30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 81 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2013

In de Kamervragen die het Kamerlid Voortman (GL) op 20 december 2012 heeft gesteld over het stopzetten van de vervoersregeling voor gehandicapte teamsporters, heb ik aangegeven om de mogelijkheden voor een structurele oplossing voor deze vervoersregeling te onderzoeken en u daarover te informeren (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 1197).

De vervoersregeling «teamsporters met een beperking» is bedoeld voor teamsporters met een ernstige handicap die een teamsport beoefenen bij een reguliere bond. Door de vervoersregeling kunnen deze sporters trainen en aan competities deelnemen door het hele land.

Per 1 januari 2010 heeft het Fonds Gehandicaptensport (FG) de uitvoering en het beheer van deze vervoersregeling overgenomen van VWS. Doelstelling was om binnen vijf jaar tot een financieringsstroom te komen waarbij de benodigde middelen voor het vervoer volledig afkomstig zouden zijn uit de jaarlijkse collecte van het fonds. De eerste vijf jaar zou ik hen daarbij nog financieel ondersteunen. Medio 2012 is de vervoersregeling geëvalueerd met als doel om vast te stellen onder welke voorwaarden de regeling voortgezet zou kunnen worden. Uit de evaluatie is gebleken dat het Fonds Gehandicaptensport helaas niet in staat is om de verantwoordelijkheid van deze vervoersregeling financieel te blijven dragen vanwege sterk teruglopende inkomsten.

Ik vind het belangrijk dat deze kwetsbare groep kan blijven sporten, aangezien ik een gezonde leefstijl voor gehandicapten van groot belang acht. Om die reden ben ik bereid om vanaf 2013 de vervoersregeling «teamsporters met een beperking» structureel voort te zetten. VWS zal daarbij de financiële verantwoordelijkheid op zich nemen en Stichting Kenniscentrum Gehandicaptensport zal verantwoordelijk blijven voor het beheer en de uitvoering van de vervoersregeling.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers