevraagde advisering).
a. In de verplichte advisering zal bijzondere aandacht worden gegeven aan de verhoging van de kwaliteit van de beleidsanalytische toetsing van de voorgelegde voorstellen;
b. De behoefte bij de regering (en de Staten-Generaal) aan de onverplichte advisering en de wenselijkheid van ongevraagde advisering nemen toe, het laatste onder meer – maar zeker niet alleen – door een afname van het collectief geheugen met betrekking tot de beginselen van het staatsrecht en het constitutioneel recht.
a. De versterking van de kwaliteit van de wettelijke verplichte adviezen vindt plaats door:
• een verdieping van de beleidsanalytische toetsing van de voorstellen, waarbij nut en noodzaak en de effectiviteit van wetgeving ex ante getoetst worden;
• het ontwikkelen van een programma voor permanente educatie van Staatsraden en juristen;
• het ontwikkelen van handleidingen waarin de legisprudentie van de Raad over bepaalde onderwerpen wordt vastgelegd en actueel gehouden, met het oog op de consistentie, diepgang en snelheid van de advisering;
• kwaliteitscontrole in de vorm van systematische kennisneming van reacties op de adviezen, zoals de reactie van de regering in het nader rapport en de kritiek van derden, en het destilleren van tendenties uit adviezen.
a. De onverplichte advisering heeft betrekking op de onderstaande activiteiten en aspecten:
Door de regering onverplicht aan de Raad van State gevraagde adviezen
• Wetgevingskwaliteitsbeleid: Op voorhand is niet aan te geven over welke specifieke onderwerpen de regering de Raad om advies zal vragen. Te verwachten zijn adviesaanvragen in het kader van de ontwikkeling van het wetgevingskwaliteitsbeleid en in het kader van de «Staat van de Wetgeving», zoals de regering heeft aangekondigd in het kabinetsstandpunt op het eindrapport Van wetten weten»;
• Interbestuurlijke verhoudingen: Het kabinet, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben een Code interbestuurlijke verhoudingen afgesloten. In die code is een rol voor de Raad van State voorzien in de vorm van het opstellen van een periodieke beschouwing over de interbestuurlijke verhoudingen;
• Staten-Generaal: Ten slotte moet rekening worden gehouden met een toename van adviesaanvragen door de regering op verzoek van de Staten-Generaal, zoals over Europese regelgevende agentschappen en over de invloed van de Europese constitutionele orde op de Nederlandse constitutionele orde.
Adviezen op eigen initiatief van de Raad van State
• De mogelijkheden van de Raad om spontaan te adviseren zullen in kaart worden gebracht. In het bijzonder zal daarbij aandacht worden besteed aan de advisering over voorstellen van Europese regelgeving in een vroegtijdig stadium.
• Koninkrijksaangelegenheden: De samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk verdient blijvende aandacht. De Raad van State kan daaraan een bijdrage leveren door zijn advisering aan de Koninkrijksregering en door het onderhouden van banden met de adviesraden van regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba;
• Samenwerking adviesorganen en rechters: De Raad zal de uitvoering van zijn beide taken versterken door een doelgerichte en systematische samenwerking met andere adviesorganen en andere hoogste rechters. Die versterking is een onderdeel van een meer expliciet strategisch beleid, waarin centraal staat het antwoord op de vragen: met wie werkt de Raad samen en waarom, met wie onderhoudt de Raad contacten en waarvoor.
De Nederlandse wetgever en het Nederlandse openbaar bestuur. De Koninkrijkswetgever.
kosten behorend bij operationele doelstelling
In artikelonderdeel 5.1 is de uitgavenraming van de advisering opgenomen.
relevante beleidsnota's/kamerstukken/wetsartikelen
– Staat van de wetgeving: Kabinetsstandpunt op het eindrapport «Van wetten weten» Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 349, nr. 1.
– Invloed Europese constitutionele orde op de Nederlandse constitiutionele orde: Handelingen 2004–2005, nr. 86, Tweede Kamer, pag. 5150–5158.
– Europese regelgevende agentschappen, Brief Voorzitter Eerste Kamer aan minister van BuiZa en Eerste Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 22 112, G.
– Code interbestuurlijke verhoudingen, Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 800 VII, nr. 15.
Het realiseren van de door de Raad vastgestelde doorlooptijden.
Advisering binnen de vastgestelde doorlooptijd draagt bij aan de kwaliteit van de advisering.
Het optimaliseren van de werkprocessen bij de advisering. In 2006 zal de Raad beschikken over een beschreven administratieve organisatie en beschreven werkprocessen op het vlak van de advisering.
De Nederlandse wetgever en het Nederlandse openbaar bestuur. De Koninkrijkswetgever.
Soort zakenMaximale doorlooptijd | |
A zaken (eenvoudig) | 1 maand |
B zaken (enigszins gecompliceerd) | 2 maanden |
C zaken (gecompliceerd) | 3 maanden |
Afhandeling adviesaanvragen (in aantallen) | Realisatie 2004 | Planning 2005 | Planning 2006 | Planning 2007 | Planning 2008 | Planning 2009 | Planning 2010 |
Instroom | 651 | 625 | 675 | 560 | 585 | 585 | 635 |
Uitstroom | 643 | 625 | 675 | 560 | 585 | 585 | 635 |
Voor 2006 en 2010 wordt een verhoogde instroom verwacht, aangezien in het laatste jaar van een regeringsperiode meestal sprake is van een intensivering van de wetgeving. De verwachting voor 2007 is lager in verband met de verkiezingen van de Tweede Kamer in dat jaar. Vanaf 2007 wordt verwacht dat onteigeningen niet meer voor advisering zullen worden aangeboden; de meerjarige verwachting is als gevolg hiervan met 40 zaken per jaar naar beneden bijgesteld.
kosten behorend bij operationele doelstelling
In artikelonderdeel 5.1 is de uitgavenraming van de advisering opgenomen.
7.2 Operationele doelstellingen Bestuursrechtspraak
Op doelmatige en op kwaliteit gerichte wijze van afdoen van zaken.
Korte doorlooptijden dienen voorop te staan. Snelheid, niet alleen vanwege het adagium «justice delayed is justice denied», maar ook ter wille van de slagvaardigheid van het bestuur.
De gestelde normtijden zijn bereikt. Derhalve wordt het bestaande beleid op dat gebied gehandhaafd.
Justitiabelen.
Doorlooptijden van zaken per Kamer | Hoofdzaken | Voorlopige voorzieningen | |
1Ruimtelijke Ordening | 52 | 13 | |
2Milieu | 52 | 13 | |
3Hoger Beroep | 40 | 13 | |
4Hoger Beroep Vreemdelingen | bewaring en AC | 5 | 2 |
asiel en | 23 | 5 | |
regulier legalisatie | 40 | 13 |
Instroom van zaken Kamers 1, 2 en 3
In de onderstaande tabel is de gerealiseerde instroom van zaken voor de Kamers 1, 2 en 3 in het jaar 2004 en instroomverwachting voor 2005 en verdere jaren weergegeven.
De verwachte toename van de instroom van ruimtelijke ordeningszaken is gebaseerd op de wetenschap dat gemeenten momenteel wachten met het vaststellen van bestemmingsplannen tot de reconstructieplannen ingevolge de Reconstructiewet concentratiegebieden in werking zijn getreden en totdat er meer duidelijkheid bestaat over de streekplannen.
Als gevolg van de wijziging van de Wet ruimtelijke ordening is vanaf 2007 de instroom naar verwachting hoger.
Instroom zaken Kamers 1, 2 en 3 (in aantallen) | Realisatie 2004 | Planning 2005 | Planning 2006 | Planning 2007 | Planning 2008 | Planning 2009 | Planning 2010 |
Ruimtelijke ordening | 815 | 870 | 1 000 | 1 490 | 1 490 | 1 490 | 1 490 |
Milieu | 2 145 | 2 050 | 2 050 | 2 050 | 2 050 | 2 050 | 2 050 |
Hoger Beroep | 2 720 | 2 510 | 2 510 | 2 510 | 2 510 | 2 510 | 2 510 |
Het effect van instroomverwerking is dat alle zaken binnen de maximale doorlooptijden worden afgedaan. Voor de zaken in eerste en enige aanleg geldt een maximale doorlooptijd van 52 weken. De maximale doorlooptijd van zaken in Hoger Beroep is 40 weken.
Instroom van zaken Kamer 4: Hoger Beroep in Vreemdelingenzaken
Onder het Hoger Beroep in Vreemdelingenzaken (HBV) wordt zowel de instroom van asielzaken, als de instroom van zaken van reguliere vreemdelingenzaken verstaan. De instroom van de zogenaamde bewaringszaken wordt voor 50% toegerekend aan de categorie asiel en voor 50% aan de categorie reguliere vreemdelingenzaken. In de onderstaande tabel is de instroom van zaken bij het HBV verdeeld over deze twee categorieën weergegeven. Voor HBV bedraagt de wettelijk vastgestelde maximale doorlooptijd 23 weken.
Instroom zaken Hoger Beroep Vreemdelingen (in aantallen) | Realisatie 2004 | Planning 2005 | Planning 2006 | Planning 2007 | Planning 2008 | Planning 2009 | Planning 2010 |
Asiel | 4 022 | 3 346 | 2 825 | 2 414 | 2 254 | 2 304 | 2 304 |
Regulier | 1 525 | 2 448 | 2 043 | 1 653 | 1 601 | 1 551 | 1 551 |
De meerjarencijfers komen tot stand in het overleg tussen het ministerie van Justitie en de overige partners in de asielketen. In dit overleg is recent het aanbod van zaken voor het begrotingsjaar 2005 en de daaropvolgende jaren geraamd. De ervaring leert dat ook binnen een jaar de te verwachten instroom van zaken lastig te voorspellen is. Raming en realisatie wijken daarom vaak onderling af.
kosten behorend bij operationele doelstelling
In artikelonderdeel 5.2 is de uitgavenraming van de bestuursrechtspraak opgenomen.
Behoud en verbetering van de juridische kwaliteit.
Bij de visie van de Raad van State op zijn eigen werk staat het begrip kwaliteit centraal. Kwaliteit, niet alleen vanwege de behoefte aan rechtsbescherming, maar ook vanwege de behoefte aan rechtseenheid en rechtsontwikkeling.
• Kwaliteit rechterlijk functioneren
De Raad van State maakt in 2006 een begin met de operationalisering van een kwaliteitssysteem. Dit systeem is gericht op het meetbaar maken van verschillende aspecten van het rechterlijk functioneren die bepalend zijn voor de tevredenheid van de justitiabelen.
• De terugkoppeling
De «terugkoppeling» vindt tot dusverre plaats in het Jaarverslag van de Raad van State. Een meer methodische en systematische aanpak voor doorwerking van de ervaringen van de rechter met gebreken in de wetgeving wordt in gang gezet.
Justitiabelen.
In zijn algemeenheid is dat de kwaliteit van het rechterlijk functioneren van de Afdeling bestuursrechtspraak. Deze kwaliteit wordt onderverdeeld in een aantal aspecten:
– Onpartijdigheid en integriteit;
– Deskundigheid;
– Bejegening van justitiabelen;
– Rechtseenheid;
– Snelheid en tijdigheid waarmee zaken worden behandeld.
Deze aspecten maken onderdeel uit van het kwaliteitssysteem dat door de Afdeling wordt ontwikkeld. Een belangrijk deel van deze aspecten wordt getoetst door middel van een klantwaarderingsonderzoek dat in 2005 wordt gehouden.
Bewaken van de rechtseenheid.
Rechtseenheid heeft tot doel de kenbaarheid en voorspelbaarheid van uitspraken te waarborgen.
Binnen de Raad van State invulling geven aan het aangekondigde wetsvoorstel, dat strekt tot de instelling van een gemeenschappelijke rechtseenheidkamer van de Afdeling bestuursrechtspraak, de Centrale Raad voor Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Justitiabelen.
kosten behorend bij operationele doelstelling
In artikelonderdeel 5.2 is de uitgavenraming van de bestuursrechtspraak opgenomen.
Betrokkenheid verstevigen bij ontwikkelingen binnen de rechterlijke organisatie en daarbuiten voorzover zij de bestuursrechtspraak raken.
Het op kwalitatieve wijze kunnen invullen van onze rol als appèlrechter.
• Deelname aan Mediationproject;
• Samenwerking met het Gemeenschappelijke Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba;
• Participatie in externe juridische inhoudelijke overleggen en in op de bedrijfsvoering gerichte overleggen.
De interne organisatie van de Raad van State.
kosten behorend bij operationele doelstelling
In artikelonderdeel 5.2 is de uitgavenraming van de bestuursrechtspraak opgenomen.
relevante beleidsnota's/kamerstukken/wetsartikelen
Contourennota modernisering rechterlijke organisatie (Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 26 352, nr. 66).
In 2006 zal speciale aandacht worden gegeven aan verbetering van het contractenbeheer, het verplichtingenbeheer en de factuurverificatie. Voorts staat het jaar 2006 in het teken van de voorbereidingen van de aansluiting op de gemeenschappelijke personeels- en salarisadministratie voor de Rijksoverheid (P-direkt). De Raad behoudt echter zijn twijfel over nut en noodzaak.
Ook overigens stelt nieuwe regelgeving (bijvoorbeeld VBTB) steeds nadere eisen aan de administratie. Voor de ondersteunende bedrijfsprocessen moeten kengetallen en prestatiecriteria beschikbaar zijn om daarop (intern) te kunnen sturen en om (extern) de mate van doelmatigheid te kunnen vergelijken. Vaak moeten daarvoor op groter detailniveau gegevens worden vastgelegd.
Zulke ontwikkelingen bergen altijd het gevaar in zich van overregulering en bureaucratie, als uitvloeisel waarvan zich een tussenlaag vormt tussen beleid en uitvoering in. Ook de Raad ontsnapt niet aan een stapeling van regels en procedures (de «controletoren»). In 2006 zal daarom opnieuw de afweging worden gemaakt tussen nut en noodzaak, kosten en baten van verschillende verantwoordings- en controlemechanismen. Daarvoor wordt allereerst de rechtstreekse communicatie tussen bestuurder en uitvoerder hersteld en zal vervolgens worden bekeken waar de kosten van het inzetten van het verantwoordings- en controle-instrumentarium en van de nodige capaciteit voor onderhoud en beheer daarvan, kunnen worden beperkt.
ARTIKEL 2: ALGEMENE REKENKAMER
De strategie van de Algemene Rekenkamer is door het College van de Algemene Rekenkamer vastgesteld voor de periode 2004 – 2009 (gepubliceerd samen met het Verslag 2003, Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 496, nr. 2). Daarin is onder meer de volgende missie geformuleerd:De Algemene Rekenkamer heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
Het kabinet stemt in met het voorstel van de Algemene Rekenkamer om de raming 2006 incidenteel te verhogen met met € 0,400 mln in verband met de toetsing van niet financiële beleidsinformatie.
De Algemene Rekenkamer neemt kennis van:
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,044 mln in verband met de kosten voor Rijksnet en opvolger Rijksweb.
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,018 mln voor de campagne Werken bij het Rijk.
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2007 met € 0,002 mln, in 2008 met € 0,005 mln, in 2009 met € 0,008 mln en in 2010 met € 0,014 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).
Voor de genoemde posten geldt dat de ramingsverlagingen naar rato plaatsvinden voor alle departementen alsook voor de hoge colleges van staat en kabinetten.
Voor de speerpunten en prioriteiten in de werkzaamheden van de Algemene Rekenkamer zij verwezen naar het werkprogramma 2005 (gepubliceerd in maart 2005, Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 047, nr. 4) en het werkprogramma 2006 (te publiceren in maart 2006).
De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de gecontroleerde organen van op onderzoek en onderzoekservaring gebaseerde informatie. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel publiek toegankelijk. Daarnaast is het haar verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.
5. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||||
2: Algemene Rekenkamer | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Verplichtingen | 26 528 | 27 039 | 25 999 | 25 661 | 25 659 | 25 656 | 25 650 | |
Uitgaven | 26 691 | 27 039 | 25 999 | 25 661 | 25 659 | 25 656 | 25 650 | |
1.recht- en doelmatigheidsbevordering bij het Rijk en verbonden organisaties en institutionele programma's | 26 691 | 27 039 | 25 999 | 25 661 | 25 659 | 25 656 | 25 650 | |
Ontvangsten | 1 627 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 |
De Algemene Rekenkamer genereert ontvangsten voor ondersteuning van rekenkamers van andere landen en audits bij internationale organisaties. De vergoedingen die de Algemene Rekenkamer voor deze activiteiten ontvangt zijn in principe kostendekkend. Met kostendekkendheid wordt bedoeld de vergoeding voor directe uren en reis- en verblijfkosten.
6. Operationele doelstellingen
Functioneren van openbaar bestuur
Onder de noemer «functioneren van openbaar bestuur» richten wij ons onderzoek en onze andere activiteiten op verantwoording en toezicht (pijler I). Het gaat hier om:
– de verantwoording van ministers aan de Tweede Kamer;
– de verantwoording van de rijksoverheid en van instellingen die een band hebben met de rijksoverheid;
– het toezicht van de overheid op de naleving van de wet door instellingen en burgers.
Presteren van het openbaar bestuur
Onder de noemer «presteren van het openbaar bestuur» vallen ons onderzoek en onze andere activiteiten die gericht zijn op de aansluiting van beleid en uitvoering (pijler II). Hier gaat het om vragen als: «wordt het beleid waartoe besloten is, uitgevoerd?», «wordt het goed uitgevoerd?» en «leidt het tot resultaten die bedoeld waren?»
Projecten in binnen- en buitenland en EU
Naast de onderzoeksprojecten doen we een aantal samenwerkings- en ondersteuningsprojecten binnen Nederland (opkomst lokale en provinciale Rekenkamer(functie)s), het Koninkrijk der Nederlanden en in het buitenland. Daarbij werken we samen met rekenkamers uit de hele wereld.
Van de effectdoelen en prestatiedoelen van deze twee pijlers en van de activiteiten in het buitenland kan het volgende overzicht worden gemaakt.
Gerealiseerde en geraamde inzet in dagen per prestatiedoel 2004–2006
Terrein | Effectdoelstellingen | Prestatiedoelstellingen | Kosten in dagen gerealiseerd 2004 | Kosten in dagen planning 2005 | Kosten in dagen raming 2006* |
Functioneren openbaar bestuur (Verantwoording en toezicht) | Goede begroting en verantwoording | Rapporten bij de jaarverslagen | 5 504 | 7 211 | 6 400 |
Staat van de beleids- informatie | 893 | 1 244 | 1 100 | ||
Sluitende ketens toezicht en verant- woording | EU-Trendrapport | 660 | 795 | 700 | |
Verantwoording en toezicht bij rechtspersonen met een wettelijke taak | 2 768 | 3 192 | 3 000 | ||
Overige rechtmatigheidsonderzoeken | 781 | 1 431 | 1 100 | ||
Subtotaal | 10 606 | 13 873 | 12 300 | ||
Presteren openbaar bestuur (Aansluiting van beleid en uitvoering) | Aansluiting van beleid en uitvoering | Onderzoeken naar publieke voorzieningen | 2 028 | 1 624 | 1 800 |
Onderzoeken naar veiligheid | 1 608 | 1 654 | 1 600 | ||
Onderzoeken naar duurzame ontwikkeling | 592 | 671 | 600 | ||
Overige doelmatigheidsonderzoeken | 1 844 | 758 | 1 300 | ||
Subtotaal | 6 072 | 4 707 | 5 300 | ||
Projecten in binnen- en buitenland en EU | Goed openbaar bestuur over de grenzen | Internationale projecten | 1 559 | 1 598 | 1 600 |
Subtotaal | 1 559 | 1 598 | 1 600 | ||
Totaal | 18 237 | 20 178 | 19 200 |
* De cijfers voor 2006 zijn berekend door middeling van de cijfers van 2004 en 2005.
Eind 2005 zal het Werkprogramma 2006 worden vastgesteld. Daarin zullen de in 2006 te leveren concrete prestaties worden vastgelegd. In de verantwoording over 2006 kunnen dan de beoogde kosten en prestaties worden afgezet tegen de realisatie.
In 2006 wordt de mid-term evaluatie van de strategie uitgevoerd. Hierin wordt de effectiviteit van de strategie van de Algemene Rekenkamer geanalyseerd. Tevens publiceert de Algemene Rekenkamer jaarlijks «terugblikken», waaruit het effect van de strategie kan worden afgeleid.
De Algemene Rekenkamer zal zich ook in 2006 inspannen om te voldoen aan de eisen die rijksbreed worden gesteld aan het financieel beheer, het materieel beheer en de administraties. Eind 2005 zullen in het Werkprogramma 2006 hiervoor verschillende projecten worden benoemd. Het gaat hier vooral om interne projecten waarin de onderzoeksmethodiek en/of de verschillende thema's uit de strategie 2004–2009 worden uitgediept, vaak in de vorm van projecten die niet leiden tot aparte publicaties, maar dienen voor de interne gedachtevorming en handelswijze. In 2006 worden, naast de nog te benoemen activiteiten, de volgende projecten geraamd: «lokale rekenkamers»; «baten-lasten in de praktijk» en «bedrijfsvoering».
Jaarlijks worden bestaande interne processen verder geprofessionaliseerd. Daarnaast worden nieuwe interne processen in gang gezet om onze effectiviteit als Algemene Rekenkamer te vergroten. In het nog op te stellen Werkprogramma 2006 wordt vastgesteld welke interne processen worden uitgevoerd. Twee projecten die doorlopen in 2006 zijn het Documentmanagement en het Audit Management Systeem en de peerreview Algemene Rekenkamer. Het laatste betreft een visitatie door een aantal zusterinstellingen.
ARTIKEL 3: DE NATIONALE OMBUDSMAN
Het leveren van een bijdrage aan de rechtsstaat door op verzoek of uit eigen beweging onderzoek te doen naar gedragingen van bestuursorganen van het Rijk en van andere bij of krachtens de wet aangewezen bestuursorganen.
De missie van de Nationale ombudsman is: vanuit onpartijdigheid een open oog en oor hebben voor klachten over de overheid en deze zodanig behandelen dat aan de burger en de overheid recht wordt gedaan, de overheid van klachten leert en dat wordt bijgedragen aan herstel van vertrouwen in de overheid.
2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
De begrotingsvoorstellen die de Nationale ombudsman heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2006, zijn reeds toegekend bij de Voorjaarsnota (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 105 IIB, nrs. 1 en 2).
De Nationale ombudsman neemt kennis van:
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,030 mln in verband met de kosten voor Rijksnet en opvolger Rijksweb.
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,008 mln voor de campagne Werken bij het Rijk.
– Het kabinetsstandpunt strekkende tot verlaging van de raming in 2008 met € 0,001 mln, in 2009 met € 0,002 mln en in 2010 met € 0,003 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).
Voor de genoemde posten geldt dat de ramingsverlagingen naar rato plaatsvinden voor alle departementen alsook voor de hoge colleges van staat en kabinetten.
De speerpunten in 2006 zijn:
• Bekendmaken dat er een Nationale ombudsman is.
• Behandelen van de circa 12000 individuele klachtbrieven van burgers.
• Onderzoek verrichten uit eigen beweging.
• Kennisuitwisseling en samenwerking met instituten in het buitenland.
De Nationale ombudsman kan niet zonder steun van de Tweede Kamer en de overige vertegenwoordigende lichamen zoals provinciale staten en gemeenteraden.
De klachtbehandeling door de Nationale ombudsman concentreert zich op burgers en de bestuursorganen waarover wordt geklaagd.
Als risico's voor de Nationale ombudsman kunnen worden genoemd:
– Het werkaanbod is niet in balans met de beschikbare middelen, waardoor achterstanden in behandeling kunnen ontstaan.
– Klagers hebben te hoge verwachtingen wat de Nationale ombudsman voor hen kan betekenen.
6. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | |||||||
3: De Nationale ombudsman | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 8 977 | 9 079 | 8 477 | 8 176 | 8 175 | 8 174 | 8 173 |
Uitgaven | 8 977 | 9 079 | 8 477 | 8 176 | 8 175 | 8 174 | 8 173 |
1. reguliere klachten | 7 231 | 8 159 | 7 666 | 7 365 | 7 364 | 7 363 | 7 362 |
2. klachten van lagere overheden | 796 | 54 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. onderzoek | 157 | 708 | 54 | 54 | 54 | 54 | 54 |
4. communicatie | 691 | 157 | 714 | 714 | 714 | 714 | 714 |
5. internationale contacten | 102 | 1 | 43 | 43 | 43 | 43 | 43 |
Ontvangsten | 97 | 101 | 39 | 39 | 39 | 39 | 39 |
7. Operationele doelstellingen
operationele doelstelling behorende bij artikel 3.1
Het op verzoek van burgers onderzoeken van klachten over het optreden van het rijk, de politie, de zelfstandige bestuursorganen en de bestuursorganen van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.
Het betreft de uitvoering van een wettelijke taak.
Er wordt uitgegaan van 10 500 klachten.
Burgers vormen de doelgroep.
Aantal klachten | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 |
---|---|---|---|---|
Output | Output | Output | Output | |
9 227 | 10 128 | 10 500 | 10 500 |
kosten behorend bij operationele doelstelling
De kosten worden geraamd op € 7 688 000.
Artikel 78a lid 1 Grondwet, artikel 9:1 lid 1 Algemene wet bestuursrecht en artikel 1a Wet Nationale ombudsman.
operationele doelstelling behorende bij artikel 3.2
Het op verzoek van burgers onderzoeken van klachten over het optreden van provincies, van waterschappen en van bij de Nationale ombudsman aangesloten gemeenten en gemeenschappelijke regelingen.
Het betreft de uitvoering van een wettelijke taak.
Er wordt uitgegaan van 1400 klachten.
Burgers vormen de doelgroep.
Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 | |
---|---|---|---|---|
Output | Output | Output | Output | |
Waterschappen | 116 | 146 | 145 | 145 |
Gemeenten | 809 | 1 002 | 1 182 | 1 182 |
Provincies | 52 | 58 | 60 | 60 |
Gemeenschappelijke regelingen | 10 | 13 | 13 | 13 |
987 | 1 219 | 1 400 | 1 400 |
kosten behorend bij operationele doelstelling
De kosten worden geraamd op € 1 200 000 (in 2006 te verrekenen met de desbetreffende decentrale overheid).
Artikel 78a lid 1 Grondwet, artikel 9:1 lid 1 Algemene wet bestuursrecht en artikel 1a lid 1b Wet Nationale ombudsman.
operationele doelstelling behorende bij artikel 3.3
Het uit eigen beweging instellen van onderzoek naar het optreden van bestuursorganen die onder de bevoegdheid van de Nationale ombudsman vallen resp. lopende onderzoeken eigener beweging uitbreiden.
Het betreft de uitvoering van een wettelijke taak.
Het aantal onderzoeken eigener beweging wordt voor 2006 geraamd op 3. Het eigener beweging uitbreiden van lopende onderzoeken wordt voor 2006 geraamd op 15.
Burgers vormen de doelgroep.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De kosten worden geraamd op € 55 000.
Artikel 78 a lid 1 Grondwet.
operationele doelstelling behorende bij artikel 3.4
Het zorgen voor een actief voorlichtingsbeleid, zodanig dat burgers weten wat de Nationale ombudsman voor hen kan betekenen en dat zij hem weten te vinden.
Burgers uit alle geledingen van de maatschappij moeten weten dat er een Nationale ombudsman is en dat de Nationale ombudsman klachten over de overheid behandelt. Burgers moeten de Nationale ombudsman ook feitelijk weten te vinden waarbij voorkomen moet worden dat burgers als gevolg van onbekend-heid met de taak van het instituut vergeefs aankloppen.
In het kader van een actief voorlichtingsbeleid wordt in 2006 betaalde communicatie ingezet.
Burgers, intermediairs zoals (rechts)hulpverleners en verwijzende instanties vormen de doelgroepen.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De kosten worden geraamd op € 714 000 (waarvan € 405 000 voor betaalde communicatie).
De effecten van betaalde communicatie worden jaarlijks geëvalueerd.
operationele doelstelling behorende bij artikel 3.5
Het op initiatief van de Nederlandse regering, de Europese Unie of de Raad van Europa dan wel op verzoek van het betreffende instituut ondersteunen van ombudsman- en vergelijkbare instituten in Midden en Oost Europa, de Balkan en in landen waarmee Nederland historische banden heeft.
Het bijdragen aan de vorming van goed bestuur, eerbiediging van mensenrechten en versterking van de rechtsstaat.
De doelgroepen zijn ombudsman en vergelijkbare instituten.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De kosten worden geraamd op € 143 000 (waarvan € 100 000 in de vorm van Matra gelden en andere subsidies in 2006 worden terugontvangen).
Afgedane klachten (in aantallen) | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 |
---|---|---|---|---|
Buitenwettelijke klachten | 1 628 | 1 688 | 1 700 | 1 700 |
Binnenwettelijke klachten niet in onderzoek | 5 836 | 6 597 | 6 900 | 6 900 |
Binnenwettelijke klachten in onderzoek: interventie en herkansing | 2 243 | 2 556 | 2 800 | 2 800 |
Binnenwettelijke klachten in onderzoek: rapport | 507 | 506 | 500 | 500 |
Totaal afgedane klachten | 10 214 | 11 347 | 11 900 | 11 900 |
Doorlooptijden binnenwettelijke klachten in onderzoek: interventie, herkansing en rapport (in%) | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 |
tot en met 4 weken | 24 | 21 | 26 | 26 |
5 tot en met 26 weken | 53 | 56 | 57 | 57 |
Langer dan 26 weken | 23 | 23 | 17 | 17 |
Doorlooptijden «buitenwettelijke klachten» en «binnenwettelijke klachten niet in onderzoek» (in %) | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 |
tot en met 4 weken | 67 | 62 | 60 | 60 |
5 tot en met 8 weken | 21 | 24 | 26 | 26 |
Langer dan 8 weken | 12 | 14 | 14 | 14 |
Uitgaven per klacht (bedragen in € 1 000)* | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 |
Aantal afgedane klachten | 10 214 | 11 347 | 11 900 | 11 900 |
Uitgaven per klacht | 760 | 706 | 730 | 722 |
* Uitsluitend de personele en materiële kosten van de Nationale ombudsman, de substituut-ombudsman en de medewerkers van het Bureau Nationale ombudsman zijn opgenomen. Het bedrag per klacht omvat niet de kosten voor postactieven en omvat eveneens niet de huisvestingskosten die door de Rijksgebouwendienst worden gemaakt. De uitgaven van de artikelonderdelen 3.4 en 3.5 zijn buiten beschouwing gebleven.
Personele ramingskengetallen (bedragen in € 1 000) | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal | Uitgaven per fte | Aantal | Uitgaven per fte | Aantal | Uitgaven per fte | Aantal | Uitgaven Per fte | |
Nationale ombudsman en substituut | 2 | 120 | 2 | 102 | 2 | 120 | 2 | 120 |
Personeel Algemene Dienst Nationale ombudsman | 110 | 55 | 111 | 56 | 117 | 57 | 118 | 57 |
Materiële ramingskengetal- len (bedragen in € 1 000)* | Realisatie 2003 | Realisatie 2004 | Prognose 2005 | Prognose 2006 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal | Uitgaven per fte | Aantal | Uitgaven per fte | Aantal | Uitgaven per fte | Aantal | Uitgaven per fte | |
112 | 20 | 113 | 21 | 119 | 24 | 120 | 22 |
* Aantal is inclusief materiële uitgaven voor Nationale ombudsman en substituut-ombudsman.
Het jaar 2006 zal in het teken staan van de afronding van de in 2005 ingezette reorganisatie en het implementeren van tijdschrijven. Met de komst van een nieuwe Nationale ombudsman zullen de missie, visies en bedrijfsdoelstellingen tegen het licht worden gehouden en waar nodig bijgesteld. Tevens zal, rekening houdend met de beperkte omvang van de beheersorganisatie van de Nationale ombudsman, aan-dacht worden besteed aan het vergroten van controletechnische functiescheidingen bij het financiële beheer.
ARTIKEL 4: KANSELARIJ DER NEDERLANDSE ORDEN
De Kanselarij der Nederlandse Orden werd bij Koninklijk Besluit van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
• het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening
• zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen (zie artikelonderdeel 2, decoraties) en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries
• zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen
• in de persoon van de Kanselier der Nederlandse Orden de zuiverheid en waardigheid.
De werkzaamheden die binnen de Kanselarij worden uitgevoerd vloeien direct voort uit de taakomschrijving van de Kanselier der Nederlandse Orden de taakopdracht aan het Kapittel der Militaire Willems-Orde en aan het Kapittel voor de Civiele Orden.van de orden bewaakt.
Kapittel der Militaire Willems-Orde
De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:
• het adviseren van het Hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur omtrent de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd
• het verstrekken van inlichtingen aan het Hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze Departementen
• het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders
• het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.
2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
Het kabinet stemt in met het voorstel van de Kanselarij der Nederlandse Orden om de raming 2006 incidenteel te verhogen met € 0,1 mln voor investering in hardware.
De Kanselarij der Nederlandse Orden neemt kennis van het kabinetsstandpunt strekkende tot verlaging van de raming in 2009 en in 2010 met € 0,001 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).
Voortzetting van het digitaliseringsproject met als doel samenwerking tussen de diverse actoren in het proces te verbeteren en te vergemakkelijken. De succesvolle pilot met de provincie Zuid-Holland heeft geleid tot het product DAISY, dat thans een voorbeeldfunctie naar de overige provincies en gemeenten heeft. Uiteindelijk dient elk decoratievoorstel langs digitale weg te worden ingediend, bewaakt en behandeld.
De Kanselarij der Nederlandse Orden vormt met een aantal instanties een gesloten keten van actoren die leidt tot de (eventuele) toekenning van een koninklijke onderscheiding of anderszins. Tot deze actoren worden gerekend de gemeenten, de provincies, Het Kapittel voor de Civiele Orden, het Kapittel der Militaire Willems-Orde, de ministeries alsmede de verschillende diplomatieke posten – verspreid over de continenten – van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. De relatie tussen de actoren is in bestuurlijke zin hiërarchisch van aard (van lokale overheid naar Rijksoverheid) en waarin de Kanselarij der Nederlandse Orden enerzijds een intermediaire doch anderzijds een sterk adviserende rol vervult naar de ministeries in totaliteit.
De Kanselarij der Nederlandse Orden kent een aantal risico's in de taakuitvoering die in zekere zin van invloed zouden kunnen zijn op de resultaten. Een factor van belang blijft het totaal aantal decoratie-aanvragen van Koninklijke en niet-Koninklijke onderscheidingen op jaarbasis, aangezien dit in belangrijke mate van invloed is op de formatiesterkte, aanschaf van versierselen en daarmee consequentieel voor de begrotingsomvang. Naast de voornoemde bedrijfseconomische factoren zijn er nog factoren van mogelijk politieke of burgerlijke aard die van invloed kunnen zijn de resultaten en waarop het College geen directe invloed heeft.
6. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
4: Kanselarij der Nederlandse Orden | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Verplichtingen | 4 166 | 3 203 | 3 143 | 3 043 | 3 043 | 3 042 | 3 042 | |
Uitgaven | 3 134 | 3 203 | 3 143 | 3 043 | 3 043 | 3 042 | 3 042 | |
1. apparaat | 2 254 | 1 764 | 1 704 | 1 604 | 1 604 | 1 603 | 1 603 | |
2. decoraties | 877 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | |
3. riddertoelagen | 3 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | |
Ontvangsten | 98 | 29 | 29 | 29 | 29 | 29 | 29 |
De Kanselarij der Nederlandse Orden heeft voor het jaar 2006 de beschikking over € 1 596 000 voor de dekking van de apparaatskosten en € 1 416 000 voor de dekking van de decoratiekosten. Voor de riddertoelagen blijft € 5000 gevoteerd.
7. Operationele doelstellingen
Voortzetting Digitaliseringstraject (w.o. Daisy, digitale voorstellen en registers, vervanging ICT-materieel)
• de actoren kunnen hierdoor beter samenwerken
• effectiviteits- en efficiencyvergroting
• scannen van afgehandelde decoratievoorstellen
• offerte en aanbesteding ICT jan-mei 2006
• opzetten Functioneel Ontwerp Dekor II/vervolg Daisy
De interne organisatie en ten aanzien van Daisy tevens op de externe organisatie.
Streefwaarde: jaarlijkse opwaardering met ca. 5300 voorstellen, digitaal ontvangst en digitale registers (raadpleging)
Realisatie: vóór september i.v.m. aanwas nieuwe voorstellen voor AG 2007.
kosten behorend bij operationele doelstelling1
Kosten scanapparatuur: € 6180,00 p.j.
Kosten Fac. Zaken: € 28,60 per registermutatie (registratie)
Kosten personeel: p.m. (moet nog worden gemeten)
Kosten ICT-materieel: € 100 000,00 (incidenteel)
relevante beleidsnota's/kamerstukken/wetsartikelen
Archiefwet 1995, Documentair Structuurplan KNO, Functioneel Ontwerp Dekor II en Daisy
Interne behandeling van decoratievoorstellen en verstrekking van versierselen.
De afdeling Toetsing & Advisering (T&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. De afdeling Facilitaire Zaken (FZ) verricht ondersteunende werkzaamheden.
H.M. de Koningin ondertekent het Koninklijk Besluit (KB) waarna de Minister die het aangaat dit contrasigneert. De ontvangst van een exemplaar van dit KB is voor de Kanselarij der Nederlandse Orden de legitimering (opdracht) om het versiersel met toebehoren uit te geven aan het betrokken ministerie.
• Controle en registratie van decoratievoorstellen (FZ)
• Splitsing van voorstellen op Algemene en Bijzondere Gelegenheid (FZ en T&A)
• Prepareren en uitbrengen van preadviezen mbt voorstellen (T&A)
• Verzenden van definitief advies aan de Minister die het aangaat (T&A en FZ)
• uitlevering van versierselen, doorlopend
• uitlevering van trouwe dienst medailles KL/Klu/Mar, doorlopend
• uitlevering van vrijwilligersmedailles en jaartekens, doorlopend
• uitlevering van officiersdienstkruizen, doorlopend
• uitlevering van overige versierselen, doorlopend
Het speerpunt is gericht op het Kapittel voor de Civiele Orden, welk college de preadviezen behandelt en een zwaarwegend advies uitbrengt.
Het speerpunt is gericht op de externe omgeving, in dit verband hoofdzakelijk de ministeries voor wat betreft de Koninklijke onderscheidingen en voor de overige versierselen de gemeenten.
Basiswaarde: gemiddeld 5200 preadviezen
Streefwaarde: gemiddeld 5500 preadviezen
Realisatie: eind februari/begin maart van het lopende decoratiejaar
Basiswaarde: gemiddeld 10 000–12000 stuks per jaar
kosten behorend bij operationele doelstelling
Kosten van T&A: € 1 057 153,001
Kosten van KCO; € 427 420,001
Kosten per uitgebracht advies: € 285,00 gemiddeld2
€ 74 470,00 per jaar (versierselenbeheer)
kosten van versierselen ex Kon. Onderscheidingen: € 52 325 (TDM);
€ 17 652 (Vrijw); € 33 288 voor de Off. Dienstkruizen.
De activiteiten van het Kapittel voor de Civiele Orden worden – gelet op het externe karakter van de producten – in het reguliere jaarverslag verwoord. Daarnaast vindt eens per vier jaar een verantwoordingsverslag plaats aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
relevante beleidsnota's/kamerstukken/wetsartikelen
• Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau
• Wet van 29 september 1815 (instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw)
• Wet van 4 april 1892 (instelling van de Orde van Oranje-Nassau)
• Rijkswet van 15 april 1994 tot wijziging van beide genoemde wetten
• Rijkswet van 10 oktober 1996 tot wijziging van genoemde Rijkswet
• KB van 19 juni 1822, no 92, van 11 februari 1918, no 37, van 02 augustus 1946, Stb. 199 en van 15 augustus 1959, nr. 12 houdende instelling van Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon.
• TVA's (technische voorschriften aanschaf)
• Het voeren van een adequate voorraad van versierselen en aanverwante artikelen (circa € 1,1 mln voor aanschaf) blijft een zeer belangrijke plaats innemen in de bedrijfsprocessen.Tijdig inspelen op bijzondere gebeurtenissen (zoals verkiezingen) en een actief beleid in het terugvorderen van versierselen maken daarvan deel uit.
• Ten aanzien van het contractbeheer en het materieelbeheer worden nog meer dan voorheen de gegevens uitgesplitst en inzichtelijk(er) gemaakt. De werkprocessen rondom deze twee beheersaspecten worden geoptimaliseerd. Mutaties zijn dan eenvoudiger te verrichten.
• Naast een goed verplichtingenbeheer voert de Kanselarij der Nederlandse Orden ook een dergelijke maar meer gedetailleerde systematiek voor de interne verplichtingen, ook wel budgettering of kostenplaatsen genoemd.
• De beschrijving van de administratieve organisatie wordt actueel gehouden.
ARTIKEL 5: KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
Het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen (verder: het Kabinet) staat de Gouverneur met raad en daad terzijde bij zijn functioneren als orgaan van het Koninkrijk en als hoofd van de Regering van de Nederlandse Antillen.
De taken van het Kabinet vallen in de volgende delen uiteen: ondersteunen Gouverneur, doorgeleiden tekenstukken, uitvoeringstaken en bedrijfsvoering.
2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
Het begrotingsvoorstel dat het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2006, is reeds toegekend bij de Voorjaarsnota (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 105 IIB, nrs. 1 en 2).
Het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen neemt kennis van het kabinetstandpunt strekkende tot verlaging van de raming voor in 2009 en in 2010 met 0,001 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).
Het werkaanbod wordt bepaald door externe factoren (agenda van de Gouverneur), staatsstukken vanuit de Ministeries, verzoekschriften van burgers ca. Eigen speerpunten zijn hierdoor niet aanwijsbaar.
Met de invoering van het Statuut in 1954 zijn bevoegdheden, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Gouverneur als orgaan van het Koninkrijk der Nederlanden geregeld in het «Reglement voor de Gouverneur».
De Gouverneur vertegenwoordigt de regering van het Koninkrijk en waakt daarbij over het algemeen belang van het Koninkrijk en is verantwoordelijk aan de regering hiervan.
Als vertegenwoordiger van de Koningin is de Gouverneur hoofd van de regering van de Nederlandse Antillen. Als hoofd van de regering is de Gouverneur onschendbaar. De Gouverneur oefent de uitvoerende macht uit onder verantwoordelijkheid van de ministers, die verantwoordelijk zijn aan de Staten van de Nederlandse Antillen.
5. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||||
5: Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Verplichtingen | 2 750 | 2 587 | 2 543 | 2 543 | 2 543 | 2 542 | 2 542 | |
Uitgaven | 2 578 | 2 587 | 2 543 | 2 543 | 2 543 | 2 542 | 2 542 | |
1.apparaat | 2 578 | 2 587 | 2 543 | 2 543 | 2 543 | 2 542 | 2 542 | |
Ontvangsten | 188 | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 |
6. Operationele doelstellingen
Ondersteunen Gouverneur: Het Kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het gaat hierbij om een veelheid aan onderwerpen, van belastingwetgeving tot constitutionele verhoudingen, van armoedebeleid tot budgetdiscipline, van privatisering tot NGO-beleid. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering van de Gouverneur.
De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is er op gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.
• Drie medewerkers ondersteunen en adviseren de Gouverneur, elk op verschillende terreinen (buitenlandse betrekkingen/defensie, juridisch/bestuurlijk, financieel/economisch/sociaal).
• Het onderhouden van contacten, het vergaren van informatie, het bijwonen van vergaderingen, conferenties, e.d. zij de middelen om de Gouverneur van advies te kunnen voorzien.
• Het schrijven van toespraken.
• Het voorbereiden van en begeleiden bij ontvangsten en bij binnenlandse en buitenlandse dienstreizen.
De Gouverneur van de Nederlandse Antillen.
Prestaties en productgegevens | 2002 | 2003 | 2004 | 2006 |
---|---|---|---|---|
(In aantallen) | reali-satie | reali-satie | reali-satie | streefwaarde* |
Nota's, brieven en toespraken | 3 394 | 3 351 | 2 607 | 3 000 |
* De streefwaarde is afhankelijk van het aantal gelegenheden.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De totale apparaatskosten kennen nog geen verbijzondering.
Doorgeleiden tekenstukken:
De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van Rijkswetten, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen. In verband hiermee bereidt het Kabinet de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Antilliaanse (concept-)regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Het Kabinet draagt bij aan de rechtstatelijkheid binnen de Nederlandse Antillen. Aangeboden stukken worden tijdig en in correcte vorm aan de Gouverneur ter tekening of ter goedkeuring voorgelegd.
• Toetsen van en doorgeleiden van de aan de Gouverneur voorgelegde Antilliaanse conceptregelgeving en besluiten.
• Volgen van ontwikkelingen in de uitvoering van zowel Lands- en Rijkswetgeving.
De Gouverneur van de Nederlandse Antillen
Prestaties en productgegevens | 2002 | 2003 | 2004 | 2006 |
---|---|---|---|---|
(In aantallen) | reali-satie | reali-satie | reali-satie | streefwaarde* |
Doorgeleiden Landsverordeningen en besluiten | 4 467 | 4 999 | 4 503 | 4 500 |
Doorgeleiden Rijkswetten en verdragen | 105 | 50 | 76 | 100 |
* De streefwaarde is afhankelijk van het aantal ingediende verordeningen/besluiten/verdragen.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De totale apparaatskosten kennen nog geen verbijzondering.
Uit enkele verdragen en Rijkswetten vloeit voort dat de Gouverneur de uitvoering daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Paspoortwet en – voor wat betreft de uitgifte van visa – het Verdrag van Schengen. Het Kabinet bereidt de afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en voor havenbezoeken, verzoekschriften alsmede voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen.
Aanvragen voor paspoorten en visa worden volgens de geldende voorschriften behandeld. Op de uitgifte van paspoorten door eilandgebieden wordt actief toezicht gehouden.
• Verzorgen van audits bij de eilandgebieden ter verbetering van het proces van de uitgifte van paspoorten.
• Behandelen van aanvragen van paspoorten en visa.
• Behandelen van verzoekschriften waaronder gratieverzoeken, uitleveringen.
• Adviseren en doorgeleiden van voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen.
Burgers en andere mogendheden.
Prestaties en productgegevens | 2002 | 2003 | 2004 | 2006 |
---|---|---|---|---|
(In aantallen) | realisatie | realisatie | realisatie | streef-waarde* |
Paspoorten | 573 | 541 | 551 | 600 |
Visa | 788 | 735 | 683 | 750 |
Gratieverzoeken | 100 | |||
Uitleveringen | 25 | |||
Paspoortsignaleringen | 121 | |||
Overvliegvergunningen en havenbezoeken | 183 | 200 | ||
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen | 56 |
* De streefwaarde is afhankelijk van het aantal aanvragen
kosten behorend bij operationele doelstelling
De totale apparaatskosten kennen nog geen verbijzondering.
Bedrijfsvoering:
De zorg voor de medewerkers en het beheer van de huisvesting, het secretariaat, de (financiële) administratie, de receptie en het archief maken het gezamenlijk mogelijk dat het Kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen. Het Kabinet ondersteunt tevens de huishouding van het Paleis van de Gouverneur.
Zowel de personele als materiële middelen en faciliteiten dienen adequaat te zijn om alle taken zo efficiënt mogelijk uit te kunnen voeren.
• Het Kabinet zorgt voor adequate personele bezetting en uitvoering van rechtspositionele regelingen van met name de lokale medewerkers.
• Het actualiseren van de administratieve organisatie bij het financieel beheer.
• Het onderhouden van de van het paleis van de Gouverneur.
• Het verbeteren van documentatie en informatievoorziening archiefbeheer in verband met de voortschrijdende digitalisering van documenten.
De Gouverneur en het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De totale apparaatskosten kennen nog geen verbijzondering.
De bedrijfsvoeringsparagraaf is opgenomen als een operationele doelstelling.
ARTIKEL 6: KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (verder: het Kabinet) staat de Gouverneur met raad en daad terzijde bij zijn functioneren als orgaan van het Koninkrijk en als hoofd van de Regering van Aruba.
De taken van het Kabinet vallen in drie delen uiteen: inhoudelijke advisering, uitvoering/controle en beheer/ondersteuning.
2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt
Er zijn door het Kabinet van de Gouverneur van Aruba geen begrotingsvoorstellen ingediend.
Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba neemt kennis van het kabinetsstandpunt strekkende tot verlaging van de raming voor in 2010 met € 0,001 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).
3. Speerpunten 2006 (vergelijkbaar met de beleidsagenda voor de departementen)
Naar verwachting zal in het jaar 2006 veel aandacht uitgaan naar de besluitvorming in Koninkrijksverband over het rapport Jeserun. Dit zal zeer waarschijnlijk ook gevolgen hebben voor Aruba als land binnen het Koninkrijk. Het kabinet zal extra tijd en aandacht besteden aan de advisering van de Gouverneur op dit punt, dat van groot belang zal zijn voor de toekomstige verhoudingen binnen het Koninkrijk. Hoewel het kabinet niet over een financieel economische adviseur beschikt, zal het kabinet de advisering en ondersteuning van de Gouverneur t.a.v. de financieel-economische aspecten van het beleid van Aruba intensiveren, gezien het grote belang daarvan voor de Arubaanse samenleving.
Waar het de uitvoering van de rijksregelgeving inzake paspoorten en reisdocumenten betreft, zullen burgers van Aruba frequenter en gerichter geïnformeerd worden over de mogelijkheden en onmogelijkheden bij de uitgifte van deze documenten vanwege de Gouverneur. Hierbij zal worden samengewerkt met de betrokken landsdiensten.
Het administratieve proces van het kabinet zal zodanig ingericht worden, dat daaruit meer relevante informatie beschikbaar komt voor de Gouverneur bij de uitoefening van zijn kerntaken als Landsorgaan.
Het Kabinet voert zijn taken onder a) en b) uit binnen het kader waarbinnen de Gouverneur zijn taken uitoefent. De belangrijkste regelingen zijn het Statuut van het Koninkrijk, de Staatsregeling Aruba, het Reglement van Orde van de Gouverneur van Aruba en alle vigerende regelgeving van Aruba. Voor het kabinet zijn primair van belang de Rijkswet op het Nederlanderschap, de rijkswetgeving (inclusief de uitvoeringsregelingen) inzake het paspoort en de instructies van de ministers van VNI en BuZa ten aanzien van de visumverlening.
De taken onder c) worden uitgevoerd in het kader van het Beheersbesluit kabinet van de Gouverneur van Aruba en de door de minister van BZK van toepassing verklaarde regelingen ten aanzien van het financiële beheer, de financiële verantwoording en de vigerende regelingen t,a,v, het lokaal personeel.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving is het kabinet gebonden aan en afhankelijk van de werkwijze van enkele belangrijke diensten in Nederland. Dat zijn in het bijzonder de IND, het agentschap BPR en het ministerie van Buitenlandse Zaken.
5. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||||
6: Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Verplichtingen | 982 | 1 551 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 248 | |
Uitgaven | 982 | 1 551 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 248 | |
1.apparaat | 982 | 1 551 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 248 | |
Ontvangsten | 57 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6. Operationele doelstellingen
Ondersteuning van de Gouverneur:
Het kabinet zal bij zijn werkzaamheden gericht op de inhoudelijke ondersteuning van de Gouverneur een duidelijk accent leggen op de twee genoemde beleidsterreinen. In de advisering worden sociaal maatschappelijke, politiek-bestuurlijke, juridische en financieel-economische aspecten van beleid betrokken.
De administratieve organisatie, in het bijzonder een deel van de automatisering, zal zodanig aangepast worden dat gemakkelijker en meer inzicht wordt verkregen in bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de taakuitvoering van de Gouverneur. Deze analyses zijn alleen bedoeld voor de advisering van de Gouverneur door het kabinet.
De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is er op gericht dat deze zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan optimaal kan vervullen.
• Twee medewerkers ondersteunen en adviseren. Er is daarbij gedeeltelijk sprake van specialisatie op beleidsterreinen
• Ontwikkelen en implementeren van aangepaste kantoorautomatisering
• Voorbereiden van consultatiegesprekken en overleggen
• Het onderhouden van een netwerk zowel nationaal als in Nederland ten einde de Gouverneur op alle voorkomende terreinen van deskundig advies te kunnen voorzien
• Het schrijven toespraken en het ondersteunen van de Gouverneur in zijn representatieve taken
De Gouverneur van Aruba
kosten behorend bij operationele doelstelling
De apparaatskosten van het kabinet zijn niet uitgesplitst naar afzonderlijke taken van de Gouverneur.
Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten.
De Gouverneur bekrachtigt als hoofd van de Arubaanse regering landsverordeningen en landsbesluiten. Op grond van zijn taakstelling in het Statuut, de Staatsregeling en het Reglement van Orde van de Gouverneur van Aruba dienen aan de Gouverneur voorgedragen landsverordeningen en landsbesluiten getoetst te worden aan Rijkswetgeving, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen. Het kabinet bereidt deze toetsing voor en adviseert de Gouverneur terzake van de verdere afdoening. Daarnaast is de Gouverneur van Aruba in een groot aantal landsbesluiten het bevoegd gezag, en zijn er verschillende landsverordeningen waarin de Gouverneur wordt genoemd als beroepsorgaan. Het kabinet adviseert de Gouverneur in beroepszaken en ondersteunt hem in de functie van bevoegd gezag.
• Toetsen van aan de Gouverneur voorgelegde ontwerp landsverordeningen en landsbesluiten
• Overleg met landsdiensten o.a. met het oog op correcte vorm en formulering
De Gouverneur van Aruba.
Prestaties en productgegevens | 2004 | 2006 |
---|---|---|
(In aantallen) | realisatie | streefwaarde* |
Doorgeleiden Landsverordeningen en Landsbesluiten | 4 600 | 4 500 |
* De streefwaarde is afhankelijk van het aantal ingediende verordeningen en besluiten.
kosten behorend bij operationele doelstelling
De apparaatskosten van het kabinet zijn niet uitgesplitst naar afzonderlijke taken van de Gouverneur.
UitvoeringstakenIn enkele verdragen en (Rijks)wetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het Kabinet zorgt voor afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur, geeft namens de Gouverneur paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt optieverklaringen, registreert naturalisatieverzoeken en beoordeelt aanvragen voor toestemming voor schepen en luchtvaartuigen die het Arubaanse deel van territorium van het Koninkrijk doorkruizen of willen bezoeken.
Het kabinet geeft op deze wijze, binnen de grenzen van het door de Gouverneur gegeven mandaat, namens hem invulling aan zijn wettelijke taken.
• Behandelen van aanvragen van paspoorten, nooddocumenten, visa,
• Beoordelen van optieverklaringen en registreren van naturalisatieverzoeken
• Behandelen van verzoeken voor toestemming voor overvliegen/landen en havenbezoeken of ankeren
• Behandelen van gratieverzoeken en uitleveringsverzoeken
Het kan uiteraard voorkomen zijn dat een operationele doelstelling zich niet leent om nader uit te splitsen in activiteiten. U kunt deze regel dan weglaten. Let wel: In dat geval dient de operationele doelstelling wel voldoende SMART geformuleerd te zijn.
Burgers, diplomatieke vertegenwoordigingen van vreemde mogendheden.
Prestaties en productgegevens | 2004 | 2006 |
---|---|---|
(In aantallen) | realisatie | streefwaarde* |
Paspoorten | 250 | 250 |
Visa | 216 | 250 |
Optieverklaringen | 57 | 60 |
Naturalisatieverzoeken | 631 | 650 |
Uitleveringen | 2 | |
Gratieverzoeken | 20 | |
Overvliegvergunningen | 50 |
* De streefwaarde is afhankelijk van het aantal aanvragen
kosten behorend bij operationele doelstelling
De apparaatskosten van het kabinet zijn niet uitgesplitst naar afzonderlijke taken van de Gouverneur.
Bedrijfsvoering
De zorg voor de medewerkers, het beheer van het kantoor van het kabinet, de ambtswoning van de Gouverneur, het beheer van de financiële administratie en het archief van het kabinet.
Personele en materiële middelen en faciliteiten dienen zodanig te zijn dat de Gouverneur alle taken kan uitvoeren.
• Het kabinet zorgt voor adequate personele bezetting en uitvoering van rechtspositionele regelingen, in het bijzonder m.b.t. de lokale medewerkers;
• Het actualiseren van de administratieve organisatie
• Het invoeren van een nieuw document registratiesysteem en ordeningssysteem/plan voor het archief van het kabinet
• Het onderhouden van het kantoor van het kabinet en de ambtswoning van de Gouverneur.
Gouverneur en kabinet van de Gouverneur van Aruba.
Kosten behorend bij operationele doelstelling
De apparaatskosten van het kabinet zijn niet uitgesplitst naar afzonderlijke taken van de Gouverneur.
De bedrijfsvoering is opgenomen als een separate doelstelling onder paragraaf 6.
ARTIKEL 10. NOMINAAL EN ONVOORZIEN
Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||||
10: Nominaal en onvoorzien | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.loonbijstelling | ||||||||
2.prijsbijstelling | ||||||||
3.onvoorzien | ||||||||
4.waarde-overdracht en waarde-overname | ||||||||
5.taakstellingen | ||||||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal IIB begroting | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 0 | 90 387 | 85 968 | 81 069 | 80 649 | 80 649 | |
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 0 | 4 174 | 6 372 | 15 753 | 7 228 | 7 228 | |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 0 | 579 | 181 | – 150 | – 159 | – 182 | |
Stand ontwerp-begroting 2006: | 86 902 | 94 187 | 89 712 | 89 164 | 84 473 | 84 463 | 84 448 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal IIB begroting | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 0 | 3 018 | 2 902 | 2 902 | 2 902 | 1 685 | |
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 0 | 258 | – 78 | – 123 | – 125 | – 125 | |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 3 785 | 3 276 | 2 824 | 2 779 | 2 777 | 2 777 | 2 777 |
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
1: Raad van State | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 48 723 | 45 297 | 40 720 | 40 300 | 40 300 | ||
1.1: advisering | 6 978 | 6 935 | 6 935 | 6 935 | 6 935 | ||
1.2: bestuursrechtspraak | 41 745 | 38 362 | 33 785 | 33 365 | 33 365 | ||
waarvan Kamers 1, 2 en 3 | 29 755 | 30 369 | 26 676 | 26 680 | 26 680 | ||
waarvan HBV-Asiel | 7 244 | 4 799 | 3 973 | 3 613 | 3 613 | ||
waarvan HBV-Regulier | 4 746 | 3 194 | 3 136 | 3 073 | 3 073 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 1 056 | 2 832 | 7 531 | 3 269 | 3 269 | ||
1.1: advisering | 103 | 23 | 23 | 23 | 23 | ||
1.2: bestuursrechtspraak | 953 | 2 809 | 7 508 | 3 246 | 3 246 | ||
waarvan Kamers 1, 2 en 3 | – 646 | – 1 546 | 4 280 | 132 | 132 | ||
waarvan HBV-Asiel | 733 | 2 367 | 2 163 | 2 117 | 2 244 | ||
waarvan HBV-Regulier | 866 | 1 988 | 1 065 | 997 | 870 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 949 | 172 | 241 | 235 | 231 | ||
1.1: advisering | 152 | 25 | 40 | 39 | 38 | ||
a. loonbijstelling | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | ||
b. prijsbijstelling | 89 | 10 | 10 | 10 | 10 | ||
c. leegboeken artikel 10 IIB | 4 | 8 | 9 | 9 | 9 | ||
d. bijdrage Werken bij 't Rijk | – 6 | ||||||
e. bijdrage Rijksnet en Rijksweb | – 8 | ||||||
f. CAO budget 2005 | 38 | ||||||
g. afroming WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 1 | – 2 | |||||
1.2: bestuursrechtspraak | 797 | 147 | 201 | 196 | 193 | ||
a. loonbijstelling (Kamers 1, 2 en 3) | 269 | 33 | 32 | 32 | 32 | ||
b. loonbijstelling (HBV-Asiel) | 64 | 5 | 5 | 4 | 4 | ||
c. loonbijstelling (HBV-Regulier) | 38 | 4 | 4 | 4 | 4 | ||
d. prijsbijstelling (Kamers 1, 2 en 3) | 97 | 111 | 99 | 100 | 100 | ||
e. prijsbijstelling (HBV-Asiel) | 24 | 17 | 15 | 14 | 14 | ||
f. prijsbijstelling (HBV-Regulier) | 16 | 12 | 11 | 11 | 11 | ||
g. leegboeken artikel 10B (Kamers 1, 2 en 3) | 20 | 35 | 37 | 36 | 36 | ||
h. bijdrage Werken bij 't Rijk (Kamers 1, 2 en 3) | – 33 | ||||||
i. bijdrage Rijksnet/Rijksweb (Kamers 1, 2 en 3) | – 36 | ||||||
j. CAO budget 2005 (Kamers 1 t/m 3) | 192 | ||||||
k. CAO budget 2005 (HBV-Asiel) | 47 | ||||||
l. CAO budget 2005 (HBV-Regulier) | 30 | ||||||
m. WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 1 | – 2 | – 5 | – 8 | |||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 44 540 | 50 728 | 48 301 | 48 492 | 43 804 | 43 800 | 43 793 |
1.1: advisering | 6 680 | 7 233 | 6 983 | 6 998 | 6 997 | 6 996 | 6 995 |
1.2: bestuursrechtspraak | 37 860 | 43 495 | 41 318 | 41 494 | 36 807 | 36 804 | 36 798 |
waarvan Kamers 1, 2 en 3 | 29 687 | 28 932 | 31 122 | 26 975 | 26 972 | 26 966 | |
waarvan HBV-Asiel | 8 112 | 7 188 | 6 156 | 5 748 | 5 875 | 5 875 | |
waarvan HBV-Regulier | 5 696 | 5 198 | 4 216 | 4 085 | 3 958 | 3 958 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Raad van State | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 1 721 | 1 605 | 1 605 | 1 605 | 1 605 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 168 | – 106 | – 151 | – 153 | – 153 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | |||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 1 718 | 1 889 | 1 499 | 1 454 | 1 452 | 1 452 | 1 452 |
ARTIKEL 2. ALGEMENE REKENKAMER
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2: Algemene Rekenkamer | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 26 180 | 25 533 | 25 533 | 25 533 | 25 533 | ||
2.1:recht- en doelmatigheidsbevordering bij het Rijk en verbonden organisaties en institutionele programma's | 26 180 | 25 533 | 25 533 | 25 533 | 25 533 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 347 | 13 | 13 | 13 | 13 | ||
2.1:recht- en doelmatigheidsbevordering bij het Rijk en verbonden organisaties en institutionele programma's | 347 | 13 | 13 | 13 | 13 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 512 | 453 | 115 | 113 | 110 | ||
2.1:recht- en doelmatigheidsbevordering bij het Rijk en verbonden organisaties en institutionele programma's | 512 | 453 | 115 | 113 | 110 | ||
a. loonbijstelling | 243 | 33 | 33 | 33 | 33 | ||
b. prijsbijstelling | 55 | 55 | 55 | 55 | 55 | ||
c. leegboeken artikel 10B | 13 | 27 | 29 | 30 | 30 | ||
d. niet finaniële beleidsinformatie | 400 | ||||||
e. bijdrage Werken bij 't Rijk | – 18 | ||||||
f. bijdrage Rijksnet en Rijksweb | – 44 | ||||||
g. CAO-budget 2005 | 201 | ||||||
h. WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 2 | – 5 | – 8 | ||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 26 691 | 27 039 | 25 999 | 25 661 | 25 659 | 25 656 | 25 650 |
2.1:recht- en doelmatigheidsbevordering bij het Rijk en verbonden organisaties en institutionele programma's | 26 691 | 27 039 | 25 999 | 25 661 | 25 659 | 25 656 | 25 650 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2: Algemene Rekenkamer | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | ||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 1 627 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 | 1 217 |
ARTIKEL 3. DE NATIONALE OMBUDSMAN
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
3: De Nationale ombudsman | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 8 423 | 8 161 | 7 822 | 7 822 | 7 822 | ||
3.1: reguliere klachten | 7 510 | 7 356 | 7 017 | 7 017 | 7 017 | ||
3.2: klachten van lagere overheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
3.3: onderzoek | 54 | 54 | 54 | 54 | 54 | ||
3.4: communicatie | 708 | 708 | 708 | 708 | 708 | ||
3.5: internationale contacten | 151 | 43 | 43 | 43 | 43 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 512 | 315 | 315 | 315 | 315 | ||
3.1: reguliere klachten | 512 | 315 | 315 | 315 | 315 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 144 | 1 | 39 | 38 | 37 | ||
3.1: reguliere klachten | 137 | – 5 | 33 | 32 | 31 | ||
a. loonbijstelling | 64 | 9 | 9 | 9 | 9 | ||
b. prijsbijstelling | 19 | 17 | 16 | 16 | 16 | ||
c. leegboeken artikel 10 IIB | 4 | 7 | 8 | 8 | 8 | ||
d. bijdrage Werken bij 't Rijk | – 8 | ||||||
e. bijdrage Rijksnet en Rijksweb | – 30 | ||||||
f. CAO-budget 2005 | 50 | ||||||
g. WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 1 | – 2 | |||||
3.4: communicatie | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | ||
a. prijsbijstelling | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | ||
3.5: internationale contacten | 1 | ||||||
a. prijsbijstelling | 1 | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 8 977 | 9 079 | 8 477 | 8 176 | 8 175 | 8 174 | 8 173 |
3.1: reguliere klachten | 7 231 | 8 159 | 7 666 | 7 365 | 7 364 | 7 363 | 7 362 |
3.2: klachten van lagere overheden | 796 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3.3: onderzoek | 157 | 54 | 54 | 54 | 54 | 54 | 54 |
3.4: communicatie | 691 | 714 | 714 | 714 | 714 | 714 | 714 |
3.5: internationale contacten | 102 | 152 | 43 | 43 | 43 | 43 | 43 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
3: De Nationale ombudsman | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 39 | 39 | 39 | 39 | 39 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 62 | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 97 | 101 | 39 | 39 | 39 | 39 | 39 |
ARTIKEL 4. KANSELARIJ DER NEDERLANDSE ORDEN
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
4: Kanselarij der Nederlandse Orden | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 3 031 | 3 017 | 3 017 | 3 017 | 3 017 | ||
4.1: apparaat | 1 610 | 1 596 | 1 596 | 1 596 | 1 596 | ||
4.2:decoraties | 1 416 | 1 416 | 1 416 | 1 416 | 1 416 | ||
4.3: riddertoelagen | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 123 | ||||||
4.1: apparaat | 123 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 49 | 126 | 26 | 26 | 25 | ||
4.1: apparaat | 31 | 108 | 8 | 8 | 7 | ||
a. loonbijstelling | 13 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
b. prijsbijstelling | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | ||
c. leegboeken artikel 10 IIB | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
d. duurzame activa ICT | 100 | ||||||
e. CAO-budget 2005 | 13 | ||||||
f. WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 1 | ||||||
4.2: decoraties | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | ||
a. prijsbijstelling | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | ||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 3 134 | 3 203 | 3 143 | 3 043 | 3 043 | 3 042 | 3 042 |
4.1: apparaat | 2 254 | 1 764 | 1 704 | 1 604 | 1 604 | 1 603 | 1 603 |
4.2: decoraties | 877 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | 1 434 | 1 434 |
4.3: riddertoelagen | 3 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
4: Kanselarij der Nederlandse Orden | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 29 | 29 | 29 | 29 | 29 | ||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 98 | 29 | 29 | 29 | 29 | 29 | 29 |
ARTIKEL 5. KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
5: Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 2 482 | 2 488 | 2 488 | 2 488 | 2 488 | ||
5.1: apparaat | 2 482 | 2 488 | 2 488 | 2 488 | 2 488 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 65 | 40 | 40 | 40 | 40 | ||
5.1: apparaat | 65 | 40 | 40 | 40 | 40 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 40 | 15 | 15 | 15 | 14 | ||
5.1: apparaat | 40 | 15 | 15 | 15 | 14 | ||
a. loonbijstelling | 13 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
b. prijsbijstelling | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | ||
c. leegboeken artikel 10 IIB | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
d. CAO-budget 2005 | 15 | ||||||
e. WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 1 | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 2 578 | 2 587 | 2 543 | 2 543 | 2 543 | 2 542 | 2 542 |
5.1: apparaat | 2 578 | 2 587 | 2 543 | 2 543 | 2 543 | 2 542 | 2 542 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
5: Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 | ||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 188 | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 |
ARTIKEL 6. KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
6: Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 1 513 | 1 243 | 1 243 | 1 243 | 1 243 | ||
6.1: apparaat | 1 513 | 1 243 | 1 243 | 1 243 | 1 243 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
6.1: apparaat | 12 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | 26 | 6 | 6 | 6 | 6 | ||
6.1: apparaat | 26 | 6 | 6 | 6 | 6 | ||
a. loonbijstelling | 13 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||
b. prijsbijstelling | 5 | 4 | 4 | 4 | 4 | ||
c. leegboeken artikel 10 IIB | 0 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||
d. CAO budget 2005 | 8 | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 982 | 1 551 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 248 |
6.1: apparaat | 982 | 1 551 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 249 | 1 248 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
6: Kabinet van de Gouverneur van Aruba | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stand ontwerp-begroting 2006: | 57 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ARTIKEL 10. NOMINAAL EN ONVOORZIEN
Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000) | |||||||
10: Nominaal en onvoorzien | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 35 | 229 | 246 | 246 | 246 | ||
10.1: loonbijstelling | 192 | 192 | 192 | 192 | 192 | ||
10.2: prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
10.3: onvoorzien | – 165 | 20 | 20 | 20 | 20 | ||
10.4: waarde-overdracht en -overname | 8 | 17 | 34 | 34 | 34 | ||
10.5: taakstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | 1 106 | 363 | 346 | 345 | 345 | ||
10.1: loonbijstelling | 672 | 124 | 140 | 139 | 139 | ||
10.2: prijsbijstelling | 277 | 276 | 260 | 260 | 260 | ||
10.3: onvoorzien | 165 | – 20 | – 20 | – 20 | – 20 | ||
10.4: waarde-overdracht en -overname | -8 | – 17 | – 34 | – 34 | – 34 | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: | – 1 141 | – 592 | – 592 | – 591 | – 591 | ||
10.1: loonbijstelling | – 864 | – 316 | – 332 | – 331 | – 331 | ||
a. verdeling loonbijstelling | – 806 | – 99 | – 98 | – 97 | – 97 | ||
b. leegboeken artikel 10 IIB (deel IIA) | – 15 | – 135 | – 146 | – 146 | – 146 | ||
c. leegboeken artikel 10 IIB (deel IIB) | – 43 | – 82 | – 88 | – 88 | – 88 | ||
b. bijdrage Werken bij 't Rijk | – 98 | ||||||
c. verdeling bijdrage Werken bij 't Rijk (deel IIA) | 33 | ||||||
d. verdeling bijdrage Werken bij 't Rijk (deel IIB) | 65 | ||||||
e. CAO budget 2005 | 594 | ||||||
f. verdeling CAO budget 2005 | – 594 | ||||||
h. afroming WW-maatregelen n.a.v. SER-advies | – 1 | – 4 | – 12 | – 22 | |||
i. verdeling afroming WW-maatregelen | 1 | 4 | 12 | 22 | |||
10.2: prijsbijstelling | – 277 | – 276 | – 260 | – 260 | – 260 | ||
a. verdeling prijsbijstelling | – 277 | – 276 | – 260 | – 260 | – 260 | ||
10.3: onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
a. bijdrage Rijksnet | – 127 | ||||||
b. verdeling Rijksnet | 127 | ||||||
Stand ontwerp-begroting 2006: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
10.1: loonbijstelling | |||||||
10.2: prijsbijstelling | |||||||
10.3: onvoorzien | |||||||
10.4: waarde-overdracht en -overname | |||||||
10.5: taakstellingen |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
10: Nominaal en onvoorzien | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand ontwerp-begroting 2005: | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 | 12 | |
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: | – 12 | – 12 | – 12 | – 12 | – 12 | – 12 | |
Stand ontwerp-begroting 2006: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30300-IIB-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.