Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30300-D nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30300-D nr. 2 |
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
INHOUDSOPGAVE | blz. | |
A. | Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel | 2 |
Wetsartikel 1 | 2 | |
B. | Algemene toelichting bij de begroting | 3 |
1. Inleiding | 3 | |
2. Uitgaven | 4 | |
3. Ontvangsten | 9 | |
4. Totaaloverzicht van het Fonds | 10 | |
C. | Toelichting per begrotingsartikel | 12 |
1. Uitgaven | 12 | |
2. Ontvangsten | 25 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2006 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.
Met de vaststelling van dit wetsartikel wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in die begroting opgenomen begrotingsartikelen worden door middel van een algemene toelichting en een toelichting per begrotingsartikel toegelicht in de onderdelen B en C van deze memorie van toelichting.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
C. E. G. van Gennip
De Minister van Economische Zaken,
L. J. Brinkhorst
De Minister van Financiën,
G. Zalm
B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING
Bij wet van 21 december 1995 is het Fonds economische structuurversterking (Fes) ingesteld (Wet Fonds economische structuurversterking, Stb. 1996, 51 en 52). Het fonds is een begrotingsfonds conform de Comptabiliteitswet 2001 en heeft als doel het financieren van investeringsprojecten van nationaal belang waarmee beoogd wordt de economische structuur te versterken. Hiertoe worden vanuit het fonds bijdragen toegekend aan andere begrotingshoofdstukken ter financiering van dergelijke projecten. Het Fes is dus een verdeelfonds, de feitelijke projectuitgaven worden onderbouwd, geraamd en verantwoord op de andere begrotingshoofdstukken.
In deze begroting 2006 wordt voor de jaren 2005 en later in de ramingen uitgegaan van een voeding van het Fes uit 42,4% van de niet-belastingontvangsten uit aardgasbaten in plaats van 41,5% conform de huidige Feswet. Aanleiding hiervoor zijn op de eerste plaats de effecten van de herstructurering van het Gasgebouw. Dit leidt tot een verschuiving binnen de ontvangsten van het rijk van aardgasbaten naar dividendontvangsten van het transportbedrijf (zie ook Kamerstukken II, 2004–2005, 28 109, nr. 7). Deze verschuiving zou tot een onbedoelde daling van de Fesvoeding leiden. Om dit te voorkomen is het percentage van de gasbaten dat naar het Fes gaat verhoogd.
Op de tweede plaats is, met het oog op een consistente voedingssystematiek, het onbedoelde opwaartse effect van de Vpb-verlaging (Miljoenennota 2005) op de Fesvoeding uit aardgasbaten, niet meer gecorrigeerd via een verhoging van de Fesbrug maar via een verlaging van het voedingspercentage uit aardgasbaten. Voor het Fes is dit derhalve een neutrale operatie.
Op de derde plaats wordt de correctie op de voeding uit aardgasbaten, die nodig was om de aankoop van certificaten EBN budgettair neutraal te laten zijn, met het oog op een consistente voedingssystematiek anders vormgegeven. Dat betekent dat de ontvangsten van EBN die voorheen werden afgedragen aan DSM in verband met de toen door DSM gehouden certificaten EBN, niet meer worden uitgezonderd voor berekening van de Fesvoeding, maar dat het voedingspercentage wordt verlaagd (eveneens een neutrale operatie voor het Fes).
Het effect van bovenstaande technische exercitie is per saldo een verhoging van het voedingspercentage uit aardgasbaten van 41,5% naar 42,4% die – ceteris paribus – budgettair neutraal voor het Fes is. Voor het jaar 2005 is deze aanpassing formeel geregeld in de eerste suppletore begroting 2005. Dat betekent dat de hiermee samenhangende mutaties reeds onderdeel uitmaken van de mutaties eerste suppletore begroting 2005, zoals deze ook zijn opgenomen in de tabellen van de artikelsgewijze toelichting van deze begroting 2006.
Een formele wetswijziging voor deze aanpassing is in voorbereiding en zal in samenhang worden bezien met mogelijke conclusies uit nader onderzoek naar wijziging van de voedingssystematiek van het Fes, waarop in de volgende paragraaf nader wordt ingegaan. In deze wetswijziging zal tevens het effect van de Vpb-verlaging, zoals in het Belastingplan 2006 is opgenomen, worden vewerkt.
Wijziging voedingspercentage FES
De inkomsten van het Fes zijn als gevolg van de hoge olieprijzen fors gestegen waardoor veel middelen beschikbaar komen voor Fes-waardige uitgaven. Omgekeerd ontstaan er problemen bij het FES als de gasbaten lager uitvallen. Het kabinet zal de Studiegroep Begrotingsruimte vragen te onderzoeken of een wijziging van de voedingssystematiek FES wenselijk is, zodanig dat bij hoge of lage olieprijzen (in euro's) het voedingspercentage wordt verlaagd respectievelijk verhoogd. Bij zeer lage olieprijzen en sterk stijgende euro/dollar koers, en dus lagere gasbaten, zijn er argumenten om een relatief groter deel van de dan lage aardgasbaten naar het FES te laten stromen om aldus te voorkomen dat door een tekort aan FES-middelen de geplande uitgaven niet kunnen worden gerealiseerd.
Vooruitlopend op het bredere advies over het begrotingsbeleid in de volgende kabinetsperiode waarbij ook het FES-fonds ten principale zal worden bezien, wordt de Studiegroep Begrotingsruimte gevraagd over het voedingspercentage uiterlijk begin volgend jaar te rapporteren.
Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI)
Naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek van de TCI, de kabinetsreactie – en het debat daarover in de Tweede Kamer – biedt deze Fes-begroting extra inzicht in de stand van de besluitvorming over Fes-projecten. Daarmee beoogt het kabinet de Tweede Kamer beter te informeren en te betrekken bij de besluitvorming en afweging van Fes-projecten.
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van alle uitgaven die reeds uit het Fes zijn gefinancierd of waarvoor middelen zijn geraamd binnen het Fes. In paragraaf 2.1 (Besluitvorming) wordt kort ingegaan op alle besluitvorming die heeft plaatsgevonden over Fesuitgaven. In paragraaf 2.2 (Toezeggingen) wordt een overzicht gegeven van alle formele toezeggingen die tot nu toe door de Fesbeheerders zijn gedaan voor een bijdrage uit het Fes aan een departementale begroting, aansluitend bij de besluitvorming.
Voor de Investeringsimpuls 1994 is binnen het Fes in totaal € 3 119 mln geraamd. Daarvan heeft € 2 777 mln betrekking op verkeer en vervoer, € 229 mln op bodemsanering en € 113 mln op kennisinfrastructuur. Hiervan is in totaal tot en met 2004 vrijwel alles gerealiseerd.
Aan deze impuls is later het investeringsplan voor het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) toegevoegd, dat inmiddels geheel is afgerond (€ 45 mln).
Voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn is binnen het Fes op artikel 01.04. Overige bijdragen uit het fonds in totaal € 4 525 mln geraamd. Daarnaast is op artikel 01.08. Investeringsimpuls 1998 als onderdeel van de reeks Bereikbaarheid/voorfinanciering € 1 784 mln aan voorfinanciering en gemaximeerde prijsbijstelling geraamd voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn. Van de op artikel 01.04. geraamde middelen is tot en met 2004 € 4 136 mln gerealiseerd.
Het project Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) is ultimo 2000 geheel afgerond. Hieraan is € 549 mln bijgedragen uit het Fes.
Voor de extra impuls voor de ruimtelijk-economische structuur uit 1998 is in totaal € 899 mln geraamd in het Fes ten behoeve van een aantal verkeer- en vervoerprojecten. Daarvan is tot en met 2004 € 772 mln gerealiseerd.
Voor de Investeringsimpuls 1998, die voor een groot deel uit het Fes is gefinancierd, is in totaal € 6 222 mln binnen het Fes gereserveerd voor de periode tot en met 2010. Daarnaast is op het artikel 01.08. Investeringsimpuls 1998 € 1 784 mln aan voorfinanciering geraamd voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn. Tot en met 2004 is op dit artikel in totaal € 2 837 mln gerealiseerd.
Voor de Hubertustunnel is vanuit het Fes € 11,4 mln beschikbaar gesteld en gerealiseerd. Het gaat hierbij om gemaakte kosten voor de Industriële Tunnelbouw-Methode (ITM), die uiteindelijk niet is toegepast bij de ondertunneling van het Hubertusduin.
Voor de Investeringsimpuls 2001 is binnen het Fes in totaal € 5 776 mln gereserveerd voor investeringen in de clusters Bereikbaarheid, Natuur, Milieu en vitaliteit steden en Kennis voor de periode tot en met 2010. Hiervan is tot en met 2004 € 2 567 mln gerealiseerd.
Via de zogenaamde Fes-brug worden Fes-waardige projecten in het Infrastructuurfonds die voorheen werden gefinancierd uit de reguliere Rijksbegroting, voortaan gefinancierd uit het Fes. Hierdoor valt ruimte vrij op de reguliere Rijksbegroting. Het gaat in totaal om € 2 416 mln in de jaren 2000 tot en met 2010.
Voor het project Kenniswijk is € 45,7 mln beschikbaar gesteld binnen het Fes. Hiervan is tot en met 2004 € 10,2 mln gerealiseerd.
In het kader van het Fileplan Zichtbaar, Slim en Meetbaar (ZSM) zijn extra middelen uitgetrokken voor mobiliteit en bereikbaarheid. Hiervan is 60% gereserveerd binnen het Fes (€ 1 476 mln). Hiervan is tot en met 2004 € 84 mln gerealiseerd.
Voor het Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik) is binnen het Fes in totaal € 800 mln gereserveerd voor de periode tot en met 2010. Daarvan is tot en met 2004 € 50 mln gerealiseerd.
Binnen het Fes is voor de periode tot en met 2010 een bedrag van € 500 mln gereserveerd voor voeding van het Waddenfonds. De resterende € 250 mln zal binnen het Fes worden gereserveerd in de periode na 2010, zodat uiteindelijk in totaal € 750 mln vanuit het Fes beschikbaar komt voor het Waddenfonds.
De uitgaven waarvoor reserveringen zijn opgenomen op artikel 01.07 Projecten in voorbereiding, worden nog niet op departementale begrotingen verantwoord. Omdat deze uitgaven daardoor prijsbijstelling zouden mislopen, is hiervoor een reservering voorprijsbijstelling opgenomen.
2.1.2 Investeringsimpuls 2005 en besluitvormingstraject
De Investeringsimpuls 2005 is het resultaat van besluitvorming in het Paasakkoord en nadere besluitvorming bij begrotingsvoorbereiding 2006 over de extra inkomsten Fes. Voor de Investeringsimpuls 2005 is binnen het Fes in totaal € 2 330 mln gereserveerd op de artikelen 01.10 Investeringsimpuls 2005 en 01.07 Projecten in voorbereiding. Projecten uit de Investeringsimpuls 2005 waarvoor nadere advisering en/of besluitvorming nodig is zijn terug te vinden op artikel 01.07. Zodra de projecten voldoende zijn uitgewerkt, worden de middelen overgeheveld naar artikel 01.10 van de Fes-begroting en de departementale begrotingen.
Afgesproken is er naar te streven toekomstige meevallers in het Fes voor circa de helft te bestemmen voor onderwijs, kennis en innovatie. Hiermee wordt het belang van extra investeringen in innovatie, kennis en onderwijs voor een sterke economische structuur onderstreept.
Met de meevaller worden voor de periode tot en met 2010 bedoeld extra Fes-inkomsten die additioneel zijn t.o.v. de stand uit de Voorjaarsnota 2005. Voor de periode 2011–2020 worden als extra Fes-inkomsten beschouwd de inkomsten die uitgaan boven het niveau dat uitgangspunt was bij de totstandkoming van de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Dergelijke Fes-meevallers kunnen aldus bijdragen aan een groter aandeel voor onderwijs, kennis en innovatie.
De voorbereiding van de totale besluitvorming over de Fes-meevaller in 2005 is in een aantal fases verlopen. In het voorjaar is de gebruikelijke procedure doorlopen van advisering door de Interdepartementale Commissie Ruimtelijke Economie (ICRE) en de Commissie Wetenschaps-, Technologie- en Informatiebeleid (CWTI)1, met daarbij toetsing van de voorstellen door het CPB. Het desbetreffende CPB-rapport (CPB, Document No 86, Leren van investeren; analyse van investeringsvoorstellen in kennis, milieu en ruimtelijke economie), gepubliceerd in juni 2005 en op te vragen via www.cpb.nl.
Het CPB heeft in het voorjaar in totaal 21 projecten op de terreinen kennis, natuur- en milieu en ruimtelijke economie beoordeeld. Het CPB constateert dat de kwaliteit van de voorstellen over het algemeen beter is dan in vorige soortgelijke beoordelingsrondes. Veel van de voorstellen blijken aldus het CPB echter aan doeltreffendheid en doelmatigheid te kunnen winnen. Aandachts- en verbeterpunten zijn volgens het CPB:
– gebrek aan overzicht van effecten van eerdere initiatieven
– bovenmatige dimensionering van projecten
– geringe bijdrage van belanghebbende instituten en bedrijven
– selectiviteit bij de projectvoorstellen
– verdringing van activiteiten
Op basis van deze observaties – uiteraard sterk wisselend per investeringsvoorstel – heeft het kabinet de voorstellen kritisch tegen het licht gehouden. Daarbij zijn sommige voorstellen geheel afgevallen. Andere voorstellen zijn verbeterd door aanscherping van budgetten, meer selectiviteit en door duidelijke voorwaarden te stellen aan de eigen bijdrage van andere partijen.
Door de aanhoudende stijging in olie- en gasprijzen bleek de uiteindelijke meevaller in het Fes groter dan dit voorjaar en begin deze zomer werd voorzien. Er is in juli dan ook besloten tot een investeringsimpuls. Hiervoor kon in verband met tijdige besluitvorming in augustus niet de gebruikelijke procedure worden doorlopen, maar is de Fes-beheerders gevraagd met een voorstel voor de bestemming van de vrije ruimte te komen. Uitgangspunten voor de Fes-beheerders waren daarbij:
– De door het Kabinet geformuleerde criteria, dat wil zeggen de reguliere Fes-criteria, zoals vastgelegd in de wet Fes (er moet sprake zijn van projecten van nationaal belang die leiden tot versterking economische structuur), aangevuld met criteria ten aanzien van legitimiteit, economische efficiëntie, zichtbaarheid, impact en draagvlak;
– Bestemming van circa 50% voor onderwijs, kennis en innovatie.
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de totale investeringsimpuls 2005. In artikel 01.07 en 01.10 zijn de verschillende onderdelen uitgebreid toegelicht.
Investeringsimpuls 2005 | (in € mln) |
A. Kennis/innovatie/onderwijs | |
Praktijklokalen/scholenbouw | 300 |
Beroepskolom/VVE | 100 |
Grootschalige researchinfrastructuur | 100 |
Innovatievouchers/IPCs MKB | 60 |
Innovatieprogramma's/toponderzoek | 500 |
Subtotaal Kennis/innovatie/onderwijs | 1 060 |
B. Milieu/duurzaamheid | |
Luchtkwaliteit | 400 |
Duurzaamheidsenveloppe | 330 |
Subtotaal Milieu/duurzaamheid | 730 |
C. Mobiliteit/Ruimte/Monumenten | |
Bijdrage ysteemkosten tolheffing | 100 |
Zuidas | 100 |
Monumenten (inclusief Malta) | 110 |
Bescherming vitale infrastructuur | 30 |
Subtotaal Mobiliteit/Ruimte/Monumenten | 340 |
D. Reservering prijscompensatie Fes | 200 |
TOTALE investeringsimpuls 2005 | 2 330 |
Met de forse inzet op innovatie en duurzaamheid wil het kabinet het belang van deze thema's voor onze toekomstige groei nog eens benadrukken.
De fondsbeheerders kunnen ten laste van het fonds toezeggingen doen voor bijdragen aan begrotingshoofdstukken. In de hiertoe opgestelde toezeggingsbrieven is aangegeven onder welke voorwaarden de bijdrage beschikbaar wordt gesteld en hoe de verantwoording dient te geschieden. Tot nu toe zijn op deze wijze voor een totaalbedrag van ongeveer € 15,9 mrd de volgende toezeggingen geformaliseerd:
Specificatie van toezeggingsbrieven | |||
Aan | d.d. | Voor project(en) | Bedrag (€) mln |
EZ | 16.08.94 | HPCN en NOBIS | 27,2 |
VenW | 16.08.94 | Verkeer en vervoer, Bodemsanering, LWI, Transportechnologie en Ondergronds bouwen | 2 071,5 |
VROM | 16.08.94 | Bodemsanering | 136,1 |
OCW | 16.08.94 | Mainport Rotterdam en MIBITON | 20,4 |
LNV | 16.08.94 | Agro ketenmanagement | 13,6 |
VenW | 16.02.96 | Betuweroute (BR) | 43,6 |
EZ | 15.08.96 | MARIN | 45,4 |
VenW | 20.12.96 | Betuweroute en Hogesnelheidslijn | 1 832,8 |
VenW | 22.01.98 | Hogesnelheidslijn (HSL) | 7,7 |
VenW | 12.01.99 | Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) | 592,2 |
VenW | 12.01.99 | Betuweroute (BR) | 315,4 |
VenW | 12.01.99 | Impuls ruimtelijk economische structuur | 846,8 |
VenW | 12.01.99 | Doorloop na 1998 van verkeer en vervoer projecten uit Investeringsimpuls 1994 | 830,4 |
VenW | 12.01.99 | Hogesnelheidslijn (HSL) | 23,6 |
VROM | 12.01.99 | Impuls ruimtelijk economische structuur, ontsluiting vinex-locatie Deventer – Colmschate Noord. | 11,3 |
VROM | 15.10.99 | Stichting kennisontwikkeling en kennistransfer Bodem (SKB) | 15,9 |
VenW | 15.10.99 | Ondergronds Logistiek Systeem (OLS) | 4,1 |
EZ | 15.10.99 | Gigaport | 64,4 |
VenW | 15.10.99 | Connekt, Kenniscentrum Verkeer en Vervoer | 15,9 |
VenW | 15.10.99 | Expertisenetwerk Meervoudig Ruimtegebruik (EMR) | 15,9 |
OCW | 15.10.99 | Wetenschap en Technologie Centrum Watergraafsmeer | 13,6 |
OCW | 15.10.99 | Biomade | 6,8 |
OCW | 15.10.99 | Kaderregeling Technocentra | 18,2 |
LNV | 15.10.99 | Ketennetwerken, Clusters en ICT (KLICT) | 13,2 |
OCW | 15.10.99 | Delfts Cluster | 19,1 |
VenW | 21.12.99 | Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) | – 45,4 |
VenW | 21.12.99 | Bereikbaarheidsimpuls 1998 | 148,8 |
EZ | 21.12.99 | Economie Ecologie en Technologie (EET) | 18,2 |
EZ | 21.12.99 | Regeling Kennis Experimentele Faciliteiten | 11,3 |
VROM | 21.12.99 | Programma Milieutechnologie (ProMT) | 9,1 |
VROM | 21.12.99 | Nationaal Initiatief voor Duurzame Ontwikkeling (NIDO) | 12,7 |
VenW | 18.12.00 | Bereikbaarheid voorfinanciering | 505,6 |
OCW | 18.12.00 | ICT en Onderwijs | 467,4 |
OCW | 18.12.00 | Kennis, onderzoek en innovatie | 113,4 |
VenW | 19.12.00 | Hogesnelheidslijn (HSL) | 172,4 |
VenW | 19.12.00 | Fes-brug | 158,8 |
VenW | 21.02.01 | Prijscompensatie Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) | 2,5 |
VenW | 21.02.01 | Hubertustunnel (inclusief prijscompensatie) | 27,4 |
VenW | 20.12.01 | Prijscompensatie Investeringsimpuls 1994 | 8,1 |
VenW | 20.12.01 | Prijscompensatie Impuls ruimtelijk economische structuur | 26,5 |
VenW | 20.12.01 | Prijscompensatie Hubertustunnel | 1,0 |
VenW | 20.12.01 | Prijscompensatie Bodemsanering | 1,2 |
VenW | 2.11.01 | Kenniswijk Eindhoven | 45,4 |
VenW | 2.11.01 | Hogesnelheidslijn (HSL) | 375,7 |
VenW | 2.11.01 | Voorfinanciering Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) | 506,9 |
VenW | 2.11.01 | Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) | 259,3 |
VenW | 2.11.01 | Fes-brug | 237,0 |
OCW | 2.11.01 | Prijscompensatie ICT en Onderwijs (impuls 2001) | 21,0 |
OCW | 2.11.01 | Prijscompensatie kennis, onderzoek en innovatie | 5,1 |
EZ | 2.11.01 | Herstructurering bedrijventerreinen | 47,4 |
EZ | 2.11.01 | Kennis, onderzoek en innovatie | 237,1 |
VROM | 17.01.02 | Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) | 14,4 |
VenW | 2.05.02 | Voorfinanciering Geografische Informatie Systemen (GIS) | 169,0 |
VROM | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 BIRK | 4,1 |
EZ | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 Kenniswijk | 0,3 |
EZ | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 Milieu en stedelijke ontwikkeling (Bedrijventerreinen) | 0,3 |
EZ | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 Kennis, onderzoek en innovatie | 1,6 |
OCW | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 Kennis (ICT en Onderwijs) | 3,2 |
OCW | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 Kennis, onderzoek en innovatie | 0,8 |
VenW | 30.01.03 | Prijscompensatie tranche 2002 voor verschillende projecten | 76,2 |
VROM | 3.03.03 | Programma Milieutechnologie (ProMT) 2003 | 3,7 |
OCW | 14.07.03 | Technocentra | 27,2 |
VROM | 11.12.03 | VROM-ombuiging via de gereserveerde BIRK-middelen | – 35,6 |
EZ | 11.12.03 | ICES/KIS-3-projecten | 308,9 |
OCW | 11.12.03 | ICES/KIS-3-projecten | 248,9 |
VWS | 11.12.03 | ICES/KIS-3-projecten | 44,8 |
VROM | 11.12.03 | ICES/KIS-3-projecten | 90,0 |
VenW | 11.12.03 | ICES/KIS-3-projecten | 37,4 |
VROM | 16.12.03 | Programma Milieutechnologie (ProMT) | 13,6 |
VROM | 16.12.03 | Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) | 339,9 |
VenW | 16.12.03 | Enveloppe Mobiliteit (Strategisch Akkoord 2002) | 1 476,0 |
VenW | 16.12.03 | HSL-zuid bevestiging 2003 | 430,9 |
VenW | 16.12.03 | Verkeer&Vervoer, Impuls 1998 bevestiging 2003 | 604,5 |
VenW | 16.12.03 | Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) bevestiging 2003 | 753,0 |
VenW | 16.12.03 | Fes-bruggetje bevestiging 2003 | 283,3 |
VenW | 16.12.03 | Betuweroute bevestiging 2003 | 286,9 |
VROM | 9.1.04 | BIRK-project Hasco | 0,6 |
VROM | 9.1.04 | BIRK-project Bommelerwaard | 1,0 |
VROM | 9.1.04 | BIRK-project Renkumse Beek | 14,4 |
LNV | 18.3.04 | ICES/KIS-3-projecten Transitie duurzame landbouw | 30,0 |
VenW | 18.3.04 | ICES/KIS3-projecten Transitie duurzame mobiliteit | 30,0 |
VROM | 18.3.04 | ICES/KIS3-projecten Systeeminnovaties | 10,0 |
EZ | 3.6.04 | SOS-Regeling | 45,4 |
VROM | 3.6.04 | BIRK-project Zaltbommel | 4,0 |
VenW | 17.12.04 | BIRK-projecten (Hoogmade, A2 Maastricht, W4 Leiderdorp) | 69,9 |
VROM | 17.12.04 | BIRK projecten (Hart van Dieren, Arnhem Rijnboog, Akzo Chloortreinen, A4 Midden-Delfland, Waterfront Hasselt) | 55,2 |
VROM | 17.01.05 | BIRK-projecten (Enschede Muziekkwartier, Venlo, Spoorzone Delft) | 44,0 |
Totaal | 15 866,8 mln |
De voeding van het fonds bestond tot en met 1998 uit bepaalde aardgasbaten, de common area baten, andere voor het fonds te bestemmen ontvangsten uit de winning van aardgas, opbrengsten uit het vervreemden van bepaalde vermogensbestanddelen van het Rijk en overige ontvangsten.
Met ingang van 1999 is de voeding van het fonds gewijzigd. Op hoofdlijnen wordt uitgegaan van voeding uit een vast percentage van de niet-belastingmiddelen uit aardgasbaten (voorheen 41,5%, inmiddels 42,4%) en de opbrengsten uit hoofde van de structureel bespaarde rentelasten die het gevolg zijn van het in mindering brengen op de staatsschuld van common area baten, vervreemdingen van staatsdeelnemingen en veilingen van rechten. Op de structureel bespaarde rentelasten bij vervreemdingen van staatsdeelnemingen wordt de daarmee samenhangende structurele derving van dividendontvangsten in mindering gebracht.
Met ingang van 2001 wordt het Fes niet meer gevoed uit de rentevrijval van de opbrengst van geveilde rechten (zoals radio-, ether- en televisiefrequenties), maar uit een annuïteit op basis van deze opbrengsten.
Tot en met 1998 is uit aardgasbaten en common area baten in totaal € 2 565 mln ontvangen. Uit de opbrengsten van verkoop van staatsdeelnemingen en de veiling van frequenties is in die periode in totaal € 3 867 mln ontvangen.
In totaal bedroegen de ontvangsten uit gasbaten in de periode 1999 tot en met 2004 € 8 560 mln. De voeding uit rentebaten bedroeg in die periode in totaal € 1 773 mln.
Voor de meerjarige raming van ontvangsten uit hoofde van aardgasbaten en rentebesparingen zijn technische aannames gehanteerd. Uitgegaan is van behoedzame veronderstellingen ten aanzien van zowel olieprijs en dollarkoers als verkoop staatsdeelnemingen, veilingen en rente (rekening houdend met eventuele dividendderving). Voor de gehanteerde olieprijzen en dollarkoersen wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3.1 Overige ontvangsten uit aardgas.
4. Totaaloverzicht van het fonds
(x € 1,0 mln) | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Totaal |
Investeringsimpuls 1994 (incl. Marin) | 3 164 | – | – | – | – | – | – | 3 164 |
BR en HSL | 4 136 | 290 | 99 | – | – | – | – | 4 525 |
SWAB | 549 | – | – | – | – | – | – | 549 |
Extra impuls 1998 | 772 | 91 | 31 | 5 | – | – | – | 899 |
Impuls 1998 (incl. voorfinanc. BR HSL) | 2 837 | 290 | 525 | 1 134 | 1 013 | 1 105 | 1 102 | 8 006 |
Impuls 2001 | 2 567 | 857 | 616 | 477 | 397 | 392 | 470 | 5 776 |
Bruggetje RA 1998 | 1 114 | 151 | 186 | 261 | 285 | 226 | 194 | 2 416 |
Fileplan Zichtbaar, Slim en Meetbaar | 84 | 162 | 246 | 246 | 246 | 246 | 246 | 1 476 |
Waddenfonds i.o. | – | – | 38 | 38 | 38 | 38 | 350 | 500 |
Impuls 2004 (Bsik) | 50 | 137 | 130 | 131 | 105 | 180 | 66 | 800 |
Impuls 2005 | – | 111 | 593 | 537 | 318 | 297 | 272 | 2 130 |
Overig (Voorfinanciering GIS, Hubertustunnel, Kenniswijk, Prijsbijstelling) | 191 | 24 | 16 | 17 | – 3 | 15 | 98 | 358 |
MEP | – | – | 3 | 36 | 73 | 101 | 781 | 994 |
Totale uitgaven | 15 465 | 2 113 | 2 482 | 2 882 | 2 472 | 2 601 | 3 579 | 31 593 |
ONTVANGSTEN: | ||||||||
Overig aardgas | 8 636 | 2 480 | 2 756 | 2 226 | 1 569 | 1 357 | 1 399 | 20 423 |
Incidentele baten | 1 773 | 510 | 539 | 563 | 583 | 606 | 648 | 5 224 |
Staatsdeelnemingen | 3 267 | 3 267 | ||||||
Overig vermogen | 600 | 600 | ||||||
Common area | 1 137 | 1 137 | ||||||
Extra export gas | 1 352 | 1 352 | ||||||
Totale ontvangsten | 16 765 | 2 990 | 3 295 | 2 789 | 2 152 | 1 963 | 2 047 | 32 003 |
Jaarsaldo | 877 | 813 | – 93 | – 320 | – 637 | – 1 531 | ||
Cumulatief saldo | 1 301 | 2 178 | 2 991 | 2 899 | 2 579 | 1 941 | 410 |
Het jaarsaldo is het batig (nadelig) saldo van uitgaven en ontvangsten over het betreffende begrotingsjaar. Het cumulatief saldo is het batig (nadelig) saldo tot en met het betreffende begrotingsjaar. Dit laatste saldo is als batig (nadelig) saldo opgenomen in de saldi artikelen van de Fesbegroting.
Uit de meerjarige doorkijk in bovenstaande tabel blijkt dat het fonds bij deze ramingsveronderstellingen in 2010 een cumulatief saldo heeft van € 410 mln.
De totale geraamde fondsuitgaven in enig jaar mogen niet hoger zijn dan de totale voor dat jaar geraamde ontvangsten, minus 10% van de voor dat jaar geraamde ontvangsten uit de aardgasbaten (de zogenaamde buffer), plus het cumulatief eindsaldo van het jaar ervoor. Dit is het zogenaamde kasplafond. In onderstaande tabel worden de in deze ontwerpbegroting opgenomen uitgaven geconfronteerd met het kasplafond.
(x € mln) | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Geraamde uitgaven | 2 113 | 2 482 | 2 882 | 2 472 | 2 601 | 3 579 |
Kasplafond | 4 043 | 5 198 | 5 558 | 4 894 | 4 406 | 3 849 |
Investeringsprojecten die worden gefinancierd vanuit het Fonds economische structuurversterking (Fes), hebben tot doel de economische structuur van Nederland te versterken. De nadruk ligt daarbij op ruimtelijk-economische investeringen. Deze investeringsprojecten vormen een onderdeel van samenhangende investeringspakketten ten behoeve van de beleidsopgaven, zoals die bijvoorbeeld zijn geformuleerd in de impulsbrief uit 1998. De investeringspakketten kunnen, naast het Fes, voor een deel ook uit de algemene middelen worden gefinancierd. In onderstaande tabel zijn alle Fes-bijdragen aan door departementen uitgevoerde investeringsprojecten gerangschikt naar de thema's Bereikbaarheid, Vitaliteit steden (inclusief bedrijventerreinen), Milieu en Kennis. Een overzicht van de voortgang van de verschillende investeringsprojecten (inclusief de niet uit het Fes gefinancierde projecten) is opgenomen in de periodieke monitoringsrapportages over de investeringsimpulsen.
Fes-bijdragen aan investeringspaketten gerangschikt naar thema | ||||||||
(in € mln) | t/m 2004 | 2 005 | 2 006 | 2 007 | 2 008 | 2 009 | 2 010 | Totaal |
Bereikbaarheid | 14 277 | 1 573 | 1 513 | 1 992 | 1 741 | 1 778 | 1 889 | 24 763 |
Vitaliteit steden | 33 | 225 | 91 | 91 | 91 | 91 | 66 | 688 |
Milieu | 331 | 48 | 229 | 230 | 278 | 312 | 1 282 | 2 710 |
Kennis | 824 | 265 | 645 | 552 | 332 | 372 | 211 | 3 201 |
Prijsbijstelling | 2 | 4 | 17 | 29 | 48 | 132 | 232 | |
Totaal | 15 465 | 2 113 | 2 482 | 2 882 | 2 472 | 2 601 | 3 579 | 31 593 |
C. TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL
01 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen
Artikel 01.01 Bijdragen aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer & vervoer
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 252 594 | 277 491 | 250 764 | 214 000 | 213 000 | ||
1e suppl. Begr. 2005 | 226 | – | – | – | – | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 477 606 | 252 820 | 277 491 | 250 764 | 214 000 | 213 000 | 212 000 |
Op dit artikel worden de volgende bijdragen geraamd:
• Aan het Infrastructuurfonds wordt een bijdrage verstrekt ten behoeve van het onderdeel verkeer en vervoer uit de Investeringsimpuls 1994.
• De reservering voor de gestegen kosten van de geluidsisolatie rond Schiphol (GIS) is op dit artikel opgenomen (totaal € 169 mln). Het betreft hier uitgaven in de jaren 2002 tot en met 2004. Terugbetaling van de voorfinanciering uit het infrastructuurfonds wordt gedekt door een verlenging van de bestaande heffingen in het kader van het Heffingenbesluit Geluidhinder Burgerluchtvaart (Stb. 82 (284)) met ingang van 2008.
• Op dit artikel worden ook de middelen voor de uitvoering van het Fileplan ZSM (Zichtbaar, Slim en Meetbaar) van het Ministerie van Verkeer & Waterstaat geraamd. In dit plan zijn maatregelen opgenomen waardoor de fileproblematiek voor de gebruiker merkbaar en meetbaar moet verminderen en waardoor de betrouwbaarheid van het verkeerssysteem moet verbeteren.
Specificatie artikel 01.01 | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Overig V&V Impuls 1994 | IF | 90 593 | 31 491 | 4 764 | |||
Overig V&V | VROM | 227 | |||||
Voorfinanciering GIS | IF | – 32 000 | – 33 000 | – 34 000 | |||
Fileplan ZSM | IF | 162 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 |
252 820 | 277 491 | 250 764 | 214 000 | 213 000 | 212 000 |
Artikel 01.03 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennisinfrastructuur
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 13 544 | 12 916 | – | – | – | ||
1e suppl. begr. 2005 | 9 027 | – | – | – | – | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 4 117 | 22 571 | 12 916 | – | – | – | – |
Op dit artikel wordt de bijdrage geraamd aan het Ministerie van Economische Zaken voor het project «Kenniswijk» in de regio Eindhoven van € 45,7 mln. De Rijksbijdrage is gekoppeld aan de voorwaarde dat 50% van de totale kosten van Kenniswijk door private partijen wordt gedragen.
Artikel 01.04 Overige bijdragen vanuit het fonds
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 291 337 | 85 825 | – | – | – | ||
1e suppl. begr. 2005 | 11 423 | – | – | – | – | ||
Mutatie | – 13 120 | 13 120 | – | – | – | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 122 177 | 289 640 | 98 945 | - | – | – | – |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd aan het Infrastructuurfonds voor de Betuweroute (BR) en de Hogesnelheidslijn (HSL), in totaal € 4 525 mln. Daarin zit begrepen een maximum van € 545 mln aan uitgekeerde en nog uit te keren prijsbijstelling voor deze twee projecten. De voorfinanciering uit het Fes van private bijdragen aan BR en HSL van in totaal € 1 784 mln is geraamd op artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998.
De uitgaven aan de BR en de HSL worden op het Infrastructuurfonds geraamd op de artikelen 17.02 en 17.03.
Specificatie artikel 01.04 | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Betuweroute | IF | – 4 806 | |||||
HSL | IF | 294 446 | 98 945 | ||||
Prijsbijstelling BR/HSL | IF | ||||||
Totaal | 289 640 | 98 945 | – | – | – | – |
Specificatie mutatie | ||||||
(x € 1 000) | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
HSL | 11 423 | 13 120 | ||||
Prijsbijstellingen BR/HSL | – 24 543 | |||||
Totaal | – 13 120 | 13 120 | – | – | – | – |
Betreft de toevoeging van de nog resterende reservering van prijsbijstelling BR/HSL aan de HSL.
Artikel 01.05 Investeringsimpuls 2004
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 90 900 | 101 200 | 101 000 | 81 300 | 153 700 | ||
1e suppl. begr. 2005 | 28 944 | 5 820 | 7 330 | 4 800 | – 4 360 | ||
Mutatie | – 2 410 | 325 | 410 | 485 | – 3 150 | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 50 016 | 117 434 | 107 345 | 108 740 | 86 585 | 146 190 | 56 340 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd in het kader van de derde investeringimpuls in de kennisinfrastructuur (ICES/KIS-3). Het kabinet heeft in het kader van het Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik) besloten om aan 37 ICES/KIS-3 programma's een totaalbedrag van € 800 mln toe te kennen voor de periode 2004–2010.
Specificatie artikel 01.05 | ||||||
(x € 1 000) | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Kennis (Leven met water en Processysteeminnovatie) V&W/IF | 8 214 | 7 970 | 7 630 | 5 860 | 5 140 | |
Kennis Transumo V&W | 3 060 | 4 000 | 6 000 | 8 040 | 7 700 | |
Kennis VWS | 6 300 | |||||
Kennis EZ | 59 215 | 56 950 | 56 700 | 41 600 | 78 700 | |
Kennis OCW | 28 784 | 33 000 | 33 000 | 26 600 | 50 100 | 52 000 |
Kennsi VROM | 6 071 | |||||
Kennis LNV | 5 790 | 5 425 | 5 410 | 4 485 | 4 550 | 4 340 |
Totaal | 117 434 | 107 345 | 108 740 | 86 585 | 146 190 | 56 340 |
De mutatie is het gevolg van gewijzigde inzichten in het verloop van het project Kennis Bsik bij LNV, waardoor de middelen anders over de jaren verdeeld moeten worden.
Artikel 01.07 Projecten in voorbereiding
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 148 225 | 144 415 | 148 555 | 143 615 | 170 290 | ||
1e suppl. begr. 2005 | 95 401 | 1 560 | 5 139 | 8 426 | 14 594 | ||
Mutatie | 10 000 | 290 400 | 365 600 | 379 900 | 405 600 | ||
Ontwerp-begr. 2006 | – | 253 626 | 436 375 | 519 294 | 531 941 | 590 484 | 1 554 357 |
Op dit artikel worden alle middelen geraamd die binnen het Fes worden gereserveerd voor projecten die in voorbereiding zijn. Zodra de projecten voldoende zijn uitgewerkt, worden de middelen overgeheveld naar de desbetreffende artikelen van de Fes-begroting en de departementale begrotingen. Het gaat om de volgende reserveringen:
• De nog niet naar artikel 01.08 (Investeringsimpuls 1998) overgehevelde middelen voor Feswaardige projecten uit de investeringsimpuls 1998.
• De nog niet naar artikel 01.09 (Investeringsimpuls 2001) overgehevelde middelen voor de investeringsimpuls 2001.
• De nog niet naar artikel 01.05 (Investeringsimpuls 2004) overgehevelde middelen voor de ICES/KIS-3 investeringsimpuls in kennisinfrastructuur (Bsik).
• De reservering van middelen binnen het Fes voor de voeding van het Waddenfonds i.o. In de periode tot en met 2010 gaat het in totaal om € 500 mln. In de periode daarna (niet in deze begroting opgenomen) zal hiervoor nog eens € 250 mln binnen het Fes worden gereserveerd. In totaal gaat het derhalve om € 750 mln.
• Een raming van prijsbijstelling voor de reserveringen op dit artikel.
• De nog niet naar artikel 01.10 (investeringsimpuls 2005) overgehevelde middelen voor de investeringsimpuls 2005 waarvoor nadere besluitvorming en/of adviezen nodig zijn.
Specificatie artikel 01.07Projecten in voorbereiding | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Investeringsimpuls 1998 | |||||||
Vitaliteit steden | VROM | 115 613 | 24 686 | 24 686 | 24 686 | 24 685 | 24 685 |
Milieutechnologie | EZ/VROM | 4 537 | 4 537 | 4 537 | 4 537 | 13 613 | 13 613 |
Technocentra | OCW | 9 076 | 9 076 | 9 076 | 9 076 | ||
Investeringsimpuls 2001 | |||||||
BIRK + Saneringsconcept. | VROM/VW | 98 914 | 38 166 | 42 166 | 42 166 | 42 166 | 41 075 |
Natuur, milieu en Stedel. Ontw./sleutelprojecten | VROM | 23 710 | 23 710 | 23 710 | 23 710 | ||
Investeringsmpuls 2004: Kennis Bsik | Divers | 22 680 | 24 240 | 24 380 | 19 440 | 37 040 | 12 261 |
Waddenfonds | i.o. | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 350 000 | |
Investeringsimpuls 2005 | |||||||
Grootschalige researchfaciliteiten | OCW | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | |
Transgene gewassen | VROM | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
Topinstituut Farma | VWS | 10 000 | 30 000 | 30 000 | 30 000 | 30 000 | |
Transitie samenwerking TU's | OCW | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Innovatieprogramma's en toponderzoek | 28 200 | 28 200 | 28 200 | 28 200 | 28 200 | ||
Luchtkwaliteit | VROM | 103 000 | 73 000 | 77 000 | 83 000 | 64 000 | |
Bodemsanering | VROM | 10 000 | 15 000 | 15 000 | 10 000 | ||
Duurzaamheid | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | ||
Bijdrage systeemkosten tolheffing | VW | 15 000 | 55 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Bescherming Vitale Infrastructuur | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | ||
Maatschappelijke Sectoren en ICT | EZ | 4 000 | 16 000 | 20 000 | |||
MEP | EZ | 2 700 | 35 900 | 73 200 | 100 900 | 780 900 | |
Prijsbijstelling artikel 01.07 | divers | 1 882 | 3 560 | 17 139 | 29 426 | 47 594 | 131 623 |
Totaal | 253 626 | 436 375 | 519 294 | 531 941 | 590 484 | 1 554 357 |
In onderstaande tabel vindt u een specificatie van de mutaties op artikel 01.07: projecten in voorbereiding
Specificatie mutatie | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Waddenfonds | i.o. | 17 500 | 17 500 | 17 500 | 17 500 | – 70 000 | |
Investeringsimpuls 2005 | |||||||
Grootschalige researchfaciliteiten | OCW | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | 20 000 | |
Transgene gewassen | VROM | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
Topinstituut Farma | VWS | 10 000 | 30 000 | 30 000 | 30 000 | 30 000 | |
Transitie samenwerking TU's | OCW | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Innovatieprogramma's en toponderzoek | 28 200 | 28 200 | 28 200 | 28 200 | 28 200 | ||
Luchtkwaliteit | VROM | 103 000 | 73 000 | 77 000 | 83 000 | 64 000 | |
Bodemsanering | VROM | 10 000 | 15 000 | 15 000 | 10 000 | ||
Duurzaamheid | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | 50 000 | ||
Bijdrage systeemkosten tolheffing | VW | 15 000 | 55 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | |
Bescherming Vitale Infrastructuur | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | ||
Maatschappelijke Sectoren en ICT | EZ | 4 000 | 16 000 | 20 000 | |||
MEP | EZ | 2 700 | 35 900 | 73 200 | 100 900 | 780 900 | |
Prijsbijstelling artikel 01.07 | 2 000 | 12 000 | 21 000 | 33 000 | 120 000 | ||
Totaal | 10 000 | 290 400 | 365 600 | 379 900 | 405 600 | 1 031 100 |
De bijdrage uit het Fes aan de voeding van het Waddenfonds i.o. van in totaal € 750 mln bedraagt jaarlijks € 37,5 mln met ingang van 2006. De in de begroting 2005 opgenomen reeks is overeenkomstig gewijzigd.
Grootschalige researchinfrastructuur
Voor de grootschalige onderzoeksinfrastructuur zijn middelen nodig om een impuls te geven aan het onderzoek bij universiteiten en kennisinstellingen (advies Innovatieplatform). Hoogwaardige researchvoorzieningen blijken in toenemende mate hoogwaardige (deels buitenlandse) high tech bedrijven, kennisinstellingen en opleidingen aan te trekken. De middelen worden geconcentreerd en grootschalig ingezet. Het gaat daarbij om investeringen in de researchinfrastructuur en de benodigde faciliteiten voor het functioneren hiervan voor een langere periode. De investeringen dienen elk een wezenlijke toevoeging te zijn voor de researchvoorzieningen in Europa op een terrein van grote nationale betekenis en zo goed mogelijk aan te sluiten aan de innovatie-agenda van het bedrijfsleven.
De uitwerking zal door OCW in samenspraak met EZ ter hand worden genomen.
Het project is erop gericht een ecologisch onderzoeksprogramma op te zetten met een looptijd van 7 jaar dat noodzakelijk is om de milieurisicobeoordeling van toekomstige transgene gewassen in te richten. Binnen het programma zijn drie aandachtsgebieden: voedselwebrelaties, bodemecologie en uitkruising en verwildering. Deze kennis is nodig om de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde planten te verbeteren en is essentieel om de kansen die de plantenbiotechnologie voor Nederland biedt, verantwoord te benutten.
Het project behelst de opzet van een instituut dat zich richt op precompetitief onderzoek dat een brug slaat tussen laboratorium en klinische toepassing op terreinen waarin Nederland sterk is en waar goede kansen zijn om tot nieuwe geneesmiddelen en nieuwe economische activiteiten te komen. Het gaat om ziektegebieden die aansluiten op beleidsprioriteiten zoals infectieziekten, cardiovasculaire aandoeningen, oncologie, (auto)immuunziekten en psychische aandoeningen en waarvan het onderzoek vanuit het bedrijfsleven en de universitaire instellingen aangestuurd zal worden.
De drie Technische Universiteiten intensiveren hun samenwerking op het gebied van onderzoek. In een Centre of Excellence (CoE) bundelen de TU's de krachten van de beste onderzoekers op een voor ons land bijzonder relevant onderzoeksterrein. Doel is om via deze vergaande samenwerking in 2010 tot de absolute top van technische universiteiten in Europa te behoren, een sterke internationale competitieve positie in te nemen en, conform het beleid van het kabinet, een substantiële bijdrage te leveren aan de Nederlandse kenniseconomie. Dit betreft een voorlopige reservering waarover aan de hand van een nadere uitwerking zal worden besloten.
Innovatieprogramma's en toponderzoek
Voor innovatieprogramma's en toponderzoek wordt een bedrag van € 141 mln gereserveerd. Binnen de innovatieprogramma's worden publiek-private toponderzoeksinitiatieven uitgevoerd, waarbij er ruimte is voor challengers, pilots en voor kennisoverdracht.
De enveloppe luchtkwaliteit bedraagt in totaal € 400 mln. De benodigde beleidinzet op dit dossier is onder andere afhankelijk van de nieuwe voorstellen die de Europese Commissie in het kader van «Clean Air For Europe» doet in september en de daaruit resulterende normen voor fijn stof en NO2. Daarnaast berekent het RIVM momenteel de effecten van het pakket maatregelen. Met het oog op onder meer deze onzekerheden zal het kabinet eind 2005 besluiten over een nadere uitwerking van en prioritering binnen deze enveloppe. Van dit pakket zal circa € 100 mln worden ingezet voor knelpunten in de sfeer van wegenaanleg, woningbouw en bedrijventerreinen in relatie tot luchtkwaliteit.
Aan de Tweede kamer is toegezegd dat, waar reeds bij huidig gebruik risico's aanwezig zijn, in 2015 de risico's van bodemverontreiniging door saneringsmaatregelen of aanpassingen van het gebruik zijn weggenomen. Het gaat om ongeveer 15 000 locaties en de kosten voor de overheid bedragen tot en met 2014 in totaal € 170 mln. Met de investering van € 50 miljoen voor de periode tot en met 2010 kan een beperkt aantal grote en aansprekende knelpunten worden gesaneerd.
Er wordt extra geïnvesteerd in een meer duurzame energiehuishouding om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen en om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Een bedrag van 250 miljoen euro is gekoppeld aan de besluitvorming over het openhouden van de kerncentrale Borssele, die eind van dit jaar moet worden afgerond. De middelen worden ingezet voor energiebesparing, schoon fossiel (CO2-opslag) en hernieuwbare energiebronnen (waaronder innovatieve biobrandstoffen). Beoogd wordt het klimaatvoordeel – beperking van CO2-uitstoot – van het openhouden van Borssele te verdubbelen. Als onderdeel van deze besluitvorming voert het kabinet gesprekken met energiebedrijven over een substantiële bijdrage van hun kant.
Bijdrage systeemkosten tolheffing
Het betreft een bedrag van € 100 mln voor het versneld oplossen van knelpunten.
Bescherming vitale infrastructuur
Betreft een reservering van € 30 mln ten behoeve van de bescherming van vitale infrastructuur. Komend najaar zal een rapport met de eerste inhoudelijke analyse van de bescherming van de vitale infrastructuur in Nederland aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Voor de economische structuur van Nederland is de bescherming van vitale infrastructuur cruciaal. In het geval de overheid zelf eigenaar is van de vitale infrastructuur, zal zij in die hoedanigheid extra maatregelen treffen.
Maatschappelijke Sectoren & ICT
Met dit actieprogramma neemt de overheid de regie op zich bij het doorbreken van knelpunten bij het opschalen van kleinschalige, succesvolle ICT-toepassingen en diensten, zowel in als tussen de sectoren mobiliteit, onderwijs, veiligheid en zorg. Doel van het actieprogramma is om daarmee maatschappelijke vraagstukken in deze sectoren te helpen oplossen. Het actieprogramma beoogt daarmee tevens duurzame maatschappelijke en economische groei te bevorderen. Een interdepartementale programmacommissie onder voorzitterschap van EZ besluit over de toewijzing van de middelen.
Er is besloten bepaalde investeringen voor duurzame energie (bijvoorbeeld windmolens op zee) alsnog te financieren uit het Fes. Het gaat om een bedrag van in totaal € 1 miljard euro aan investeringen, dat gespreid over de komende jaren tot uitbetaling komt. Dit voorkomt, samen met de rijksbijdrage uit de algemene middelen, dat het afnemerstarief dat burgers jaarlijks betalen, in de komende jaren omhoog gaat.
Artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 155 263 | 492 370 | 1 104 388 | 983 618 | 1 067 053 | 1 064 020 | |
1e suppl. begr. 2005 | 14 423 | 3 000 | |||||
Mutatie | – 2 | ||||||
Ontwerp-begr. 2006 | 116 006 | 169 684 | 495 370 | 1 104 388 | 983 618 | 1 067 053 | 1 064 020 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de projecten uit de investeringsimpuls 1998 voorzover deze voldoende zijn uitgewerkt. Daarbij geldt dat in de reeks Bereikbaarheid/Voorfinanciering de voorfinanciering van de private bijdrage aan de BR en HSL van in totaal € 1 784 mln is opgenomen.
Specificatie artikel 01.08 | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Bereikbaarheid/Voorfinanciering private financiering | IF | 120 587 | 482 377 | 1 095 312 | 974 542 | 1 067 053 | 1 064 020 |
Prijsbijstelling voorfinanciering | IF | 19 024 | |||||
Milieu | |||||||
Milieutechnologie/EET/IS | EZ | 13 151 | 12 076 | 9 076 | 9 076 | ||
Milieutechnologie/PromT | VROM | 6 324 | 917 | ||||
Kennis | |||||||
Konnect | VW | 642 | |||||
EMR | VW | ||||||
Biomade | OCW | – 1 | |||||
Tehnocentra | OCW | 9 958 | |||||
Totaal | 169 684 | 495 370 | 1 104 388 | 983 618 | 1 067 053 | 1 064 020 |
Artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 948 112 | 789 754 | 728 327 | 672 349 | 607 817 | ||
1e suppl. begr. 2005 | – 42 319 | – 61 050 | – 67 002 | – 67 000 | – 67 000 | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 1 086 329 | 905 793 | 728 704 | 661 325 | 605 349 | 540 817 | 620 487 |
Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten uit de Investeringsimpuls 2001 voorzover deze voldoende zijn uitgewerkt. Het gaat hierbij om een impuls van € 5 776 mln in de jaren 2000 tot en met 2010.
Ook worden op dit artikel de middelen geraamd voor reeds bestaande Feswaardige projecten uit het Infrastructuurfonds die voorheen ten laste van de reguliere Rijksbegroting werden gefinancierd (de zogenaamde Fesbrug uit het Regeerakkoord 1998).
Specificatie artikel 01.09 | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Bereikbaarh & stedelijke ontw | IF | 640 039 | 444 761 | 316 826 | 237 178 | 230 840 | 343 040 |
Kennis ICT (onderw.) | OCW | 47 776 | 47 776 | 47 776 | 47 776 | 47 776 | 47 776 |
Natuur milieu en stedelijke ontw (bedrijventerreinen) | EZ | 10 427 | 4 778 | ||||
Kennis onderzoek en innovatie | EZ | 21 197 | 18 738 | 18 888 | 18 888 | 18 888 | 18 888 |
Kennis onderzoek en innovatie | OCW | 11 941 | 11 944 | 11 944 | 11 944 | 11 944 | 11 871 |
BIRK + saneringsregeling | VROM | 23 718 | 15 100 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 |
Fes-bruggetje Regeerakkoord 1998 | IF | 150 695 | 185 607 | 260 891 | 284 563 | 226 369 | 193 912 |
Totaal | 905 793 | 728 704 | 661 325 | 605 349 | 540 817 | 620 487 |
Artikel 01.10 Investeringsimpuls 2005
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | |||||||
1e suppl. begr. 2005 | |||||||
Ontwerp-begr. 2006 | – | 101 000 | 325 225 | 237 445 | 50 395 | 43 035 | 71 600 |
Op dit nieuwe artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten uit de Investeringsimpuls 2005 voorzover deze voldoende zijn uitgewerkt. Projecten in voorbereiding binnen deze impuls zijn terug te vinden op artikel 01.07. Het gaat om een totale impuls van € 2 330 mln in de jaren 2005 tot en met 2010.
Specificatie artikel 01.10 | |||||||
(x € 1 000) | Departement | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
VMBO | OCW | 50 000 | 50 000 | ||||
Funderend onderwijs | OCW | 100 000 | 100 000 | ||||
VVE | OCW | 9 500 | 9 500 | ||||
Beroepskolom | OCW | 81 000 | |||||
Innovatievouchers | EZ | 21 000 | 30 000 | 9 000 | |||
Faciliteiten nanotechnologie (cleanrooms) | OCW | 17 000 | |||||
Holst Center | EZ | 15 000 | 20 000 | 5 000 | |||
Technostarters | EZ | 5 000 | 4 000 | 3 000 | |||
Plantkundig onderzoek | LNV | 1 025 | 1 945 | 2 395 | 2 035 | 1 600 | |
TNO Automotive | OCW | 10 700 | |||||
Innovatieprogramma's/Sleutelgebieden | EZ | 1 000 | 9 000 | 10 000 | 9 000 | 9 000 | 2 000 |
Westerschelde (inrichten EHS) | LNV | 3 000 | 5 000 | 7 000 | 7 000 | 8 000 | |
Zuidas | VW | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
Monumenten | OCW | 100 000 | |||||
Malta | OCW | 3 000 | 7 000 | ||||
Totaal | 101 000 | 325 225 | 237 445 | 50 395 | 43 035 | 71 600 |
Praktijklokalen/Scholenbouw VMBO en Funderend onderwijs
Het betreft een enveloppe voor verdere intensiveringen in VMBO praktijklokalen, verbeterde «arbeidspleksimulaties» in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en het aanjagen van de ontwikkeling van brede scholen. Het nabootsen van vertrouwde «Arbeidspleksimulaties» in lokalen in het VSO verkleint de kans dat gehandicapten en leerlingen met gedragsproblemen zullen terugvallen, en zal op lange termijn tot besparingen bij duurdere dagvoorzieningen en arbeidsmarktsubsidies kunnen leiden. Het koppelen van kinderopvang en basisonderwijs via brede scholen stimuleert de arbeidsparticipatie van ouders en daarmee de economische structuur.
Beroepskolom/VVE (voor- en vroegschoolse educatie)
Het gaat om extra middelen voor lesmateriaal in het MBO in verband met de geleidelijke invoering van competentiegerichte eindtermen en examens vanaf 2007/2008. De invoering hiervan maakt het wenselijk om sneller dan normaal lesmateriaal te vervangen; een goede implementatie bevordert naar verwachting de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Daarnaast zijn extra middelen nodig voor leertrajecten in bedrijven. Dit is ook een van de prioriteiten van het Innovatieplatform. Het opleiden vindt plaats op de werkvloer en is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bedrijven en scholen.
Voor de impuls ter verbetering van het lesmateriaal in het MBO en de leertrajecten in bedrijven is € 80 mln beschikbaar. Het resterende bedrag van € 20 mln zal worden besteed aan VVE en worden aangewend voor bijscholing van 3000 leraren.
In vervolg op het advies van het Innovatieplatform over de bevordering van Innovatie in het MKB en het AWT-advies over Innovatie in het MKB wordt € 60 mln beschikbaar gesteld voor de versterking van de innovatiepotentie van het MKB. EZ heeft hiertoe twee projecten uitgewerkt die een impuls geven aan het innovatief vermogen van het MKB op het terrein van kennisoverdracht en kennisontwikkeling. Het betreft de Innovatievouchers en de Innovatieprestatiecontracten. Met de Innovatievouchers wordt het MKB op eenvoudige wijze in staat gesteld kennis in te kopen bij publieke kennisinstellingen en (grote) bedrijven. Deze kennis kan een reeks van terreinen bestrijken, van technologie tot design en van octrooiadvies tot energiebesparing. Bij de Innovatieprestatiecontracten krijgen bedrijven een impuls om in groepsverband tot uitvoering van hun individuele innovatieplan te komen en daar waar zinvol activiteiten gezamenlijk uit te voeren (bijvoorbeeld collectief onderzoek, al dan niet in regionaal verband).
Het project betreft de uitbreiding van clean rooms en bijbehorende centrale voorzieningen bij het TNO kerngebied Industrie en Techniek in Delft (het voormalige TNO/TPD) in samenwerking met de TU Delft. Doel is de versterking van de Nederlandse positie in de nanotechnologie (één van de drie nationale prioriteiten van het wetenschap- en innovatiebeleid) en het creëren van onderzoeksfaciliteiten ook voor het Nederlandse (MKB) bedrijfsleven op dit gebied.
Het Holst Centrum beoogt – op het terrein van polymeren, elektronica en microsystemen – het in Nederland aanwezige potentieel van kennis en bedrijvigheid een nieuwe impuls te geven met de uitvoering van gezamenlijke R&D-programma's. Hierdoor ontstaat een onderzoekscentrum met een internationale aantrekkingskracht.
Betreft een extra kennis-investeringsimpuls van € 12 mln in de vorm van leningen aan investeringsfondsen via de TechnoPartner Seed-faciliteit. Doel van deze regeling is het stimuleren en mobiliseren van de onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt. Om de investeerders te stimuleren in de vroege levensfase van de technostarters te investeren, moet de risico-rendements-verhouding van dergelijke investeringen verbeteren. Deze faciliteit draagt direct bij aan het verhogen van de private R&D-uitgaven en het aantal ondernemingen in Nederland.
Dit betreft het verbeteren en ontwikkelen van nieuwe detectie- en identificatiemethoden op het gebied van plantgezondheid en het versterken van de huidige kennisdragers (collecties) door deze uit te breiden met nieuwe en onbekende ziekten en plagen en invasieve plantensoorten.
Het project betreft de verplaatsing van TNO Wegtransportmiddelen van Delft naar Zuidoost Brabant. Doel van het project is de versterking van het automotive-cluster in Brabant en een betere inbedding van TNO in dit cluster van bedrijven en kennisinstellingen.
Innovatieprogramma's/Sleutelgebieden
Betreft € 20 mln aan extra middelen uit het Paasakkoord voor pilots op de sleutelgebieden, Food en Flowers, Water en Creatieve Industrie en € 20 mln voor een ophoging van het budget voor de Smart Mix regeling.
Het natuurpakket Westerschelde is gericht op behoud en herstel van het estuariene ecosysteem van de Westerschelde. Het is onderdeel van een integraal Vlaams-Nederlands project ten behoeve van de toegankelijkheid (van de havens), de veiligheid en de natuurlijkheid van het Schelde-estuarium. Het totale natuurpakket Westerschelde bedraagt € 110 mln.
Het betreft een bedrag van €100 miljoen voor de verlenging van de toeleidende sporen naar de keersporen voor de HSL-treinen nabij station Zuidas. Ten behoeve van de aanlanding van de HSL-treinen op Zuidas dienen keersporen te worden aangelegd. Voor de ontwikkeling van Zuidas volgens het voorkeursmodel van het Kabinet (het Dokmodel) komen deze keersporen ten oosten van de Amstel te liggen.
Op dit moment kampt 30% van de rijksmonumenten met een restauratieachterstand. De doelstelling om in 2010 dit percentage te hebben teruggebracht tot 10% dreigt met de beschikbare middelen niet te worden gehaald. Het structureel beschikbare budget is op dit moment namelijk precies voldoende om het gerestaureerde bestand te consolideren. Het verder omlaag brengen van de restauratieachterstand zal met inzet van extra middelen moeten gebeuren. Daarbij komt dat er een zekere mate van urgentie is gelegen in het maken van een start van de restauraties; als we langer wachten wordt de achterstand groter en duurder door vervolgschade. Hiervoor wordt € 100 miljoen uitgetrokken. Dit is het budget dat in 2005 doelmatig aan restauraties kan worden besteed. Hierin is € 40 miljoen begrepen voor het afronden van de lopende restauraties aan de 11 Kanjermonumenten. Ook wordt uit het totaalbedrag € 10 mln beschikbaar gesteld voor Malta (archeologie).
Artikel 02.01 Voordelig eindsaldo/beginsaldo
Opbouw standen (in € 1000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 1 432 658 | 1 608 356 | 1 234 021 | 1 179 686 | 1 135 515 | ||
1e suppl. begr 2005 | 586 713 | 814 269 | 999 886 | 1 016 746 | 890 196 | ||
Mutatie | 158 932 | 568 661 | 664 806 | 382 426 | – 84 259 | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 1 300 849 | 2 178 303 | 2 991 286 | 2 898 713 | 2 578 858 | 1 941 452 | 409 985 |
Op dit artikel wordt het voordelig eindsaldo geraamd. Het voordelig eindsaldo is gelijk aan het positieve verschil in enig jaar tussen de ontvangsten inclusief batig beginsaldo en de uitgaven inclusief nadelig beginsaldo.
De nieuwe mutatie is per saldo het gevolg van de mutaties in de bijdragen aan de begrotingshoofdstukken en bij de ontvangsten. Een neerwaartse mutatie in de bijdragen leidt tot een opwaartse mutatie bij het voordelig eindsaldo. Een opwaartse mutatie bij de ontvangsten (inclusief het voordelig beginsaldo) heeft hetzelfde effect. De nieuwe mutatie is als volgt opgebouwd (de raming in 2010 vloeit voort uit de extrapolatie van de uitgaven en ontvangsten):
(x € 1 000) | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 |
Uitgavenmutatie 01.04 | 13 120 | – 13 120 | |||
Uitgavenmutatie 01.05 | 2 410 | – 325 | – 410 | – 485 | 3 150 |
Uitgavenmutatie 01.07 | – 10 000 | – 290 400 | – 365 600 | – 379 900 | – 405 600 |
Uitgavenmutatie 01.08 | 2 | ||||
Uitgavenmutatie 01.10 | – 101 000 | – 325 225 | – 237 445 | – 50 395 | – 43 035 |
Ontvangstenmutatie 03.01 | 254 400 | 1 038 800 | 699 600 | 148 400 | – 21 200 |
Mutatie voordelig beginsaldo | 158 932 | 568 661 | 664 806 | 382 426 | |
Correctie voordelig eindsaldo | – 1 | ||||
Totaal mutatie | 158 932 | 568 661 | 664 806 | 382 426 | – 84 259 |
De technische correctie van het voordelig eindsaldo is nodig vanwege cumulatie van afrondingsverschillen.
Opbouw standen (in € 1000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 1 074 226 | 1 432 658 | 1 608 356 | 1 234 021 | 1 179 686 | ||
1e suppl. begr 2005 | 226 622 | 586 713 | 814 269 | 999 886 | 1 016 746 | ||
Mutatie | 158 932 | 568 661 | 664 806 | 382 426 | |||
Ontwerp-begr. 2006 | 975 183 | 1 300 849 | 2 178 303 | 2 991 286 | 2 898 713 | 2 578 858 | 1 941 452 |
Op dit artikel wordt het voordelig eindsaldo van het voorafgaande jaar geraamd, welk saldo op grond van het eerste lid van artikel 4 van de Wet Fes ten gunste van de begroting van het fonds in enig jaar komt (zie ook de toelichting bij uitgavenartikel 02.01 Voordelig eindsaldo). Het voordelig eindsaldo van jaar t is het voordelig beginsaldo van jaar t+1.
De nieuwe mutatie sluit aan op de mutatie in het voordelig eindsaldo van het voorafgaande jaar en is bij dat artikelonderdeel nader toegelicht.
Artikel 03.01 Overige ontvangsten uit aardgas
Opbouw ontvangsten (in € 1000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 1 758 000 | 1 550 000 | 1 405 000 | 1 467 000 | 1 571 000 | ||
1e suppl. begr 2005 | 468 000 | 167 200 | 121 400 | – 46 600 | – 193 000 | ||
Mutatie | 254 400 | 1 038 800 | 699 600 | 148 400 | – 21 200 | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 1 724 431 | 2 480 400 | 2 756 000 | 2 226 000 | 1 568 800 | 1 356 800 | 1 399 000 |
Op dit artikel zijn de voor het fonds bestemde ontvangsten uit aardgas geraamd. Het betreft 42,4% van de niet-belastingontvangsten uit aardgas, zoals geraamd op de begroting van Economische Zaken. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze begroting, paragraaf 1 Inleiding.
De bepalende factoren voor de geraamde aardgasbaten zijn de aardgasprijs, die gerelateerd is aan de prijs van olie in dollars, de veranderde euro/dollar koers en de omvang van de afzet. Uitgegaan is van de volgende veronderstellingen:
Kengetallen aardgasbatenraming | ||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | |
Hoeveelheidgegevens: | ||||||
Productie (mrd m3) | 78 | 76 | 72 | 76 | 75 | 74 |
Prijsgegevens: | ||||||
Euro/dollarkoers (€/$) | 1,24 | 1,24 | 1,20 | 1,20 | 1,20 | 1,20 |
Olieprijs ($/vat) | 38,2 | 52,0 | 50,0 | 26,0 | 26,0 | 26,0 |
Artikel 03.02 Rentebesparingen uit incidentele baten
Opbouw ontvangsten (in € 1000) | |||||||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Ontwerp-begr. 2005 | 500 407 | 529 669 | 553 698 | 573 547 | 596 689 | ||
1e suppl. begr 2005 | 9 685 | 9 685 | 9 685 | 9 685 | 9 685 | ||
Ontwerp-begr. 2006 | 474 053 | 510 092 | 539 354 | 563 383 | 583 232 | 606 374 | 648 337 |
Met ingang van 1999 worden eenmalige opbrengsten in de vermogenssfeer ten gunste van de staatsschuld gebracht en komen de daardoor structureel bespaarde rentelasten (gecorrigeerd voor eventuele dividendderving) ten gunste van het Fes.
Voor zover de voeding betrekking heeft op opbrengsten van veilingen van rechten, wordt met ingang van 2002 op dit artikel de voeding van het Fes geraamd op basis van annuïteiten. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze begroting.
De ICRE en de CWTI zijn interdepartementale commissies die de Ministerraad van advies dienen bij besluitvorming over onder meer investeringsvoorstellen voor ruimtelijke economie en duurzaamheid, respectievelijk kennis en innovatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30300-D-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.