30 238
Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2006)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 november 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel IX wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

Artikel 2, onderdeel G, vervalt.

2

In artikel XII wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

In artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt «of substituut-ombudsman is» vervangen door: , substituut-ombudsman, lid van gedeputeerde staten of wethouder, waaronder begrepen een lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente, is.

3

Artikel XII, onderdeel E, vervalt.

4

In artikel XII worden na onderdeel H twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Ha

In artikel 97b, tweede lid, vervalt «of de artikelen 6, derde lid, of 7 van de Wet financiering loopbaanonderbreking».

Hb

In artikel 130k wordt «97b, derde lid,» vervangen door: 97b, tweede lid,.

5

Artikel XIX komt te luiden:

ARTIKEL XIX. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

Het zesde en zevende lid van artikel 40 komen te luiden:

6. Voorzover de boete nog niet is geïnd, vervalt zij door het overlijden van degene aan wie zij is opgelegd.

7. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.

B

In artikel 65, eerste lid, onderdeel b, wordt na «premies» ingevoegd: of vergoedingen als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet.

6

In artikel XXV wordt na onderdeel L een onderdeel ingevoegd, luidende:

La

In artikel 83, eerste lid, vervalt onderdeel e onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.

7

Artikel XXV, onderdeel M, onder 1, komt te luiden:

1. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. rijksbijdragen als bedoeld in artikel 14.

8

Artikel XXX vervalt.

9

In artikel XXXI wordt voor onderdeel aA een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt «of substituut-ombudsman is» vervangen door: , substituut-ombudsman, lid van gedeputeerde staten of wethouder, waaronder begrepen een lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente, is.

10

In artikel XXXI vervallen de onderdelen C en L.

11

In artikel XXXII, onderdeel C, wordt «artikel 27e» vervangen door: artikel 27da.

12

In artikel XXXVIII worden na onderdeel O twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Oa

In de artikelen 83a en 83b wordt «artikel 33a» vervangen door: artikel 83i.

Ob

Artikel 83i komt te luiden:

Artikel 83i. Overgangsrecht arbeidsverledenbeschikking

1. Tot een bij regeling van Onze Minister bepaalde datum geeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uiterlijk 18 maanden na afloop van ieder tijdvak van vijf kalenderjaren aan de werknemer, bedoeld in de Werkloosheidswet, van wie in dat tijdvak door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gegevens zijn verwerkt op grond van deze wet, een beschikking waarin van ieder kalenderjaar in dat tijdvak is aangegeven of hij over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen als bedoeld in artikel 42 van de Werkloosheidswet en artikel 15 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

2. De in het eerste lid bedoelde beschikking wordt door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aangehouden indien van de in dat lid bedoelde persoon geen adresgegevens worden verwerkt in de polisadministratie, bedoeld in artikel 33. In dat geval wordt de beschikking niet eerder gegeven dan dat de adresgegevens bekend zijn.

3. Op verzoek van belanghebbende geeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een beschikking over tijdvakken die niet zullen worden bestreken door de in het eerste lid bedoelde beschikking waarin van ieder kalenderjaar in dat tijdvak wordt aangegeven of hij over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen als bedoeld in artikel 42 van de Werkloosheidswet en artikel 15 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

4. Bij de vaststelling van het aantal kalenderjaren, bedoeld in het eerste en derde lid, is artikel 17b van de Werkloosheidswet met betrekking tot artikel 42 van die wet van overeenkomstige toepassing.

5. Tot 1 januari 2012 is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in afwijking van het eerste lid bevoegd:

a. de in dat lid genoemde termijn van 18 maanden buiten beschouwing te laten; en

b. de in dat lid bedoelde beschikking te geven over tijdvakken korter of langer dan vijf jaar.

6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het eerste en tweede lid.

13

In artikel XLV wordt voor onderdeel aA een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt «of substituut-ombudsman is» vervangen door: , substituut-ombudsman, lid van gedeputeerde staten of wethouder, waaronder begrepen een lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente, is.

14

Aan artikel XLVIA wordt na onderdeel C een onderdeel toegevoegd, luidende:

D

In artikel 3.8.18, aanhef, wordt «hoofdstuk 5» vervangen door: artikel 5.

15

Na artikel XLVIA worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

ARTIKEL XLVIB. WIJZIGING WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

Artikel 128 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen komt te luiden:

Artikel 128 Overgangsrecht artikel 90

Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip wordt artikel 90, derde lid, als volgt gelezen:

3. Het UWV stelt nadere regels met betrekking tot het eerste lid voorzover het betreft een maatregel als bedoeld in artikel 88.

ARTIKEL XLVIc. WIJZIGING WET INVOERING EN FINANCIERING WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

De Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.8, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. bijdragen uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds, genoemd in artikel 112 van de Wet financiering sociale verzekeringen, het Algemeen Werkloosheidsfonds, genoemd in artikel 93 van die wet, het Uitvoeringsfonds voor de overheid, genoemd in artikel 106 van die wet en het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten, genoemd in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;.

B

Aan artikel 2.9, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. subsidies of de kosten van overeenkomsten als bedoeld in artikel 2.7a.

Toelichting

Onderdeel 1

Met artikel II, onderdeel G, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen (Iwfsv) wordt een wijziging van artikel 72a, eerste en vierde lid, van de Werkloosheidswet (WW) beoogd. Met de inwerkingtreding van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het preventief inzetten van reïntegratie-instrumenten, het opdragen van de reïntegratietaak aan overheidswerkgevers, het ondersteunen van WAO-herbeoordeelden bij scholing, het subsidiëren van scholing in het kader van de WAJONG en enkele andere wijzigingen in wetten die de reïntegratie-instrumenten betreffen (Stb. 382) is de onder- verdeling van artikel 72a in leden evenwel komen te vervallen. Dit onderdeel van de Iwfsv kan dus feitelijk geen werking hebben. Het is dus wenselijk om dat onderdeel te laten vervallen. Dit onderdeel van de Iwfsv zal dus niet (zoals voor het grootste deel van die wet wel geldt) per 1 januari 2006 in werking treden.

Onderdelen 2, 9 en 13

De invoering van het duale stelsel in de gemeente- en provinciebesturen in 2002 heeft geleid tot een andere positie van wethouders ten opzichte van het gemeentebestuur en van de leden van de Gedeputeerde Staten ten opzichte van het provinciebestuur. Tot dat moment maakten deze bestuurders deel uit van de vertegenwoordigende organen, in casu de gemeenteraad, respectievelijk de Provinciale Staten. Als gekozen bestuurders werden zij niet aangemerkt als werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen.

Na invoering van het duale stelsel worden wethouders en gedeputeerden aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn. Hun arbeidsverhoudingen met de gemeente, respectievelijk de provincie kunnen daarom aangemerkt worden als een publiekrechtelijke dienstbetrekking. Naar aanleiding hiervan heeft de Staatssecretaris van Financiën besloten de arbeidsverhoudingen van wethouders en gedeputeerden met ingang van 1 januari 2006 fiscaal te kwalificeren als dienstbetrekkingen in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964.

Zonder nadere regeling zou de kwalificatie van de arbeidsverhoudingen van wethouders en gedeputeerden als dienstbetrekking meebrengen dat betrokkenen vanaf 1 januari 2006 verzekerd worden voor de Ziektewet (ZW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de WW. Het arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsrisico van wethouders en gedeputeerden is echter al wettelijk verzekerd op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Om te voorkomen dat voor betrokkenen een dubbele wettelijke verzekering ontstaat voor het arbeids- ongeschiktheids- en werkloosheidrisico stelt de regering voor om voor de arbeidsrelaties van wethouders en gedeputeerden in de werknemersverzekeringen een uitzondering op te nemen. Hiertoe worden deze arbeidsrelaties toegevoegd aan de op grond van artikel 6, eerste lid van de ZW, de WAO en de WW uitgezonderde arbeidsrelaties. Ten gevolge hiervan blijven wethouders en gedeputeerden ook na 2005 uitgezonderd van een wettelijke verzekering als werknemer.

Onderdeel 3

Artikel XII, onderdeel E, beoogt artikel 47, vierde lid, van de WW zoals dat komt te luiden indien artikel VI van de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Walvis) in werking is getreden, te wijzigen. Artikel 3.8.7, onderdeel C, van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet regelt evenwel dat het vierde lid van artikel 47, zoals dat komt te luiden na inwerkingtreding van artikel VI, onderdeel C, van Walvis, vervalt. Artikel XII, onderdeel E, kan dus geen werking hebben en dient daarom te vervallen.

Onderdeel 4

Met artikel VI, onderdeel C, van de Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand brengen van een recht op langdurig zorgverlof en het aanbrengen van enkele verbeteringen (Stb. 274) (hierna: Wet langdurend zorgverlof) was beoogd de verwijzing naar de Wet financiering loopbaanonder- breking in het tweede lid van artikel 97b van de WW te schrappen. Ten onrechte is evenwel verwezen naar artikel 97b, derde lid, van de WW, waardoor de betreffende wijziging niet kan worden verwerkt. Ook het overgangsrecht met betrekking tot deze wijziging (opgenomen in artikel 130k van de WW) is onjuist. Met de onderhavige wijziging wordt dit hersteld. De wijziging van artikel 97b, tweede lid, moet in werking treden voor 1 januari 2006, omdat per die datum artikel 97b van de WW komt te vervallen met de inwerkingtreding van de Iwfsv. Aangezien de betreffende wijziging van artikel 97b, tweede lid, per 1 juni 2005 (de inwerkingtredingsdatum van de Wet langdurend zorgverlof) had moeten plaatsvinden, wordt aan de betreffende wijziging terugwerkende kracht verleend tot en met die datum. Hetzelfde geldt uiteraard voor de wijziging van het overgangsrecht hierbij, te weten artikel 130k.

Onderdeel 5

De wijziging in onderdeel B van artikel XIX betreft een technische wijziging van artikel 65 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006. Aangezien de onderhavige wijziging van de Wajong door de toevoeging van de wijziging van artikel 65 van die wet uit meer onderdelen bestaat, worden de wijzigingsonderdelen thans aangeduid met hoofdletters. Hetgeen nu onderdeel A is opgenomen is dus het oorspronkelijke artikel XIX.

Onderdelen 6 en 7

De verwijzing in de artikelen 83, eerste lid, onderdeel e, en 85, eerste lid, onderdeel c, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) naar de bijdrage in kosten van de heffingskortingen, kan vervallen, aangezien de bepaling over de rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen (BIKK), zoals opgenomen in artikel 15 van de Wfsv, met de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel wordt ingetrokken. In artikel 85, eerste lid, onderdeel c, wordt de verwijzing naar de bijdrage in kosten van de heffingskortingen vervangen door de verwijzing naar de rijksbijdragen voor het Nabestaandenfonds en het Ouderdomsfonds, bedoeld in artikel 14 van de Wfsv.

Onderdeel 8

Aangezien de Wet medezeggenschap werknemers is ingetrokken, kan artikel XXX vervallen.

Onderdeel 10

Artikel XXXI, onderdeel C, van het onderhavige wetsvoorstel beoogt artikel 21, vierde lid, van de WAO zoals dat komt te luiden indien artikel V van Walvis in werking is getreden, te wijzigen. Artikel 3.8.15, onderdeel B, van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet regelt evenwel dat het vierde lid van artikel 21, zoals dat komt te luiden na inwerkingtreding van artikel V, onderdeel b, van Walvis vervalt. Artikel XXXI, onderdeel C, kan dus geen werking hebben en dient daarom te vervallen. Artikel XXXI, onderdeel L, beoogt een wijziging van artikel 81 van de WAO die reeds is meegenomen in de Iwfsv. Dat onderdeel kan dus eveneens komen te vervallen.

Onderdeel 11

Aangezien in het Belastingplan 2006 een artikel 27e in de Wet op de loonbelasting 1964 wordt ingevoegd, wordt artikel 27d in artikel XXXII, onderdeel C, vernummerd tot 27da in plaats van tot 27e.

Onderdeel 12

Artikel 83c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) is inmiddels vernummerd tot artikel 83i. Om die reden kunnen de wijzigingen in de Iwfsv van dit artikel niet worden doorgevoerd. Die wijzigingen (artikel 5, onderdelen R en S) zijn hierbij opgenomen. Daarbij is in de tekst tevens de wijziging in de Wet invoering en financiering wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Invoeringswet WIA) in het artikel verwerkt. Omdat in deze wijziging van artikel 83i Wet SUWI werd verwezen naar het tweede lid in plaats van het derde lid.

Onderdeel 14

Deze wijziging van het wetsvoorstel is louter technisch van aard.

Onderdeel 15 (artikel XLVIB)

In dit artikel wordt artikel 128 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) zodanig opnieuw geformuleerd dat meer duidelijk is dat de nadere regels die het UWV stelt met betrekking tot de afstemming van een maatregel op de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid alleen betrekking hebben op maatregelen als bedoeld in artikel 88, dat wil zeggen door het UWV opgelegde maatregelen. De nadere regels zien derhalve niet op door de eigenrisicodrager opgelegde maatregelen als bedoeld in artikel 89.

Onderdeel 15 (artikel XLVIc)

Onderdeel A

In artikel 2.8, eerste lid, onderdeel a, van de Invoeringswet WIA is ten onrechte geregeld dat het Reïntegratiefonds (mede) wordt gevoed door een bijdrage uit de Arbeidsongeschiktheidskas. Bedoeld is de middelen van het Reïntegratiefonds dezelfde te laten zijn als thans op grond van artikel 42 van de Wet (re)integratie arbeidsgehandicapten. In dat artikel wordt niet geregeld dat het Reïntegratiefonds (mede) wordt gevoed door een bijdrage uit de Arbeidsongeschiktheidskas. Wel wordt een bijdrage uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten geregeld. Daarom wordt in dit onderdeel voorgesteld in artikel 2.8 van de Invoeringswet WIA de bijdrage uit de Arbeidsongeschiktheidskas te vervangen door een bijdrage uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten.

Onderdeel B

Bij de (eerste) nota van wijziging op de Aanpassings- en verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is een artikel 2.7a in de Invoeringswet WIA ingevoegd. Op grond van dat artikel kunnen persoonsgebonden reïntegratiebudgetten aan werknemers worden verstrekt. De kosten daarvan dienen ten laste van het Reïntegratiefonds te worden gebracht, hetgeen met de voorgestelde wijziging van artikel 2.9 wordt geregeld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven