30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2012

Naar aanleiding van de tragische dood van Richard Nieuwenhuizen, grensrechter en voetbalvader van de voetbalvereniging Buitenboys te Almere, is een brede maatschappelijke discussie ontstaan over geweld op de sportvelden. Met deze brief wil ik u, mede namens mijn collega van Veiligheid en Justitie, informeren over recente ontwikkelingen naar aanleiding van deze gebeurtenis en over de voortgang van het programma «Naar een Veiliger Sportklimaat», zoals opgenomen in de bijlage1.

In het hele land is aandacht besteed aan de dood van Richard Nieuwenhuizen.

Zo heeft de KNVB afgelopen weekend de amateurvoetbalcompetitie afgelast en zijn voetbalverenigingen de dialoog aangegaan met hun leden over geweld op de voetbalvelden. Bij het betaald voetbal is voor aanvang van de wedstrijden een minuut stilte gehouden.

Deze week heb ik een topberaad georganiseerd met de sportsector, gemeenten en mijn collega’s van Veiligheid en Justitie (VenJ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW, ambtelijk vertegenwoordigd). In dit overleg is besproken welke intensiveringen we kunnen oppakken en wat de verschillende partijen kunnen doen om geweld op het sportveld te voorkomen en te bestrijden. Dit vergt, naast grotere bewustwording, een brede aanpak waarbij een belangrijke preventieve, maar ook sanctionerende, rol is weggelegd voor ouders, (jeugd)spelers, clubs, bonden, scholen en overheden.

Autoriteit, gezag en respect voor anderen moet worden teruggebracht in de sport. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het wangedrag van hun kinderen op de sportvelden en daarbuiten. Daarom is het van belang dat ouders worden betrokken bij de sportieve prestaties van hun kinderen en de vereniging waar hun kinderen lid zijn. Incidenten moeten worden voorkomen, daarvoor is een actieprogramma opgesteld dat zich richt op de ouders, vrijwilligers, bestuurders van de vereniging en de coaches en de scheidsrechters.

Wanneer zich een incident voordoet, is een adequate aanpak vereist en moeten strengere straffen mogelijk zijn. De betrokken organisaties nemen elk hun eigen verantwoordelijkheid om geweld op het sportveld te voorkomen en te bestrijden.

Hieronder zal ik enkele voorziene intensiveringsmaatregelen belichten:

Rol onderwijs

De minister van OCW heeft aangekondigd dat in de lessen lichamelijke opvoeding meer aandacht zal worden gegeven aan sportief gedag en het omgaan met autoriteit. Een veilig en pedagogisch sportklimaat op school realiseren is onderdeel van het beroepsprofiel van de leraar lichamelijke opvoeding.

Rol KNVB

De KNVB gaat verenigingen scherper monitoren en strenger optreden tegen verenigingen en leden die betrokken zijn bij ongeregeldheden. Bij negatieve signalen legt de KNVB direct contact met de gemeente over de verdere aanpak en begeleiding van deze vereniging. Daarnaast zal de KNVB ook op reguliere basis het gesprek intensiveren met de grootste gemeenten (G-32).

De voorbeeldfunctie van topsporters is van groot belang. Gedrag dat zij op het veld vertonen, wordt gekopieerd in de breedtesport. De KNVB zal dan ook de gedragscode voor zowel betaald als amateurvoetbal verder aanscherpen.

Hiertoe zal de KNVB bij aanvang van de tweede seizoenshelft, begin 2013, een nieuw normatief kader invoeren hoe met elkaar om te gaan in en om het voetbalveld, met name over aanmerkingen op de leiding. De KNVB heeft op korte termijn hiervoor overleg met alle belangenorganisaties uit het betaald voetbal en amateur voetbal.

Rol gemeenten

De aanwezige gemeenten willen stimuleren dat ook andere gemeenten in gesprek gaan met de sportclubs over implementatie van normen en waarden binnen de sportvereniging. Hierbij kan gedacht worden aan normen en waardenprogramma's als voorwaarde voor subsidie of het belonen van goede clubs.

Tevens kunnen gemeenten, waar van toepassing, een inventarisatie maken van de risicosportverenigingen in de stad. Wanneer deze risico-inventarisatie er aanleiding toe geeft, wordt met politie en buurtwerk het gesprek aangegaan om afspraken te maken en verbinding te maken met lokaal veiligheidsbeleid.

Inzet topsporters en buurtsportcoaches

Binnen het programma «Naar een Veiliger Sportklimaat» heb ik eerder topsporters gevraagd om als ambassadeur voor veilig sportklimaat op te treden.

Ik zal, in overleg met deze ambassadeurs, een programma opzetten om de voorbeeldfunctie van bekende sporters, coaches, scheidsrechters en bestuurders en hun houding ten aanzien van intimidatie en geweld meer voor het voetlicht te brengen. In het bijzonder zullen voetballers en scheidsrechters uit het betaald voetbal worden ingezet op scholen en sportverenigingen. Verder zal ik vanuit VWS zorgdragen dat de 2900 buurtsportcoaches, die vanuit mijn ministerie met gemeenten worden gefinancierd, straks zijn toegerust om in de buurt, op de speelveldjes en op scholen kinderen sportief en respectvol gedrag aan te leren en uit te dragen.

Aanpak excessen

Vanuit de landelijke politie is toegezegd dat excessen lokaal snel en adequaat worden opgepakt. Dit gebeurt in samenwerking met sport, gemeenten en Veiligheid en Justitie. Er zal in alle gevallen (ook door de sportvereniging) aangifte bij de politie worden gedaan en deze zullen altijd en sneller in behandeling worden genomen. De minister van Veiligheid en Justitie bespreekt met het Openbaar Ministerie op welke manier geweld tegen officials op en rond het sportveld zwaarder kan worden gestraft.

Het programma «Naar een Veiliger Sportklimaat»

Het programma «Naar een Veiliger Sportklimaat» zal de komende jaren met kracht worden voortgezet. Er is bij sportverenigingen grote interesse om aan dit programma deel te nemen». De ruim 40 betrokken sportbonden zullen in 2013 in een hoger tempo een hoger aantal verenigingen, bestuurders, trainers, scheidsrechters en grensrechters gaan bereiken en ondersteunen dan oorspronkelijk gepland was. In januari wordt bekend hoeveel verenigingen versneld kunnen deelnemen. De sportsector zal, waar nodig, extra middelen inzetten.

Alle intensiveringsmogelijkheden voor het realiseren van een veiliger sportklimaat, zullen de komende maanden verder worden verkend en uitgewerkt. Zo hebben zich bij mij een aantal partijen gemeld die goede ideeën hebben en ook willen meedenken en -werken om geweld in de sport tegen te gaan. We zullen dit gesprek zeker aangaan.

Over drie maanden organiseer ik opnieuw een overleg met betrokken ministeries, gemeenten en de sportsector om de gerealiseerde voortgang te bespreken en om verdere intensivering af te stemmen. Ik zal u over de uitkomsten van het overleg en de voorgestelde intensivering, inclusief tijdspad, per brief informeren.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven