nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 11 januari 2006
Met waardering heb ik kennis genomen van het verslag van de vaste commissie
voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over dit wetsvoorstel.
Graag ga ik in het onderstaande in op de vragen en opmerkingen in het verslag.
Ik heb daarbij de volgorde van het verslag aangehouden.
In antwoord op een daarop betrekking hebbende vraag van de leden van de
VVD-fractie kan ik meedelen dat, sinds de motie-Bruls (Kamerstukken II 2004/2005,
21 062, nr. 130) is aangenomen, zich bij de niet-GSB-gemeenten geen ontwikkelingen
hebben voorgedaan waardoor die gemeenten op dit moment of in de nabije toekomst
voldoen aan de criteria voor toetreding tot het Grotestedenbeleid (GSB).
In antwoord op de vraag van de leden van eerdergenoemde fractie of de
regering, afgezien van het antwoord op de vorige vraag, kan aangeven wat haar
visie is op de wenselijkheid van het toetreden van andere gemeenten tot het
GSB, merk ik het volgende op.
De huidige 31 in het kader van het GSB-beleid aangewezen grote steden
(G31) hebben te kampen met een bovenmaatse opgave op meerdere terreinen. Het
is deze problematiek die een specifieke aanpak rechtvaardigt en die heeft
geleid tot het maken van meerjarige bestuurlijke afspraken met de G31 voor
de periode 2005 tot en met 2009. De gemaakte meerjarige bestuurlijke afspraken
brengen met zich dat de regering nu niet voornemens is gedurende die periode
de groep van GSB-steden uit te breiden.
Op de vragen van de leden van de VVD-fractie welke gevolgen het toetreden
van Sittard-Geleen heeft voor het totale budget dat in dit tijdvak voor stedelijke
vernieuwing beschikbaar is, alsmede welke gevolgen die toetreding heeft voor
de budgetten voor de eerder aangewezen rechtstreekse gemeenten, kan ik het
volgende antwoorden.
De gemeente Sittard-Geleen krijgt voor de periode van 1 januari 2005
tot en met 31 december 2009 een investeringsbudget van € 10 130 989,–
in het vooruitzicht gesteld. Het bedrag dat bij de start van die periode voor de provincie Limburg is berekend, wordt met de toetreding van Sittard–Geleen
verminderd met een bedrag van € 9 251 533,–. Het
totale in die periode voor stedelijke vernieuwing beschikbare budget is derhalve
met € 879 456,– toegenomen.
De toetreding van Sittard–Geleen heeft geen gevolgen voor de budgetten
van de eerder aangewezen rechtstreekse gemeenten.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker